Geslaagd beroep op de vernietigbaarheid van een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit. Artikelen 95m lid 1 en 4 Elektriciteitswet 1998 en 52b lid 1 en 4 Gaswet brengen mee dat algemene voorwaarden vóór sluiting van de overeenkomst tot levering van energie dienen te zijn verstrekt aan een klein verbruiker, bij gebreke waarvan de overeenkomst vernietigbaar is. In het onderhavige geval is niet komen vast te staan dat deze algemene voorwaarden (tijdig) aan de klein verbruiker zijn verstrekt.
Rechtspraak.nl AR 2016/3443 Prg. 2017/14 NTE 2016/70, UDH:NTE/14099 met annotatie van mr. I. Brinkman en mr. drs. C. van der Woude
Op 18 juli 2016 is tussen partijen een tussenvonnis gewezen. Hierna zijn nog de volgende processtukken ingediend: - de akte van Nuon - de antwoord akte van [opposant] .
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
De kantonrechter blijft bij haar beslissingen in het tussenvonnis van 18 juli 2016, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast wordt beschouwd.
In dit tussenvonnis is aan Nuon gelegenheid geboden te reageren op het verweer van [opposant] dat de tweede overeenkomst tussen partijen ingevolge de artikelen 95m lid 1 en 4 Elektriciteitswet 1998 en 52b lid 1 en 4 Gaswet rechtsgeldig door hem is vernietigd.
Nuon heeft hierop gereageerd door met klem te betwisten dat er voorafgaand aan de totstandkoming van de tweede overeenkomst geen algemene voorwaarden aan [opposant] zijn verstrekt, dat in de bevestigingsbrief van 13 oktober 2013 ook is verwezen naar de vindplaats van deze voorwaarden en dat, mocht dit onvoldoende zijn, [opposant] reeds bij aanvang van de eerste overeenkomst algemene voorwaarden zijn verstrekt die tussentijds ook niet zijn gewijzigd. Voorts wijst zij erop dat zelfs al zouden de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn, dit niets afdoet aan de verschuldigdheid van de gevorderde gelden. De vordering is namelijk niet gebaseerd op de algemene voorwaarden.
Nuon miskent hiermee dat het hier niet gaat om de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden maar de overeenkomst zelf. Artikel 95 m lid 1 jo. lid 4 Elektriciteitswet (en artikel 52b lid 4 Gaswet soortgelijk) bepaalt namelijk: lid 1: “de voorwaarden, verbonden aan een leverings- of transportovereenkomst met een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, zijn transparant, eerlijk en vooraf bekend. De voorwaarden worden in ieder geval voor het sluiten van de overeenkomst verstrekt en zijn gesteld in duidelijke en begrijpelijke taal.” en lid 4: “Een contract, gesloten in strijd met het bepaalde bij of krachtens dit artikel is vernietigbaar.”
Deze bepalingen brengen mee dat de algemene voorwaarden vóór het sluiten van een overeenkomst moeten zijn verstrekt, bij gebreke waarvan de overeenkomst vernietigbaar is.
Nuon heeft niet aangetoond, dan wel op dit punt een concreet bewijsaanbod gedaan, dat zij [opposant] ten behoeve van de overeenkomst van 1 oktober 2013 algemene voorwaarden heeft verstrekt. Nuon heeft evenmin aangetoond (dan wel op dit punt een concreet bewijsaanbod gedaan) dat zij [opposant] ten behoeve van de overeenkomst van 6 februari 2013 algemene voorwaarden heeft verstrekt. Dit terwijl [opposant] heeft ontkend op enig moment algemene voorwaarden van Nuon te hebben ontvangen. Daarmee is niet komen vast te staan dat [opposant] vóór 1 oktober 2013 algemene voorwaarden zijn verstrekt en dus heeft hij op goede grond de vernietigbaarheid van de tweede overeenkomst ingeroepen. Een vordering tot nakoming van deze overeenkomst is dan ook niet toewijsbaar.
Dit neem niet weg dat het deel van de vordering dat voortvloeit uit de overeenkomst van 6 februari 2013, te weten de eindafrekening over de periode 6 februari 2013 tot 19 juli ad € 484,54 wel toewijsbaar is, zoals door [opposant] ook is erkend.
Gelet op de brief van 10 maart 2014 waarin [opposant] een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven om incassokosten te voorkomen, binnen welke termijn geen betaling van [opposant] is ontvangen, zijn ook incassokosten verschuldigd over de toewijsbare hoofdsom, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 87,94. Dat deze brief [opposant] niet heeft bereikt vanwege een niet actuele adressering komt voor zijn rekening nu niet gebleken is dat [opposant] aan Nuon een adreswijziging heeft doorgegeven.
Voor toewijzing van het door Nuon meer gevorderde onder aanvulling van rechtsgronden, zodanig dat de vordering van Nuon mede omvat de schade die Nuon zou hebben geleden tot het bedrag waarmee [opposant] door de energielevering ten koste van Nuon zou zijn verrijkt, bestaat geen aanleiding. Er zijn in de onderhavige procedure onvoldoende aanknopingspunten aangedragen om deze vermeende schade te kunnen begroten.
Vorenstaande brengt mee dat het verstekvonnis van 12 oktober 2015 niet in stand kan blijven.
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld bestaat aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren.
BESLISSING
De kantonrechter:
vernietigt het verstekvonnis op 12 oktober 2015 tussen partijen gewezen onder zaaknummer 4465900 CV EXPL 15-25145;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt [opposant] tot betaling aan Nuon van: - € 484,85 aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente 19 augustus 2015 tot de voldoening; - € 87,94 aan buitengerechtelijke kosten;
compenseert de kosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: