4.1.
Feiten en omstandigheden
Op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de navolgende feiten en omstandigheden.1
Op 20 september 2016 is door een observatieteam gezien dat [naam] (hierna: [naam] ) met zijn Mercedes een man – die later [medeverdachte] bleek te zijn2 - heeft opgehaald. Blijkens waarnemingen van het observatieteam alsmede de enkelbandgegevens van [naam] en de geplaatste OVC- en plaatsbepalingsapparatuur in de Mercedes, staat de Mercedes om 18:28 stil op de [straat] in Heemskerk ter hoogte van perceelnummer 19. Uit zowel de enkelbandgegevens van [naam] als de waarnemingen van het observatieteam blijkt dat [naam] en [medeverdachte] door de wijk lopen. Omstreeks 18:35 lopen zij op de [straat] in Heemskerk ter hoogte van de voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] (hierna: [naam voetbalvereniging] ) en stappen als passagiers in een witte Toyota Aygo, met kenteken [kenteken] , waarna de Toyota wegrijdt. Op enig moment keert de Toyota weer terug naar het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] . Blijkens de enkelbandgegevens van [naam] en de waarnemingen van het observatieteam loopt [naam] richting het clubgebouw van [naam voetbalvereniging] . [naam] loopt vervolgens weer richting de parkeerplaats. Vervolgens wordt [naam] door de Toyota weer bij zijn Mercedes op de [straat] afgezet. In de Toyota blijven twee personen achter, onder wie [medeverdachte] .3
Op 24 september 2016 werd op de [straat] ter hoogte van perceel [nummer 1] te Heemskerk
een personenauto van het merk BMW, type 550i, aangetroffen. De BMW zou daar al vier dagen staan. Op de voorzijde van de BMW was geen kentekenplaat bevestigd. De achterzijde was voorzien van een scheef geplakte kentekenplaat met nummer [kenteken] . Uit onderzoek bleek dat dit kenteken toebehoort aan een Volkswagen op naam van [naam 1] . Telefonisch contact met laatstgenoemde wees uit dat hij zijn kentekenplaat had verloren of dat de plaat mogelijk was gestolen.4 De BMW bleek tussen 26 februari 2016 en 29 februari 2016 in Amsterdam te zijn gestolen. Het originele kenteken van de BMW is [kenteken] .5
Blijkens een proces-verbaal van bevindingen was de BMW reeds op 22 september 2016 door een wijkagent op een parkeerterrein van zorginstelling [naam zorginstelling] in Heemskerk zonder kentekenplaat aan de voorzijde waargenomen. Dit parkeerterrein is gelegen tegenover [naam voetbalvereniging]6 en op 200 meter afstand van de [straat] .7
De BMW is op 24 september 2016 om 14:00 uur door de politie in beslag genomen en voor onderzoek overgebracht naar het politiebureau te Beverwijk.8 In de kofferbak van de BMW werden drie volle colaflessen aangetroffen.9 Onderzoek wees uit dat in die flessen motorbenzine zat.10
Op 26 september 2016 is de enkelband van [naam] er af en ligt in de woning van zijn vriendin [naam vriendin] . [naam vriendin] voert een telefoongesprek waaruit blijkt dat [naam] zijn band eraf heeft gedaan om zijn “shit” te gaan doen. Om 18:03 uur verlaat [verdachte] (hierna: [verdachte] ) – blijkens camerabeelden – zijn woning. Blijkens de geplaatste OVC- en plaatsbepalingsapparatuur van de in de Suzuki Baleno (welke in gebruik is bij [verdachte] ) heeft de Suzuki zich tussen 19:30 uur en 20:27 uur in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] bevonden. Daarbij is de Suzuki over de parkeerplaats van [naam voetbalvereniging] gereden. Op de parkeerplaats van [naam zorginstelling] werd de Suzuki steeds kleine stukjes verplaatst. Uit het OVC-gesprek blijkt dat om 20:27 uur in de Suzuki een gesprek wordt gevoerd tussen [verdachte] en een persoon, van wie de stem wordt herkend als de stem van [naam] . Tijdens dit gesprek werd het volgende besproken:
[naam] : Platen raken ze kwijt. Die waggie is opeens weg. Kunnen ze niks aan doen. Je weet toch? Maar ik moet de hele tijd zeggen, kom we gaan die waggie verplaatsen, ik moet mensen regelen, je weet toch, ik moet regelen.
