1 Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 augustus 2017.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, ter terechtzitting van 10 augustus 2017, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. R.A. Kloos, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.M.T. Wezel, naar voren hebben gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 10 november 2016 – ten laste gelegd dat:
zaak A:
1.
primair.
hij op of omstreeks 02 oktober 2075 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje van het leven te beroven, met dat opzet
- met een jerrycan bevattende benzine en/of winter screenwash/antivries, althans een brandbare en/of vluchtige stof, en/of met een aansteker zich naar voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje heeft begeven en/of
- waarna hij, verdachte aan het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/ meisje heeft getrokken en/of tegen het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje heeft geduwd en/of (zodoende) getracht voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje naar de grond te trekken en/of te duwen
en/of
- met zijn hand(en) de keel/hals van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden,
en verdachte aldus heeft getracht het lichaam en/of de kleding van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje te overgieten met benzine en/of winter screenwash/antivries, althans een brandbare en/of vluchtige stof, en/of vervolgens een aansteker, in elk geval open vuur, in aanraking te brengen met het lichaam en/of de kleding van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje;
subsidiar:
hij op of omstreeks 02 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met een jerrycan bevattende benzine en/of winter screenwash/antivries, althans een brandbare en/of vluchtige stof, en/of met een aansteker zich naar voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje heeft begeven
en/of
- waarna hij, verdachte aan het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje heeft getrokken en/of tegen het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje heeft geduwd en/of (zodoende) getracht voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje naar de grond te trekken en/of te duwen
en/of
- met zijn hand(en) de keel/hals van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden,
en verdachte aldus heeft getracht het lichaam en/of de kleding van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje te overgieten met benzine en/of winter screenwash/antivries, althans een brandbare en/of vluchtige stof, en/of vervolgens een aansteker, in elk geval open vuur, in aanraking te brengen met het lichaam en/of de kleding van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje;
2.
hij op of omstreeks 02 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- met een jerrycan bevattende benzine en/of winter screenwash/antivries, althans een brandbare en/of vluchtige stof, en/of met een aansteker zich naar voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje begeven
en/of
- éénmaal of meermalen aan het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje getrokken en/of éénmaal of meermalen tegen het lichaam van voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje geduwd en/of (zodoende) getracht voornoemd(e) nog onbekend gebleven vrouw/meisje naar de grond te trekken en/of te duwen
en/of
- met zijn hand(en) de keel/hals van voornoemd(e) (nog) onbekend gebleven vrouw/meisje vastgepakt en/of vastgepakt gehouden;
3.
hij op of omstreeks 75 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een minderjarige, te weten [minderjarige] (geboren [geboortedatum] ), heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag en/of aan het opzicht van degene(n)/de instelling die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende (n), te weten (behandelcentrum [behandelcentrum] ) [behandelcentrum] en/of de ouders van voornoemde [minderjarige] ,
immers heeft verdachte opzettelijk zonder toestemming en/of zonder medeweten van (behandelcentrum [behandelcentrum] ) [behandelcentrum] en/of de ouders van voornoemde [minderjarige] ,
- voornoemde [minderjarige] in zijn woning en/of winkel ( [adres] ) ondergebracht en/of aan voornoemde [minderjarige] zijn winkel en/of woning ( [adres] ) ter beschikking gesteld
en/of
- voornoemde [minderjarige] verscholen onder een grote hoeveelheid kledingstukken en/of aan voornoemde [minderjarige] een grote hoeveelheid kledingstukken ter beschikking gesteld waarna en/of waardoor voornoemde [minderjarige] zich onder voornoemde kledingstukken heeft verscholen;
zaak B:
primair:
hij op of omstreeks 19 april 2015 te Amsterdam in elk geval in Nederland, opzettelijk (een) als echt(e) en onvervalst(e) bankbiljet(ten) heeft uitgegeven (een) bankbiljet(ten) van 20 euro, dat/die verdachte zelf heeft nagemaakt en/of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte, toen hij dat/die bankbiljet(ten) ontving, bekend was;
subsidiair:
hij op of omstreeks 19 april 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk (een) vals(e) of vervalst(e) bankbiljet(ten) van 20 euro heeft uitgegeven.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde:
op 2 oktober 2015 te Amsterdam een meisje heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- met een jerrycan bevattende benzine en met een aansteker zich naar voornoemd meisje begeven, en
- aan het lichaam van voornoemd meisje getrokken en meermalen tegen het lichaam van voornoemd meisje geduwd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak A onder 1 primair en subsidiair en 3 en het in zaak B primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- jerrycan (5056814)
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.F. de Lemos Benvindo, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en M.T.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Hoogh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 augustus 2017.