5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3.1 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 24 september 2015 tot en met 26 september 2015 in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 850,- ,toebehorende aan [naam 1] waarbij hij, verdachte, die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een bankpas met bijhorende pincode);
op 19 oktober 2015 te Almere met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag van circa Euro 100,-, toebehorende aan [naam 2] , waarbij hij, verdachte, dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een bankpas met bijhorende pincode);
in de periode van 28 oktober 2015 tot en met 30 oktober 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
[naam bedrijf] heeft bewogen tot de afgifte van een Rabobankpas (met bijbehorende pincode)
[naam B.V.] heeft bewogen tot de afgifte van een Rabobankpas (met bijbehorende pincode),
hebben verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid
aan [naam bedrijf] en [naam B.V.] een e-mail uit naam van de Rabobank verstuurd inzake de aanvraag van een nieuwe, beter beveiligde bankpas en daarbij gevraagd om de pincode van de huidige bankpas te verstrekken en gevraagd de huidige bankpas via de post op te sturen naar een adres in Amsterdam, waardoor [naam bedrijf] en [naam B.V.] werden bewogen tot bovenomschreven aangiften;
op 1 november 2015 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 4.500,-, toebehorende aan [naam bedrijf] en een geldbedrag van Euro 1.230,-, toebehorende aan [naam B.V.] , waarbij hij, verdachte en zijn mededader, die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels (te weten bankpassen met bijhorende pincodes);
op 23 oktober 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels
[naam 3] heeft bewogen tot de afgifte van een Rabobankpas (met bijbehorende pincode),
hebben verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid
aan die [naam 3] een e-mail uit naam van de Rabobank verstuurd inzake de aanvraag van een nieuwe bankpas en daarbij gevraagd om gegevens met betrekking tot de huidige bankpas in te vullen en gevraagd de huidige bankpas via de post op te sturen naar een adres in Amstelveen, waardoor [naam 3] werd bewogen tot bovenomschreven aangifte;
op 27 oktober 2015 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van circa Euro 5.970,-, toebehorende aan [naam 3] , waarbij hij, verdachte en zijn mededader, die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een bankpas met bijhorende pincode);
in de maand oktober 2015 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
[naam 4] heeft bewogen tot de afgifte van een ANWB Visa Card (met bijbehorende pincode),
hebben verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid
aan [naam 4] een e-mail uit naam van International Card Services verstuurd inzake de aanvraag van een nieuwe, beter beveiligde creditcard en gevraagd de huidige creditcard via de post op te sturen naar een adres in Hilversum,
waardoor [naam 4] werd bewogen tot bovenomschreven aangifte;
op 5 november 2015 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag van Euro 920,-, toebehorende aan [naam 4] , waarbij hij, verdachte en zijn mededader dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een creditcard);
Artikelen 311 / 47 Wetboek van Strafrecht
in de periode van 27 november 2012 tot en met 28 januari 2016 in Nederland van voorwerpen,
te weten geldbedragen van
Euro 200,- (de betaalde aankoopprijs van een muts van het merk Louis Vuitton Bonnet petit dam. Marron)
en
Euro 915,- (de betaalde aankoopprijs van een schoudertas van het merk Louis Vuitton Brooklyn MM Damier)
en
Euro 595,- (de betaalde aankoopprijs van een handtas van het merk Louis Vuitton Neverfull NM GM Damier)
en
Euro 1.750,- (de betaalde aankoopprijs van een handtas van het merk Louis Vuitton Neo Eole 55 Damier Graph)
en
Euro 1.660,- (de betaalde aankoopprijs van een rugtas van het merk Louis Vuitton Michael Dam. Graphite)
en
Euro 905,- (de betaalde aankoopprijs van een handtas van het merk Louis Vuitton Neverfull NM GM Damier)
en
Euro 6.150,- (de betaalde aankoopprijs van een horloge van het merk Rolex Submariner)
en
Euro 14.000,- (de betaalde aankoopprijs van twee horloges van het merk Rolex GMT-Master II)
en
Euro 1.456,- (de totaal opgewaardeerde waarde van een Paysafe Mastercard)
en
Euro 1.086,- (via Western Union overgemaakt naar Engeland)
een muts (Louis Vuitton Bonnet petit dam. Marron ter waarde van Euro 200,-)
en
een schoudertas (Louis Vuitton Brooklyn MM ter waarde van Euro 915,-)
en
drie handtassen (Louis Vuiton Neverfull NM GM Damier ter waarde van Euro 595,- en Louis Vuitton Neo Eole 55 Damier Graph ter waarde van Euro 1.750,- en Louis Vuitton Neverfull NM GM Damier ter waarde van Euro 905,-)
en
een rugtas (Louis Vuitton Michael Dam. Graphite ter waarde van Euro 1.660,-)
en
drie horloges (Rolex Submariner (2x) ter waarde van (samen) Euro 14.000,- en een Rolex GMT-Master II ter waarde van Euro 6.150,-),
voorhanden heeft gehad en heeft verworven en van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist dat die geldbedragen en voorwerpen geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, daarvan een gewoonte heeft gemaakt;
in de periode van 3 augustus 2016 tot en met 4 augustus 2016 in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geldautomaten heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 3.950,-, toebehorende aan [naam VOF] , waarbij hij, verdachte, die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een bankpas met bijhorende pincode);
op 19 augustus 2016 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 1.720,-, toebehorende aan [naam 5] , waarbij hij, verdachte, die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een creditcard met bijhorende pincode);
op 30 november 2016 te Uithoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een geldautomaat heeft weggenomen geldbedragen tot een totaalbedrag van Euro 4.000,-, toebehorende aan [naam 6] en [naam 7] , waarbij hij, verdachte, die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een bankpas met bijhorende pincode).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
13 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van zaak A, feit 1, 2, 10 en 11 en zaak B, feit 1
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
ten aanzien van zaak A, feit 4, 6 en 8
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
ten aanzien van zaak A ,feit 3, 5 en 7
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van zaak A, feit 9
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van [naam 1], woonachtig te [plaats] , toe tot € 990,00 (zegge: negenhonderdnegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 26 september 2015, tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 1] aan de Staat € 990,00 (zegge: negenhonderdnegentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat het strafbare feit is gepleegd, te weten 26 september 2015, te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 19 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Wijst de vordering van ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, toe tot € 100,00 (zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 16 november 2015.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan ABN AMRO Bank voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Wijst de vordering van [naam bedrijf], gevestigd te [plaats] , toe tot € 4.500,00 (zegge: vierduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 1 november 2015.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam bedrijf] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart [naam B.V.] . niet-ontvankelijk in haar vordering.
Wijst de vordering van Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Amsterdam, toe tot € 1.230,00 (zegge: duizend tweehonderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 20 januari 2016.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Coöperatieve Rabobank U.A. voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Wijst de vordering van [naam 3], woonachtig te [plaats] , toe tot € 4.450,00 (zegge: vierduizend vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 27 oktober 2015.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 3] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 3] , woonachtig te [plaats] , aan de Staat € 4.450,00 (zegge: vierduizend vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 27 oktober 2015 te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt de betalingsverplichting door hechtenis van 54 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Verklaart [naam 4] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Verklaart International Card Services B.V. niet-ontvankelijk in haar vordering.
Wijst de vordering van [naam VOF], gevestigd te [plaats] , toe tot € 3.950,00 (zegge: drieduizend negenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 4 augustus 2016.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam VOF] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Wijst de vordering van [naam 5], woonachtig te [plaats] , toe tot € 1.720,00 (zegge: duizend zevenhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 19 augustus 2016.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 5] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 5] , woonachtig te [plaats] , aan de Staat € 1.720,00 (zegge: duizend zevenhonderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 19 augustus 2016, te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt de betalingsverplichting door hechtenis van 27 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Verklaart [naam 6] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Verklaart verbeurd: de goederen met nummers 3, 4, 8, 12, 16, 17, 25, 30, 32, 35, 39, 48 en 49.
Gelast de teruggave aan verdachte van: de goederen met nummers 1, 2, 5, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 18 , 19, 20, 21, 22, 23, 24, 26, 27, 28, 29, 31, 33, 34, 36, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 50, 51, 52 en 53.
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 9 december 2014 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf van 2 (twee) weken.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. F.W. Pieters en J.M. Jongkind, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Groot, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 juni 2018.