RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers: 13/999003-15 (A), 13/999004-15 (B) en 13/994042-15 (C) (Promis)
Datum uitspraak: 4 maart 2016
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische strafkamer, in de strafzaak tegen
gevestigd te [vestigingsadres] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2016.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A, zaak B en zaak C aangeduid en leiden tot één vonnis.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S. Kubicz, en van wat de vertegenwoordigers van verdachte, [persoon 1] , [persoon 2] en [persoon 3] , en haar raadsman, mr. B.J.V. Keupink, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
zij, in een periode vanaf 6 november 2012 tot en met 13 november 2012, in elk geval in 2012, op de Noordzee, op een mijnbouwinstallatie, genaamd Ameland Westgat, al dan niet opzettelijk, met betrekking tot het met het normale gebruik van de installatie samenhangende of daaruit voortvloeiende lozingen van andere dan in artikel 80 Mijnbouwbesluit genoemde stoffen en/of andere verontreinigende dan wel schadelijke stoffen, niet zodanige maatregelen heeft genomen dat verontreiniging van oppervlaktewater zoveel mogelijk werd voorkomen, immers heeft zij, verdachte, niet zoveel mogelijk voorkomen dat ongeveer 3000 liter, in elk geval een hoeveelheid AFFF/Sthamex-AFFF F-15 (bluswater en/of blusschuim), in elk geval een verontreinigende dan wel schadelijke stof, anders dan olie en/of een oliehoudend mengsel en/of sanitair afval en/of vuilnis, is geloosd in het oppervlaktewater van de Noordzee;
De gebruikte termen zijn gebruikt in de zin van de Mijnbouwwet en/of het Mijnbouwbesluit.
Strafbaarstelling: artikel 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 2 juncto artikel 49 Mijnbouwwet juncto artikel 81 Mijnbouwbesluit.
zij, op of omstreeks 23 januari 2013, op de Noordzee, op een mijnbouwinstallatie, genaamd [naam 1] , al dan niet opzettelijk, met betrekking tot het met het normale gebruik van de installatie samenhangende of daaruit voortvloeiende lozingen van andere dan in artikel 80 Mijnbouwbesluit genoemde stoffen en/of andere verontreinigende dan wel schadelijke stoffen, niet zodanige maatregelen heeft genomen dat verontreiniging van oppervlaktewater zoveel mogelijk werd voorkomen, immers heeft zij, verdachte, niet zoveel mogelijk voorkomen dat ongeveer 1000 liter, in elk geval een hoeveelheid AFFF/Towalex ARC 3x3F (bluswater en/of blusschuim), in elk geval een verontreinigende dan wel schadelijke stof, anders dan olie en/of een oliehoudend mengsel en/of sanitair afval en/of vuilnis, is geloosd in het oppervlaktewater van de Noordzee;
De gebruikte termen zijn gebruikt in de zin van de Mijnbouwwet en/of het Mijnbouwbesluit.
Strafbaarstelling: artikel 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 2 juncto artikel 49 Mijnbouwwet juncto artikel 81 Mijnbouwbesluit.
zij, op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode vanaf 28 juni 2015 tot en met 30 juni 2015, in elk geval in 2015, op de Noordzee, op een mijnbouwinstallatie, aangeduid als [naam 2] , al dan niet opzettelijk, met betrekking tot het met het normale gebruik van de installatie samenhangende of daaruit voortvloeiende lozingen van andere dan in artikel 80 Mijnbouwbesluit genoemde stoffen en/of andere verontreinigende dan wel schadelijke stoffen, niet zodanige maatregelen heeft genomen dat verontreiniging van oppervlaktewater zoveel mogelijk werd voorkomen, immers heeft zij, verdachte, niet zoveel mogelijk voorkomen dat ongeveer 950 liter, in elk geval een hoeveelheid AFFF/Sthamex-AFFF F-15 (bluswater en/of blusschuim), in elk geval een verontreinigende dan wel schadelijke stof, anders dan olie en/of een oliehoudend mengsel en/of sanitair afval en/of vuilnis, is geloosd in het oppervlaktewater van de Noordzee;
De gebruikte termen zijn gebruikt in de zin van de Mijnbouwwet en/of het Mijnbouwbesluit.
Strafbaarstelling: artikel 1, 2 en 6 Wet op de economische delicten juncto artikel 2 juncto artikel 49 Mijnbouwwet juncto artikel 81 Mijnbouwbesluit.
5 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Knol, voorzitter,
mrs. N.A.J. Purcell en M.R.J. van Wel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Spliet, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 maart 2016.