Altra heeft op 27 juli 2015 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. Naderhand heeft Altra het verzoek aangevuld. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Beschikking is bepaald op heden.
BEOORDELING VAN HET VERZOEK
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1982, is sedert 1 augustus 2012 in dienst van Altra als leraar. Het salaris bedraagt € 2.739,02 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag.
Altra verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7: 671b lid 1 sub a BW. Altra stelt dat daarvoor een redelijke grond aanwezig is, als bedoeld in artikel 7: 669 lid 3, onderdeel g BW, waarbij herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt.
Altra heeft haar verzoek onderbouwd door er op te wijzen dat sprake is van: - een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van Altra in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. [verweerder] kan hiervan geen verwijt worden gemaakt.
[verweerder] erkent dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Pogingen om het probleem op te lossen hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. [verweerder] kan daarom niet anders dan zich refereren aan het oordeel van de kantonrechter.
Als eerste heeft de kantonrechter zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop de opzegverboden betrekking hebben.
Naar aanleiding van hetgeen over en weer is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een redelijke grond, waarbij herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn niet tot de mogelijkheden behoort of in de rede ligt. De arbeidsovereenkomst zal derhalve worden ontbonden.
Overeenkomstig artikel 7:671b lid 8 BW bepaalt de kantonrechter het einde van de arbeidsovereenkomst op de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure. Nu de door partijen voorgestelde datum van 1 oktober 2015 daarmee overeenstemt, kan de ontbinding tegen de verzochte datum worden toegewezen.
Altra heeft [verweerder] aangeboden de kosten voor een outplacementtraject, welke reeds is aangevangen, te vergoeden tot een bedrag van maximaal € 6.000,00 (inclusief btw). Daarnaast is [verweerder] tot 1 oktober 2015 vrijgesteld van werkzaamheden.
Los hiervan heeft [verweerder] (mogelijk) aanspraak op een bovenwettelijke werkloos-heidsuitkering uit hoofde van de WOPO. Partijen zijn het erover eens dat Altra aan [verweerder] als gevolg van het voorgaande geen transitievergoeding is verschuldigd.
Er zijn termen de proceskosten te compenseren.
BESLISSING
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2015;
bepaalt dat elk der partijen de eigen proceskosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: