1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
[verweerder], thans 46 jaar oud, is op 10 juli 1999 in dienst van Dirk van den Broek getreden en was laatstelijk werkzaam als teamleider KW (kruidenierswaren). Het salaris bedroeg € 2.116,32 bruto per 4 weken exclusief vakantietoeslag. [verweerder] werkte bij het filiaal aan het [plaats] (verder ook het filiaal).
1.2.
De teamleider is leidinggevende van de medewerkers van de vulploeg en de verkoop-medewerkers en dient er op toe te zien dat het personeel zich aan de bedrijfsregels houdt. Daarnaast was [verweerder] als sleutelhouder geautoriseerd om het filiaal te openen en te sluiten.
1.3.
Eén van de bedrijfsregels bij Dirk van den Broek is dat men bij privé aankopen altijd het aankoopbewijs moet kunnen tonen.
1.4.
Dirk van den Broek heeft voor de interne beveiliging van de filialen en ten behoeve van interne fraudeopsporing een eigen dienst, geheten SecMan B.V. (verder SecMan). SecMan kan het filiaal en de medewerkers observeren, de beelden van de (verborgen) bedrijfscamera’s bekijken en uitgangscontroles houden.
1.5.
SecMan heeft begin mei 2014 de beelden van de bedrijfscamera’s in en bij het filiaal bekeken. Aanleiding daarvoor was een anonieme klacht over diefstal, die op grotere schaal door werk-nemers bij dit filiaal zou plaatsvinden. SecMan heeft op de beelden diverse onregelmatigheden geconstateerd.
1.6.
Op 6 mei 2014 heeft SecMan bij het filiaal vervolgens een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie werd geconstateerd dat de achterbak van de auto van [verweerder] door een medewerker met de autosleutels werd geopend en dat er twee dozen met goederen in werden geplaatst. De goederen waren uit het filiaal afkomstig en waren niet afgerekend. De beelden zijn door Dirk van den Broek in de procedure gebracht.
1.7.
Bij [verweerder] en een tweetal collega’s is voorts die avond een uitgangscontrole gehouden. Bij de controle bleek dat in de tas van [verweerder] zich goederen van Dirk van den Broek bevonden, waarvan [verweerder] geen aankoopbewijs kon tonen. Ook bevonden zich in de tas een aantal promotieartikelen van acties van Dirk van den Broek.
1.8.
Dirk van den Broek heeft de politie ingeschakeld, die [verweerder] en zijn collega’s heeft aangehouden.
1.9.
[verweerder] is dezelfde dag geschorst. Dirk van den Broek heeft dit bij brief van 7 mei 2014 bevestigd.
1.10.
SecMan heeft daarna nader beeldenonderzoek gepleegd. Daarbij zijn door SecMan nog op 30 maart 2014 en 7 april 2014 verdachte gedragingen van [verweerder] en een aantal collega’s geconsta-teerd. Ook deze beelden zijn in de procedure gebracht.
1.11.
Naar aanleiding van deze onderzoeksresultaten is [verweerder] op 14 mei 2014 uitgenodigd om de beelden te verklaren. Bij het gesprek heeft [verweerder] een diefstal ontkend en voor de gedragingen geen verklaring gegeven.
1.12.
Op 14 mei 2014 is [verweerder] op staande voet ontslagen. Het verwijt dat [verweerder] wordt gemaakt is het zonder toestemming meenemen van producten die aan Dirk van den Broek toebehoren en betrokkenheid bij het plegen van diefstal door collega’s.
1.13.
Ook de collega’s is op 14 mei 2014 ontslag op staande voet aangezegd, nadat met hen in gesproken. Eén van de collega’s , [collega], heeft verklaard dat hij van [verweerder] niet-afgerekende spullen in de kantine moest leggen en dat hij heeft gezien dat [verweerder] ze in zijn tas stopte.
1.14.
Bij brief van 20 mei 2014 heeft de gemachtigde van [verweerder] de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.