[naam] : (…) Ik zeg tegen ze: Bro. Waarom kunnen jullie niets zelf regelen? Ik moet alles voor jullie doen! Alles broer! Waggie is weg. Nieuwe waggie. Nieuwe waggie is weg. Ze regelen geen andere waggie. Ze doen ook niet hun best niet jongen. Ze doen ook niet even hun best om te kijken hoe of wat. Of ze misschien iets kunnen regelen, of dat ze van iemand een waggie kunnen lenen om toch voor een overstap. Niets broer! Niets doen die mannen! Niets! Uitslapen. Reageren laat!
Ik zeg tegen ze broer kanker op! Opkankeren! Ik zou het sowieso zelf doen maar ik zou met mijn neefje gaan bijvoorbeeld. Die overstapauto. Je weet toch? Zou ik hem een paar doezoe geven. Je weet toch? Hij is binnenkort jarig. Ik denk van weet je. Ik gun ze. Maar kanker op man broer! Als het zo moet gaan? Dikke lul man!
[verdachte] : Even binnen kijken. Laat ze nu gewoon binnen klaar staan.
[naam] : Daar in de bosjes staan, bij die vrachtwagen.
[verdachte] : Kan je wegrijden ook.
[naam] : Ja daarom. (…) Wat heeft dit voor zin? Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles.
Omstreeks 20:38 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt richting Amsterdam.
De telefoon van [naam] maakt op dat moment gebruik van een cell-ID welke gelegen is in de omgeving van waar de Suzuki op dat moment rijdt.11
Op 27 september 2016 om 20:00 uur komt de Suzuki Baleno - blijkens de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki – aan in Heemskerk. De Suzuki heeft zich vervolgens voornamelijk opgehouden op de [straat] . Deze laan ligt naast de [straat] .
Om 21:04 vertrekt de Suzuki uit Heemskerk. Vanaf 22:05 uur rijdt de Suzuki wederom richting Heemskerk. Om 22:32 uur staat de Suzuki even stil op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] en rijdt heen en weer langs [naam voetbalvereniging] . De telefoon van [verdachte] maakt om 22:40 uur gebruik van een
cell-ID welke is gelegen in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] . Omstreeks 22:40 uur vertrekt de Suzuki weer uit Heemskerk en rijdt naar de woning van [verdachte] . De telefoon van [verdachte] volgt de bewegingen van de Suzuki. Op camerabeelden is vervolgens te zien dat [verdachte] omstreeks 22:56 uur terug komt bij zijn woning.12
Op 29 september 2016 om 17:32 uur verlaat [verdachte] – blijkens camerabeelden – zijn woning.
Uit de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki blijkt dat de Suzuki richting Amsterdam rijdt. Op camerabeelden van een benzinestation is te zien dat [verdachte] omstreeks 18:33 uur afrekent.
De Suzuki is ook op de camerabeelden te zien. De telefoon van [verdachte] beweegt met de Suzuki mee. Omstreeks 18:38 uur stopt de Suzuki direct achter het woonadres van [naam 2] (hierna: [naam 2] ) en staat daar tien minuten stil. De Suzuki rijdt vervolgens naar Heemskerk en komt daar om 19:23 uur aan. De Suzuki staat vervolgens voornamelijk stil op het parkeerterrein van [naam zorginstelling] , het verzorgingstehuis tegenover [naam voetbalvereniging] . De Suzuki rijdt in deze periode ook een ronde door de buurt.
Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt dat [verdachte] en [naam 2] vanaf 19:26 onder meer het volgende met elkaar bespreken:
19:56 uur:
(…)
[naam 2] : Training begint nu pas
[verdachte] : Ja?! …Even warm worden..ntv..snel afgelopen zijn.
[naam 2] : ntv goeie plek?
20:00 uur:
(…)
[verdachte] : Jongen als ntv zijn we loesoe van hier zijn, dan zijn we loesoe. Deze auto..Wie gaat deze auto..?
[naam 2] : Ntv snelweg.
[verdachte] : Maak je niet druk.
[verdachte] : Daar gaan. (gaat fluisteren). Als ntv. Lopen. Pam..
20:01 uur
[verdachte] : Snelste weg.
[verdachte] : Ik zou zo gaan…Ntv zo komen…
20:06 uur: fluisteren..
[naam 2] : Moet ik hem op die ntv plaatsen?
[verdachte] : Het is wat jij wilt broer..Ntv is voor jou…
[verdachte] : Als je gaat plaatsen…Plaats via achter he? Begrijp je? Kijk…via achter..Rennen..
[verdachte] : Niet meteen zo op hem.
23:49 uur:
(…)
[naam 2] : Wat doet die man daar zo lang? Ik snap het niet.
(…)
[naam 2] : Vanaf hier staan is te lang? Of niet?
[verdachte] : Tenzij je hem kan zien weet je.
[naam 2] : Ik zie wel die auto.
[verdachte] : Ja die auto staat er
[naam 2] : (…) Je weet niet vanaf waar hij hem gaat klikken.
(..)
[naam 2] : Jij zit in die auto. Ik ben helemaal kletsnat broer.
23:50 uur:
[naam 2] : Hier zeiken is moe he?
(…)
[naam 2] : DNA en zo toch?
[verdachte] : Het is wat je wilt. Het regent weet je.
[naam 2] : Hoe gaan we het nu doen? Ik kan niet meer in die bos daar. Ik kan ook vanaf hier kijken. Maar als hij.. Misschien hij klikt. Misschien klikt hij van dichtbij.
[verdachte] : Dan moet je daar zijn. Daar in die bosjes. Die bosjes aan de andere kant.
[naam 2] : Nee die is te lang.
(…)
23:51 uur:
[naam 2] : Kanker koud. Wat gaan we doen?
[verdachte] : Wat we gaan doen? Je zit klaar hoor broer!
[naam 2] : Ja tuurlijk. Maar hoe dan?
[verdachte] : Hoe? Gewoon hetzelfde. Je weet toch? Plan gaat nog door toch?
[naam 2] : Weer in die bos daar?
[verdachte] : Je weet.. Je moet improviseren broer… Je moet gaan kijken hoe of wat! Begrijp je?
23:52 uur:
(…)
[verdachte] : Die vrouw die kwam roken..Ze kwam helemaal naast mij broer! (…) Ik dacht van: “Tering man! Laat die shit nu niet gebeuren man!” Begrijp je? … Ha ha ha… Precies naast mij broer.
[naam 2] : Maar wat deed ze?
[verdachte] : Niets. Ze heeft niets gezien. Ze was aan de telefoon. (…)
[naam 2] : Ze heeft jou niet gezien?
[verdachte] : Nee.
00:29 uur:
[verdachte] : Wat is er aan de hand?
[naam 2] : Ik heb ntv gemist man.
(…)
[verdachte] : Hoe bedoel je gemist?
[naam 2] : Ik wou naar dat bos lopen…ntv man ntv.. Hij loopt naar zijn auto. Ik loop een rondje… Die loopt weer. Die rijdt weer…Ik kom terug lopen…Ik heb hem gemist…
(…)
[naam 2] : Ik loop terug, maar hij is weg
[verdachte] : Nee man…Nee man…Shit…Nee man.
00:30:38 uur: geluid te horen dat overeenkomt met het doorladen/ontladen van een vuurwapen
Harde rijgeluiden
(…)
00:54 uur:
[naam 2] : Wat zal deze man zeggen?
[verdachte] : Ja wat gaat hij zeggen? Hij gaat niets zeggen. Ntv de waarheid.
[naam 2] : Maar we hebben hem wel gemist.
01:02 uur:
(…)
[naam 2] : Wat moet ik hem zeggen?! Jij moet je niet druk maken
[verdachte] : Ntv niet druk? Ik ben met jou! Dus wij zijn samen
[naam 2] : Maar hij stelt. Ik ben de doener! Snap je? (…) Jij moet alleen zitten.
[verdachte] : Als jij gaat zeggen: “Ik ben hem misgelopen…Hij gaat kanker para op jou worden! (…)
Ik weet niet wat je hem kan zeggen dat het goed maakt.
[naam 2] : (…) Niks maakt het goed. Maar iets dat kan compenseren.
[verdachte] : Niks! Zo laat niks! Als het eerder was. Rond 21:00 uur of 22:00 uur..Of 20:00 uur.. Dan kon je nog. Begrijp je? Maar niet fucking 01:00 uur gab. Wat wil je nu gaan vertellen? Dat je niet bent gegaan?
01:32 uur: Het lijkt erop dat [verdachte] gebeld wordt.
(…)
[verdachte] : Die man ehhh…is voor niets “in die feest gaan staan”. (…) Die man gaat in die feest staan voor drie uurtjes a vier uurtjes lang. Begrijp je?
