9 Beslissing
Verklaart de onder primair ten laste gelegde poging tot moord niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder primair ten laste gelegde poging tot doodslag heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast voorts dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
Stelt als algemene voorwaarden dat:
1. de veroordeelde zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
-
veroordeelde zich dient te houden aan de meldplicht;
-
veroordeelde wordt verplicht om zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen in FPK Assen-GGZ Drenthe of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van de Divisie Individuele Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven;
-
na afloop van de intramurale behandeling veroordeelde meewerkt aan het voorgeschreven ambulante c.q. intramurale nazorgtraject, ook als dat een kortdurende time-out plaatsing van maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht inhoudt. Deze time-outplaatsing vindt plaats bij FPK Assen-GGZ Drenthe of een soortgelijke instelling;
-
veroordeelde zich op het gebied van drug- en alcoholgebruik dient te houden aan de aanwijzingen en richtlijnen van de behandelaars van de kliniek en de reclassering, ook ingeval dit inhoudt volledige abstinentie. De controle op de naleving van deze voorwaarde zal ondersteund worden door middel van urineonderzoek en/of blaastesten;
-
veroordeelde indien geïndiceerd, de voorgeschreven medicatie inneemt, zolang als zijn behandelaars nodig achten;
-
veroordeelde zich gedurende de opname in FPK Assen-GGZ Drenthe of een soortgelijke instelling houdt aan de huisregels van de kliniek en de behandelafdeling;
-
veroordeelde zich houdt aan het afgesproken vrijhedenbeleid dat door de kliniek en de reclassering met hem afgesproken wordt;
-
veroordeelde zich houdt aan de verlofafspraken buiten de kliniek die in overleg met de kliniek en de reclassering gemaakt worden;
-
veroordeelde zich begeleidbaar en controleerbaar opstelt en toestemming geeft aan de reclassering om met alle personen en instellingen die van belang zijn voor de controle op de naleving van de voorwaarden, contact te kunnen opnemen en informatie te mogen uitwisselen;
-
veroordeelde meewerkt aan het vinden van passend werk dan wel een zinvolle dagbesteding waarbij rekening gehouden wordt met zijn draagkracht- en last;
-
veroordeelde inzage geeft in zijn financiën en indien nodig wordt er bewindvoering of budgetbeheer gestart;
-
veroordeelde openheid geeft over zijn sociale netwerk en relaties;
-
veroordeelde meewerkt aan het vinden van geschikte huisvesting, ook als dit plaatsing in een beschermde dan wel begeleide woonvorm betekent;
-
veroordeelde zich niet zonder toestemming van de reclassering en het Openbaar Ministerie buiten de landsgrenzen van Nederland begeeft. Betrokkene overlegt hierover vooraf met de reclassering en het Openbaar Ministerie (OM) beslist;
-
Contactverbod.
Veroordeelde mag geen contact op (laten) nemen met het slachtoffer in onderhavige strafzaak. Dit contactverbod wordt gecontroleerd door de politie.
Geeft opdracht aan Reclassering Nederland de terbeschikkinggestelde bij de naleving van die aanwijzingen hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat de op grond van artikel 38, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 38, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- één computer, Samsung, 5298642, tablet;
- één zaktelefoon, Zanco Bee, 5298645;
- één zaktelefoon, Samsung, 5298649;
- één zaktelefoon, Samsung, 5298656;
- één simkaart van telefoon Lebara, 5298658.
Vordering benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot € 8.357,85 (achtduizenddriehonderd zevenenvijftig euro en vijfentachtig cent), bestaande uit € 857,85 (achthonderdzevenenvijftig euro en vijfentachtig cent) aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van de uitspraak van dit vonnis (7 juni 2018) tot aan de dag van de algehele voldoeding, en € 7.500,00 (zevenduizendvijfhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 november 2016) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 8.357,85 (achtduizenddriehonderdzevenenvijftig euro en vijfentachtig cent), bestaande uit € 857,85 (achthonderdzevenenvijftig euro en vijfentachtig cent) aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van de uitspraak van dit vonnis (7 juni 2018) tot aan de dag van de algehele voldoeding, en € 7.500,00 (zevenduizendvijfhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 november 2016) tot aan de dag van de algehele voldoening, te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 76 (zesenzeventig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan één van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.H. van Benthem, voorzitter,
mrs. S.P. Pompe en M.M. Helmers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.N. van Rappard, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 juni 2018.