11. Met het door de deskundige verrichte onderzoek is voor de kantonrechter afdoende gebleken dat een groter gedeelte van het verloonde bedrag is gemoeid met werkzaamheden van [eiseres], die niet vallen onder de werkingssfeer van Bpf Bouw. Uit het onderzoek van de deskundige volgt dat het deel van de activiteiten van [eiseres] die conform de eerdere tussenvonnissen in deze zaak onder de werkingssfeer van Bpf Bouw ressorteren, kleiner is dan het deel van de activiteiten die de aansluiting van [eiseres] bij Bpf Bouw zouden rechtvaardigen. Dat geldt voor 2011 zowel als voor 2012.
11. Daarbij overweegt de kantonrechter dat zij geen reden heeft te twijfelen aan de juistheid van de cijfermatige onderbouwing van de deskundige van zijn bevindingen en evenmin aan de juistheid van de door [eiseres] verstrekte informatie omtrent de aard van de werkzaamheden. Bpf Bouw heeft althans niet voldoende gesteld op basis waarvan aan de juistheid van de informatie van [eiseres] getwijfeld moet worden. Het enkele feit dat de naam van de opdrachtgever een connectie met de bouwwereld doet vermoeden, wil niet zeggen dat [eiseres] over de feitelijk verrichte werkzaam-heden (opzettelijk) valse informatie verstrekt. Zoals in eerdere tussenvonnissen overwogen gaat het immers om de aard c.q. het karakter van de verrichte werkzaamheden en de daarmee verloonde bedragen, en niet om de aard van de opdrachtgever van die werkzaamheden.
11. Bpf Bouw heeft aangeboden om door middel van het doen horen van getuigen vast te stellen wat de activiteiten van [eiseres] feitelijk inhielden, waarbij de opdrachtgevers van [eiseres] zouden moeten worden gehoord. Dit bewijsaanbod is te onbepaald om te worden toegewezen, nu niet duidelijk is welke getuige Bpf Bouw waarover wil horen. Het is meer een zogenoemde “fishing expidition” dan een concreet bewijsaanbod, en daarvoor is getuigenbewijs niet bedoeld.
11. Het vorenstaande impliceert dat in deze procedure niet is komen vast te staan dat het percentage van de loonsom, gemoeid met werkzaamheden van [eiseres] die behoren tot de werkingssfeer van Bpf Bouw, groter is dan het percentage van de werkzaamheden, die niet onder de verplichtstelling vallen. Daarmee kan de vordering van [eiseres] worden toegewezen, waarbij de kantonrechter begrijpt dat deze ziet op het verplichtstellingsbesluit van Bpf Bouw, zoals dit luidt na de laatste wijziging in 2012. De vordering in reconventie van Bpf Bouw wordt daarmee afgewezen.
11. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Bpf Bouw veroordeeld in de kosten gevallen aan de zijde van [eiseres], als hieronder bepaald. Voorts wordt bepaald dat Bpf Bouw de kosten dient te dragen van het deskundigenbericht. De kosten daarvan worden door de kantonrechter vastgesteld op het eerder door de deskundige begrote bedrag van € 16.698.00 (inclusief BTW) en niet op het door hem nadien gefactureerde bedrag, nu de deskundige voor de overschrijding van het voorschot geen tussentijdse toestemming heeft gevraagd of partijen daarvan op de hoogte heeft gesteld, terwijl evenmin duidelijk is geworden waarom de begroting met een bedrag van bijna € 4.000,00 overschreden moest worden.