N: Ja
[verdachte] : In die feest. Vanaf ehm 7, 7 uur waren we in die feest tot 12. Ehh tot half 1! Begrijp je? (…) De jarige job was tot half 1. Die jarige job is niet gefeliciteerd man!
De stem van de N-man wordt door verbalisanten herkend als de stem van [naam] .13
Op 3 oktober 2016 om 16:39 uur verlaat [verdachte] – blijkens camerabeelden – zijn woning. Uit de plaatsbepalingsapparatuur in de Suzuki is te zien dat de Suzuki om 16:53 uur uit Haarlem vertrekt. Uit camerabeelden van een tankstation blijkt dat de Suzuki door [verdachte] wordt bestuurd. Om 17:48 uur staat de Suzuki op de [straat] te Amsterdam, zijnde een straat tegenover de straat waar [medeverdachte] woonachtig is. Om 17:50 uur maakt de telefoon van [verdachte] gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van dezelfde cell-ID als waarvan de telefoon van [medeverdachte] om 17:56 gebruik maakt. Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt vervolgens dat een NNman om 18:10:46 in de Suzuki stapt. De stem van de NNman is herkend als de stem van [medeverdachte] . Uit het OVC-gesprek in de Suzuki blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte] vanaf 18:24:40 uur het volgende met elkaar bespreken:
18:24:40 uur:
[verdachte] : Voor mij maakt het niet uit. Begrijp je. Ntv. Bij je taak houden. (…) Niet meer praten over switchen, begrijp je.
18:29 uur:
[verdachte] : Je moet bewijzen.
[medeverdachte] : Daarom, vandaag gaan we het bewijzen toch?
Omstreeks 18:55 uur rijdt de Suzuki Heemskerk binnen. Gedurende anderhalf uur bevindt de Suzuki zich op de parkeerplaats van voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] . In het OVC-gesprek is te horen dat [medeverdachte] en [verdachte] onder meer het volgende met elkaar bespreken:
[medeverdachte] : Waar wordt overgestapt?
(…)
[verdachte] : Maar ik ken alleen deze weg.
[verdachte] : Ja maakt niet uit. Gewoon weg zijn. Zelfde toch?
[medeverdachte] : Hier moet je lang door ntv zo. Lang en dan lopen.
(…)
[medeverdachte] : Dat was het plan toch? Toen we die dinges hadden, ntv. Daarom. Afgebroken toch.
[medeverdachte] : Hoe zou jij gaan? …ntv improviseren?
(…)
[medeverdachte] : Gewoon….ntv en dan gelijk “boem”.
19:02:11 uur:
[medeverdachte] : Maar de voorkant is snelst om naar snelweg komt
(…)
[verdachte] : naar buiten. Ntv. Onopvallend..ntv..en dan..Dat je op de weg als een gek gaat rijden of zo.
[verdachte] : Dat je hem echt vanaf die parkeerplek…ntv..die auto gaat rijden, begrijp je.
[verdachte] : (…) Liever voor de deur na de training.
[medeverdachte] : Later is niets toch?
[verdachte] : Later ntv die man is ook ntv..ntv..Eén ding is pas ehm kwart over 10 klaar. Ntv. Training/of/2, 3 keer …De dagen daarvoor. Ntv. Kijken kijken kijken. Ttv. Zag ik hem ntv. Dit terrein ntv. En die auto..je weet toch?
[medeverdachte] : Gewoon afwachten
(…)
[medeverdachte] : Hij gaat niet meer vandaag komen
[verdachte] : Ik heb geen zin om elke keer te komen. Ik ben ntv…8 keer of zo.
(…)
[verdachte] : Als hij nu zou komen. Zou lekker zijn!
[medeverdachte] : Ik hoop het. Anders kunnen we morgen weer.
(…)
[verdachte] : Hij kan nu anytime komen. Nu gaat de eerste training. Als hij vandaag komt. Dan ehh…
[verdachte] : Als hij vandaag komt. Afgelopen keer was hij er niet.
[medeverdachte] : Heel de week niet of alleen die dag?
[verdachte] : Hij was er maandag niet, woensdag niet. Wel op donderdag.
(…)
[medeverdachte] : Ntv parkeert altijd op dezelfde plek hoor. Deze man parkeert altijd daar!
[verdachte] : Ja?
[medeverdachte] : …ntv…is een oude man
[verdachte] : is zijn plekkie toch?
De telefoon van [verdachte] maakt om 20:23 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] . Omstreeks 20:27 uur is de Suzuki uit Heemskerk vertrokken. De telefoon van [medeverdachte] maakt om 20:30 uur gebruik van een cell-ID in de directe omgeving van waar de Suzuki op dat moment rijdt.14
Op 6 oktober 2016 is [verdachte] onder observatie genomen naar aanleiding van TCI info.
Door de leden van het observatieteam wordt gezien dat [verdachte] omstreeks 17:50 uur als bestuurder in een Suzuki rijdt met kentekennummer [kenteken] . Omstreeks 17:52 uur stapt een man bij [verdachte] in de auto. Deze man blijkt later bij de aanhouding [medeverdachte] te zijn.
Zij rijden vervolgens rechtstreeks naar het parkeerterrein van de voetbalvereniging [naam voetbalvereniging] in Heemskerk. [verdachte] en [medeverdachte] zijn op dat parkeerterrein vervolgens omstreeks 18:40 uur aangehouden.1516
[medeverdachte] droeg op dat moment meerdere lagen kleding, te weten een wit onderhemd, een zwart T-shirt, een zwarte trui en een zwart vest met capuchon, een korte zwarte joggingbroek met daaroverheen twee lange zwarte joggingbroeken.17
In de Suzuki werd achter de bestuurdersstoel - op de vloer, in een sok - een vuurwapen aangetroffen.18 Nader onderzoek bleek dat het een vuurwapen betreft in de zin van artikel 2, lid 1, categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen van het merk Smith & Wesson, model 5906TSW, kaliber 9x19 mm. Het vuurwapen was half geladen. Door enkel de slede naar achteren en weer naar voren te bewegen, word een patroon uit het patroonmagazijn aangevoerd en is het vuurwapen voor onmiddellijk gebruik gereed. Het vuurwapen was voorzien van veertien ‘hollow point patronen’, zijnde patronen die bestemd zijn voor een grotere energieoverdracht op het doelwit waardoor een groter stoppende en/of vernietigende werking zal optreden. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 2, lid 2, categorie II van de Wet wapens en munitie.19
Op 4 november 2016 zijn de verdachten [naam] en [naam 2] in een ander onderzoek aangehouden. Voorafgaand aan hun aanhouding werd gezien dat beiden reden in een Toyota Aygo met kenteken [kenteken] .20 Deze auto is op 4 november 2016 in beslaggenomen. Bij de doorzoeking van de Toyota werd de autosleutel van de op 24 september 2016 in beslaggenomen BMW aangetroffen. Met deze sleutel bleek het mogelijk te zijn om de motor van de BMW te starten. 2122
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het standpunt van de raadsman dat de stemherkenningen in de OVC-gesprekken onbetrouwbaar zijn en van het bewijs dienen te worden uitgesloten, overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank constateert met de raadsman dat de stemherkenningen bij de voormelde OVC-gesprekken niet onderbouwd zijn. Echter, op basis van de andere onderzoeksbevindingen, zoals observaties en telefoongegevens, is naar het oordeel van de rechtbank telkens voldoende komen vast te staan dat de personen van wie de stemmen in bepaalde gesprekken werden herkend op het moment van die gesprekken ook daadwerkelijk in de desbetreffende auto zaten.
Medeplegen van het voorbereiden van een liquidatie
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat kan worden bewezen dat de verdachte opzettelijk voorwerpen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, voorhanden heeft gehad. Bewezen zal dus moeten worden dat de voorwerpen die de verdachte en zijn medeverdachten bij zich hadden, bestemd zijn tot het begaan van een dergelijk misdrijf. Volgens vaste jurisprudentie is daarbij van belang dat de voorwerpen afzonderlijk dan wel gezamenlijk naar de uiterlijke verschijningsvorm dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte voor ogen stond. De voorwerpen dienen in hun gezamenlijkheid en naar hun uiterlijke verschijningsvorm te worden beoordeeld, waarbij ook niet geabstraheerd mag worden van het doel dat de verdachte met deze voorwerpen voor ogen had. Bij oordelen aangaande het bewijs van dat doel spelen in beginsel alle feiten en omstandigheden een rol.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van alle feiten en omstandigheden in voldoende mate is komen vast te staan dat [medeverdachte] en [verdachte] zich tezamen met anderen, in de periode van
13 september 2016 tot en met 6 oktober 2016, ter uitvoering van een gezamenlijk plan, meermalen en in wisselende samenstelling, op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] hebben begeven. Uit de gereden routes alsmede de inhoud van de OVC-gesprekken kan worden afgeleid dat zij daarbij de omgeving aan het verkennen waren en op zoek waren naar mogelijke vluchtroutes. Hoewel verdachten daartoe diverse malen zijn uitgenodigd, hebben zij niet willen verklaren over de reden van hun aanwezigheid op en in de omgeving van [naam voetbalvereniging] . Nu ook overigens niet is gebleken dat hun aanwezigheid daar een legitieme reden had, dient naar het oordeel van de rechtbank op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden te worden geconcludeerd dat de aanwezigheid van verdachten in de periode van 20 september 2016 tot en met 6 oktober 2016 op en in de omgeving van het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] niet door andere dan criminele motieven kan worden verklaard.
Voorts blijkt uit de opgenomen OVC-gesprekken duidelijk dat zij op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] een specifiek persoon aan het observeren waren. Op 29 en 30 september 2016 waren [verdachte] en [naam 2] op deze persoon aan het wachten. Als zij deze persoon uiteindelijk hebben gemist, wordt door [verdachte] telefonisch aan een derde persoon, vermoedelijk [naam] , teruggekoppeld dat “ze de hele avond op het feest zijn geweest, dat de jarige job er was, dat hij rond half 1 ’s nachts vertrok en dat ze hem toen niet hebben kunnen feliciteren”. Door [verdachte] en [medeverdachte] wordt vervolgens op 3 oktober 2016 opnieuw op de betreffende persoon gewacht. Als [medeverdachte] het vermoeden uitspreekt dat deze persoon niet meer komt, zegt hij dat ze anders morgen weer kunnen.
Alles wijst er vervolgens op dat het de bedoeling was om deze persoon te liquideren. In het bijzonder kunnen de OVC-gesprekken tussen [verdachte] en [naam 2] op 29 en 30 september 2016 en tussen [verdachte] en [medeverdachte] op 3 oktober 2016 niet anders worden geïnterpreteerd dan dat zij op een persoon, die nauw betrokken is bij [naam voetbalvereniging] , aan het wachten waren en dat het de bedoeling was dat deze persoon zou worden geliquideerd. Daarbij lag steeds één van hen in de bosjes bij het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] en werd besproken dat zij niet gezien mochten worden en geen DNA mochten achterlaten. Dat verdachten geen andere bedoeling hadden dan die persoon te liquideren wordt in sterke mate ondersteund door het door [naam] en [verdachte] gevoerde OVC-gesprek op 26 september 2016, waarin [naam] – terwijl zij bij [naam voetbalvereniging] zijn – zijn frustraties uit dat hij alles moet doen en dan zegt: “Ik doe alles. Ik rij. Ik schiet, ik doe alles”.
Het voorhanden hebben van de aangetroffen voorwerpen
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of [medeverdachte] en [verdachte] de in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen, te weten een vuurwapen en munitie, de BMW met vals kenteken, de in de BMW aangetroffen flessen gevuld met benzine alsmede de lagen zwarte kleding die [medeverdachte] ten tijde van zijn aanhouding droeg, ter voorbereiding van de liquidatie voorhanden hebben gehad. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Op het moment dat [medeverdachte] en [verdachte] op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] werden aangehouden, werd in de Suzuki die door [verdachte] werd gebruikt, een vuurwapen met hollow point patronen aangetroffen. Gelet op de hiervoor besproken nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte] , [naam] en [naam 2] bij de uitvoering van hun gezamenlijke plan om een specifiek persoon te liquideren, is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [medeverdachte] en [verdachte] het vuurwapen ter uitvoering van hun plan op 6 oktober 2016 voorhanden hebben gehad. Blijkens de OVC-gesprekken op 26 en 29 september en 3 oktober 2016, kan het niet anders dan dat verdachten op 6 oktober 2016 op het parkeerterrein van [naam voetbalvereniging] aanwezig waren om hun voornemen uit te voeren en het vuurwapen met dat doel in de auto aanwezig hadden.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de op
24 september 2016 op de [straat] aangetroffen en inbeslaggenomen BMW met daarin petflessen met benzine, in het kader van de voorbereiding van de liquidatieplannen van verdachten in de directe omgeving van [naam voetbalvereniging] is neergezet. Niet alleen is gebleken dat [medeverdachte] en [naam] op 20 september 2016 in de [straat] zijn geweest maar ook is de autosleutel van de BMW op 4 november 2016 in de Toyota aangetroffen waar [naam] en [naam 2] voorafgaand aan hun aanhouding in reden. Dit betreft tevens de Toyota waar [medeverdachte] op 20 september 2016 blijkens observaties in heeft gezeten en die op dat moment bij en in de nabije omgeving van [naam voetbalvereniging] was. Uit een OVC-gesprek blijkt bovendien dat [naam] en [verdachte] op 26 september 2016 - zijnde twee dagen nadat de BMW in beslag is genomen – met elkaar bespreken dat ‘die waggie weg is’. Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat de BMW had moeten dienen als vluchtauto. De rechtbank neemt daarbij in overweging dat het een feit van algemene bekendheid is dat bij liquidaties vaak gebruik wordt gemaakt van een gestolen auto met valse kentekenplaten, die na de vlucht, in brand wordt gestoken. Gelet op de nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte] , [verdachte] , [naam] en [naam 2] , in de voorbereiding van het begaan van een moord, is naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate komen vast te staan dat zij de BMW met daarin petflessen met benzine tot 24 september 2016 om 14:00 uur voorhanden hebben gehad.
Bestemd tot het begaan van het misdrijf
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of deze voorwerpen, al dan niet in combinatie met elkaar, kennelijk bestemd zijn tot het begaan van moord. De rechtbank
beantwoordt deze vraag – met uitzondering van de kleding die [medeverdachte] droeg op het moment dat hij werd aangehouden - bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
Dat een vuurwapen geschikt is om een moord mee te plegen spreekt voor zich. Daar komt bij dat de hollow point patronen speciaal ontwikkeld zijn om extra veel schade toe te brengen aan een potentieel slachtoffer.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de BMW geschikt was om als vluchtauto te dienen, nu de BMW was voorzien van een gestolen kentekenplaat en in de kofferbak petflessen met benzine lagen. Deze petflessen met benzine zijn geschikt om de BMW na de vlucht in brand te steken, teneinde sporen uit te wissen.
Verdachte is met alle onderzoeksresultaten geconfronteerd en heeft meermalen de gelegenheid gehad een verklaring daaromtrent te geven. Verdachte heeft zich echter op zijn zwijgrecht beroepen.
Alles overwegende, in onderling verband en samenhang bezien, en bij gebrek aan een verklaring van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat op basis van alle feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereiding van moord in vereniging. De in de tenlastelegging opgenomen voorwerpen waren daarbij bestemd tot het begaan van de moord. Dat er achteraf weliswaar een vermoeden is gerezen wie het beoogde slachtoffer was, maar dat dit niet met zekerheid kan worden vastgesteld, staat aan een bewezenverklaring van voorbereiding van moord niet in de weg. Het is voor een bewezenverklaring immers voldoende dat het voor verdachten duidelijk was wie het beoogde slachtoffer was. Het verweer hieromtrent wordt dus verworpen.
Ten aanzien van de meerdere lagen zwarte kleding die [medeverdachte] ten tijde van zijn aanhouding droeg, overweegt de rechtbank dat op basis van het dossier niet is komen vast te staan dat dit onderdeel was van het gezamenlijk plan en het resultaat was van onderling overleg. [verdachte] zal van dat onderdeel van de tenlastelegging dan ook worden vrijgesproken.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat het plan van verdachten (tevens) afpersing dan wel diefstal met geweld dan wel brandstichting omvatte, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Zoals reeds hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat verdachte, samen met anderen, de gestolen BMW voorhanden heeft gehad en dat de BMW bedoeld was om bij de geplande liquidatie als vluchtauto te gebruiken. De BMW was aan de achterkant voorzien van een scheef geplakte valse kentekenplaat waarvan de bedoeling niet anders kan zijn dan de herkomst van de auto te verhullen. De voorzijde van de BMW was niet voorzien van een kentekenplaat. Onder deze omstandigheden, kan het naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet anders zijn, dan dat verdachte, samen met anderen, ten tijde van het voorhanden krijgen van de BMW wist dat deze van misdrijf afkomstig was.
De rechtbank acht dan ook de onder 3 ten laste gelegde opzetheling van de BMW wettig en overtuigend bewezen.