10. Vast staat dat [gedaagde] op rekening van Chipsoft op oneigenlijke wijze gebruik heeft gemaakt van de door Chipsoft ter beschikking gestelde mobiele telefoon en overige communicatiefaciliteiten. Dit is aan te merken als een onrechtmatige daad. De vraag is of deze aan [gedaagde] kan worden toegerekend.
10. Voor de toerekening is opzet of schuld aan de kant van [gedaagde] niet vereist. Aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad kan ook ontstaan indien sprake is van een handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit brengt met zich mee dat zelfs als zou worden geoordeeld dat [gedaagde] onder invloed van zijn gokverslaving zou hebben gehandeld, de gevolgen daarvan voor zijn rekening dienen te komen. Het argument dat Chipsoft deze kosten uiteindelijk niet heeft hoeven betalen, is door [gedaagde] onderbouwd met het verweer dat uit de verklaring van de medewerker van T-Mobile niet blijkt dat Chipsoft het bewuste bedrag heeft betaald. Ook stemt volgens [gedaagde] het betalingskenmerk van het door Chipsoft overgelegde bankafschrift niet overeen met de in het geding gebrachte facturen. Nu echter vast staat dat de telefoonkosten zijn gemaakt, is de enkele suggestie van [gedaagde] dat Chipsoft deze uiteindelijk niet heeft hoeven vergoeden aan haar provider onvoldoende om aan te nemen dat deze schade niet daadwerkelijk door Chipsoft is geleden.
De vordering tot betaling van deze door [gedaagde] veroorzaakte telefoonkosten, vermeerderd met de wettelijke rente, is derhalve toewijsbaar als na te melden. Gelet op dit oordeel kan de stelling dat [gedaagde] tevens toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst onbesproken blijven.
10. Vervolgens dient de geldigheid van het gegeven ontslag op staande voet te worden beoordeeld. [gedaagde] heeft op 8 november 2013 zijn problemen aan zijn leidinggevende de heer [naam] gemeld. In strijd met de toen gemaakte afspraken heeft hij in de periode daarna opnieuw een groot aantal malen (bijna 10.000 keer) gebruik gemaakt van de telefoonlijn van Chipsoft om op internet te gokken, tot hij zich op 18 november 2013 opnieuw meldde bij [naam] en hij zich vrijwillig heeft laten opnemen in een kliniek. Voor Chipsoft was dit gedrag aanleiding om [gedaagde] op 19 november 2013 per onmiddellijk te schorsen. Chipsoft heeft naar eigen zeggen vervolgens gewacht op de factuur van T-Mobile van de definitieve omvang van de schade om te beoordelen of ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. Chipsoft stelt dat zij daarmee zorgvuldig heeft gehandeld en dat het ontslag onverwijld is gegeven. [gedaagde] betwist de onverwijldheid en voert daarnaast aan dat de dringende reden ontbreekt omdat hij onder invloed van zijn verslaving heeft gehandeld.
10. Geoordeeld wordt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Blijkens haar eigen stellingen had Chipsoft op 18 december 2014 (na ontvangst van de brief van T-Mobile van 16 december 2014) voldoende inzicht in de door [gedaagde] veroorzaakte schade. Van dat inzicht heeft Chipsoft naar eigen zeggen met name de te nemen maatregel afhankelijk gesteld. Na 18 december 2013 heeft Chipsoft echter nog 4 weken gewacht met het geven van het ontslag. Die termijn is te lang om nog van een onverwijlde maatregel te kunnen spreken.
10. Voorts wordt geoordeeld dat er voldoende reden is om aan te nemen dat [gedaagde] indertijd zodanig onder invloed was van zijn verslaving, dat zijn gedrag hem niet verweten kan worden. Een indicatie is het ongelofelijke aantal van 10.000 keer dat hij heeft gebeld. Een dergelijk aantal wijst zonder meer in de richting van dwang. Deze opvatting wordt ook ondersteund door het oordeel van de verzekeringsarts van 8 juli 2014, die heeft geoordeeld dat [gedaagde] per 14 januari 2014 op medische gronden arbeidsongeschikt is en een intensieve behandeling nodig heeft, gelet op zijn gokverslaving.
10. Dat zijn gedraging [gedaagde] niet valt te verwijten betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat, onder de onder de geschetste omstandigheden, niet van een dringende reden kan worden gesproken. Hieruit vloeit voort dat de arbeidsovereenkomst heeft voortgeduurd tot 10 maart 2014, op welke datum de arbeidsovereenkomst is ontbonden onder het voorbehoud dat deze na 15 januari 2014 is blijven bestaan.
10. Nu wordt geoordeeld dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbrak, dient op de vordering van de betaling van de telefoonkosten het tot 10 maart 2014 ingehouden salaris in mindering te worden gebracht. Vanwege alle verrekeningen die hebben plaatsgevonden is er geen aanleiding voor het toewijzen van wettelijke rente over het (eventueel) resterende bedrag.
10. Nu het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig wordt geacht, is reeds daarom voor toewijzing van de gevorderde gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:680 BW geen plaats. Dit onderdeel van de vordering zal dan ook worden afgewezen.
10. De vordering tot terugbetaling van de studiekosten wordt door [gedaagde] niet betwist, zodat deze toewijsbaar is. Nu Chipsoft niet heeft betwist dat zij [gedaagde] niet eerder heeft verzocht om terugbetaling hiervan, zal de gevorderde rente over dit bedrag worden afgewezen.
10. De vordering tot betaling van de proceskosten in de ontbindingsprocedure wordt afgewezen, aangezien deze veroordeling kan worden geëxecuteerd met de gegeven beschikking.
10. Bij deze uitkomst is er aanleiding de proceskosten te verrekenen, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.