2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 12 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 1]
heeft gedwongen tot het dulden van (een) ontuchtige handeling(en), bestaande
uit het aanraken van de bil(len) en/of de borsten van die [naam 1]
, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
naast/achter die [naam 1] gaan fietsen en het vervolgens plotseling
en onverhoeds (meermalen) op de billen slaan en/of het aanraken van
de borsten van die [naam 1] ;
hij op of omstreeks 12 mei 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 2] heeft gedwongen
tot het dulden van (een) ontuchtige handeling(en), bestaande uit het aanraken
van de bil(len) van die [naam 2] , en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) uit het naast/achter die [naam 2] gaan fietsen en het
vervolgens plotseling en onverhoeds (meermalen) op de billen slaan van die
[naam 2] ;
hij op of omstreeks 28 augustus 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam 3] heeft
gedwongen tot het dulden van (een) ontuchtige handeling(en), bestaande uit
het aanraken van de bil(len) van die [naam 3] , en bestaande dat geweld
of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het naast/achter die [naam 3] gaan
fietsen en het vervolgens plotseling en onverhoeds op de billen slaan van die
[naam 3] ;
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de aan dit vonnis als bijlage I gehechte en daarvan deel uitmakende bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit
op 12 mei 2016 te Amsterdam, door feitelijkheden [naam 1]
heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het aanraken van de billen en bestaande die feitelijkheden uit het naast/achter die [naam 1] gaan fietsen en het vervolgens plotseling en onverhoeds meermalen op de bil slaan van die [naam 1] ;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit
op 12 mei 2016 te Amsterdam door feitelijkheden [naam 2] heeft gedwongen
tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het aanraken van de billen van die [naam 2] en bestaande die feitelijkheden uit het naast/achter die [naam 2] gaan fietsen en het
vervolgens plotseling en onverhoeds meermalen op de billen slaan van die
[naam 2] ;
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit
op 28 augustus 2016 te Amsterdam door een feitelijkheid [naam 3] heeft
gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, bestaande uit het aanraken van de bil van die [naam 3] , en bestaande die feitelijkheid uit het naast/achter die [naam 3] gaan fietsen en het vervolgens plotseling en onverhoeds op de bil slaan van die
[naam 3] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte de in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van de in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B bewezenverklaarde feiten
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 150 (honderdvijftig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
75 (vijfenzeventig) dagenmet bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Veroordeelt verdachte tevens tot een gevangenisstraf van 2 (twee) weken.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
4. Veroordeelde zal zich binnen 3 werkdagen na de uitspraak melden bij Reclassering Nederland, gevestigd op de Wibautstraat 12 te Amsterdam, en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden zolang en zo frequent de reclassering dat noodzakelijk acht;
5. Veroordeelde wordt gedurende de proeftijd verplicht om mee te werken aan een behandeling bij de instelling voor ambulante forensische psychiatrie De Waag of een soortgelijke door de reclassering aan te wijzen instelling op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, zolang deze instelling en/of de reclassering dit noodzakelijk acht;
Geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Vordering tot tenuitvoerlegging
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van 13 augustus 2015 met parketnummer 13/104517-15, namelijk tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
25 (vijfentwintig uren)met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 12 (twaalf) dagen.
Vordering tot tenuitvoerlegging
De rechtbank verlengt de bij vonnis van 8 februari 2016 in de zaak met parketnummer 13/078743-15 bepaalde proeftijd met één (1) jaar.
Heft op het in zaak B geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 augustus 2017.