RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/650372-17 (Promis)
Datum uitspraak: 9 maart 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboortegegevens] 1994,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1] , gedetineerd in het [adres 2] .
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
ten aanzien van feit 1 primair:
medeplegen van poging tot moord dan wel doodslag op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 18 juni 2017 te Amsterdam. Ten aanzien van [slachtoffer 1] door hem te omsingelen, te slaan (met een steen), hem naar de grond te trekken, te schoppen en op hem te springen, waardoor hij bewusteloos is geraakt en twee tanden moet missen. Ten aanzien van [slachtoffer 2] door hem vast te pakken, te slaan, op de grond te gooien en hem daar vastgedrukt houden, hem (tegen het gelaat) te schoppen en hem, toen hij zich trachtte op te richten, vol in het gezicht te trappen, waardoor [slachtoffer 2] bewusteloos is geraakt, een gescheurde lip en tandletsel heeft opgelopen;
ten aanzien van feit 1 subsidiair:
medeplegen van zware mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 18 juni 2017 te Amsterdam door voornoemde handelingen te plegen;
ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 18 juni 2017 te Amsterdam door voornoemde handelingen te plegen;
ten aanzien van feit 2:
openlijke geweldpleging op 18 juni 2017 op de Dam, het Damrak en het Beursplein te Amsterdam door voornoemde handelingen te plegen.
De letterlijke tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
op 18 juni 2017 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die [slachtoffer 2] tegen het hoofd heeft geslagen en gestompt en
- die [slachtoffer 2] van achteren heeft vastgepakt en
- vervolgens die [slachtoffer 2] heeft geslagen en gestompt en
- die [slachtoffer 2] met kracht op de grond heeft gegooid en
- vervolgens die [slachtoffer 2] tegen de grond gedrukt heeft gehouden en
- terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en tegen de grond gedrukt werd gehouden die [slachtoffer 2] meermalen met geschoeide voet tegen het gelaat heeft geschopt en getrapt en tegen het gelaat heeft geslagen en gestompt en
- omhoog zijn gesprongen en met kracht in de richting van die [slachtoffer 2] hebben getrapt
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van feit 2:
op 18 juni 2017 te Amsterdam met anderen, op de openbare weg, Damrak, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit het
- lopen naar die [slachtoffer 2] en
- tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] slaan en
- van achteren vastpakken van die [slachtoffer 2] en
- vervolgens slaan van die [slachtoffer 2] en
- met kracht op de grond gooien van die [slachtoffer 2] en
- vervolgens tegen de grond gedrukt houden van die [slachtoffer 2] en
- meermalen met geschoeide voet tegen het gelaat van die [slachtoffer 2] schoppen en tegen het gelaat van die [slachtoffer 2] stompen terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en tegen de grond gedrukt werd gehouden
- omhoog springen en met kracht in de richting van die [slachtoffer 2] trappen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling;
ten aanzien van feit 2:
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van [slachtoffer 2], wonende te [woonplaats] , toe tot € 1.750,00 (zeventienhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] , € 1.750,00 (zeventienhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 27 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.F. de Lemos Benvindo, voorzitter,
mrs. O.P.M. Fruytier en N. Saanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.H. Limburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 maart 2018.