RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/708110-11 (Promis)
Datum uitspraak: 8 juli 2014
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
,
geboren te [geboortedatum en plaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
hij op of omstreeks 29 juni 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 12 miljoen euro, in elk geval een (groot) geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan het geldtransportbedrijf Brinks B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerker(s) van voornoemd geldtransportbedrijf en/of een of meer ambtena(a)r(en) van politie, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) een of meermalen met een of meer (automatische) vuurwapen(s) op die ambtena(a)r(en) van politie heeft/hebben geschoten.
subsidiair:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 29 juni 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van (in totaal) (ongeveer) 12 miljoen euro, in elk geval een (groot) geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan het geldtransportbedrijf Brinks B.V, in elk geval aan een ander of anderen dan aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer ambtena(a)r(en) van politie, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolen te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat voornoemde onbekend gebleven perso(o)n(en) een of meermalen met een of meer (automatische) vuurwapen(s) op die ambtena(a)r(en) van politie heeft/hebben geschoten tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 29 juni 2011 te Amsterdam en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door met een (ketting)slot het hek van het klpd-terrein, gelegen op de vluchtroute van voornoemde onbekend gebleven perso(o)n(en), af te sluiten en/of een of meer kraaienpo(o)t(en) op of in de directe omgeving van voornoemd klpd-terrein te leggen.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
hij op of omstreeks 29 juni 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer ambtena(a)ren van politie van het leven te beroven, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, met een of meer vuurwapen(s) een of meermalen op die ambtena(a)r(en) heeft/hebben geschoten.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
hij op of omstreeks 29 juni 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer wapens van categorie II, te weten een of meer automatische vuurwapen(s) en/of munitie van categorie II voorhanden heeft gehad.
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
hij op of omstreeks 20 december 2011 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer wapens van categorie III, te weten een gas-/alarmpistool (merk Blow, kaliber 9 mm) (in onderdelen) en/of een (bijbehorend) patroonmagazijn, en/of munitie van categorie III, te weten een of meer patro(o)n(en) (merk Ozkursan, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad.
ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2010 tot en met 29 juni 2010 te Uithoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres]) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 288 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in
elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank heeft op grond van de bewijsmiddelen de overtuiging verkregen dat verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan. Deze bewijsmiddelen zijn in bijlage I opgenomen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
op 20 december 2011 te Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een gas-alarmpistool, merk Blow, kaliber 9 mm, in onderdelen, en een bijbehorend patroonmagazijn, voorhanden heeft gehad.
ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
in de periode van 12 februari 2010 tot en met 29 juni 2010 te Uithoorn tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft geteeld, in een pand aan de [adres], een hoeveelheid van 288 hennepplanten.
12 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast de teruggave aan verdachte van het onder 49 vermelde voorwerp op de aangehechte beslaglijst.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van het onder 84 vermelde voorwerp op de aangehechte beslaglijst.
Verklaart de benadeelde partij Brink’s Nederland B.V. niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk voorzitter,
mrs. B.C. Langendoen en M.R.J. van Wel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.R.F. van Raab van Canstein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 juli 2014.