4.3.1.
Algemene (bewijs)overwegingen
De tenlastegelegde (onjuiste) aangiften IB worden onder 4.3.2. behandeld. De rechtbank zal eerst duidelijk maken welke uitgangspunten zij bij de beoordeling van die aangiften hanteert. Het gaat om het volgende.
- Het doen van een onjuiste aangifte leidt tot te weinig belastingheffing
Bij het doen van de aangifte IB kan een particulier persoonsgebonden aftrekposten opgeven. Onder persoonsgebonden aftrekkosten vallen onder meer uitgaven voor specifieke zorgkosten. Niet alle zorgkosten mogen als aftrekpost worden opgegeven. Kosten die bijvoorbeeld door de zorgverzekeraar worden vergoed of die onder het eigen risico vallen mogen niet worden opgegeven aan de Belastingdienst.10 Het opgeven van aftrekposten leidt tot een verlaging van het belastbare inkomen en als er minder belastbaar inkomen is, hoeft er ook minder belasting betaald te worden. Indien de rechtbank in dit vonnis vaststelt dat ten onrechte zorgkosten als aftrekposten zijn opgegeven in een aangifte IB, stelt zij daarmee dus ook onmiddellijk vast dat die opgave ertoe strekte dat er te weinig belasting zou worden geheven.
- De zorgplicht van een professioneel dienstverlener
Verdachte heeft zichzelf altijd gepresenteerd als professional in de financiële dienstverlening. Nu verdachte al jarenlang belastingaangiften indient voor vele klanten en hij zich ook opwerpt als belastingadviseur, is de rechtbank van oordeel dat hij geacht moet worden bekend te zijn met de relevante regelgeving voor het doen van aangifte IB. Vanuit die hoedanigheid rust op verdachte een zorgplicht die ertoe strekt dat verdachte de nodige maatregelen neemt ter ondersteuning van de kwaliteit, juistheid en legitimiteit van zijn dienstverlening. Deze zorgplicht dient er uiteindelijk toe te leiden dat wordt gewaarborgd dat zijn cliënten kunnen vertrouwen op de dienstverlening van hem als professional. In deze zaak betekent deze zorgplicht dat verdachte een onderzoeksplicht heeft naar de juistheid van de in de aangifte opgegeven informatie. Die onderzoeksplicht houdt bij voorkeur in dat verdachte alle bewijsstukken controleert op juistheid, voordat die worden opgenomen in de aangifte IB. Weliswaar geldt ten aanzien van de onderbouwing van de zorgkosten de ‘vrije bewijsleer’, maar er moet wel enig bewijsstuk zijn. Indien uit het dossier blijkt dat de bewijsstukken aan verdachte zijn getoond of op z’n minst aangeboden, zal de rechtbank aannemen dat verdachte aan deze zorgplicht heeft voldaan. Indien uit het dossier blijkt dat de belastingplichtigen stellen specifieke kosten niet te hebben gemaakt, dan concludeert de rechtbank dat daarvoor ook geen bewijsstukken voorhanden zijn en dat die dus ook nooit aan verdachte zijn getoond of door hem zijn gecontroleerd. In dat geval heeft verdachte zijn professionele zorgplicht geschonden.
- Opzet
Er moet ook worden vastgesteld dat verdachte opzet had op het indienen van een onjuiste aangifte IB, door onjuiste bedragen als specifieke zorgkosten op te geven. Van opzet is al sprake indien verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een gevolg zou intreden. In dit geval zou het gevolg zijn dat een onjuiste aangifte IB zou worden ingediend. Verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de personen voor wie hij de aangifte invulde verantwoordelijk zijn voor hun eigen aangifte en dat hij slechts invulde wat hem werd verteld. Gelet op de specifieke expertise van verdachte als professional, afgezet tegen de onervarenheid van zijn klanten op dit gebied en het feit dat hij tegen betaling de aangifte invulde, mochten zijn klanten deskundigheid van hem verwachten alsmede dat hij hun aangiften naar waarheid en conform de geldende regels invulde. Bij twijfelgevallen had het op de weg van verdachte gelegen nadere informatie in te winnen of bewijsstukken op te vragen ter onderbouwing van een kostenpost. Indien er geen bewijsstukken konden worden getoond, had verdachte de betreffende aftrekpost niet in de aangifte IB mogen opnemen. Zoals hierna wordt overwogen heeft verdachte in dat geval zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener geschonden en daarmee opzettelijk de kans aanvaard dat de aangifte IB die hij indiende onjuist zou zijn. Hij heeft hiermee immers willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij namens zijn klanten onjuiste aangiften IB zou indienen. Indien de rechtbank hieronder zal vaststellen dat er een onjuiste aangifte IB is gedaan, dan komt daarmee ook vast te staan dat die aangifte IB opzettelijk is gedaan.
- De juistheid van de aangifte IB
Per aangifte moet worden vastgesteld dat die onjuist dan wel onvolledig is. Anders dan wat de officier van justitie en de raadsvrouw aanvoeren, wordt hierbij niet het oordeel van de Belastingdienst over de uiteindelijke aanslag betrokken. Er bestaat immers een grijs gebied waarin een belastingadviseur en een belastingplichtige kunnen menen dat kosten afgetrokken mogen worden, terwijl de Belastingdienst achteraf oordeelt dat dat niet het geval is. In dat geval is niet opzettelijk een onjuiste aangifte IB gedaan. Wanneer de belastingplichtige stelt aftrekbare zorgkosten te hebben gemaakt, maar daarvoor geen bewijsmiddel (meer) heeft zal de Belastingdienst de aftrekpost kunnen verwerpen, maar daarmee staat nog niet vast dat die kosten niet zijn gemaakt en de opgave dus vals of onjuist is. Aan de ander kant kan niet in alle gevallen worden vastgesteld of en zo ja welke actie de Belastingdienst heeft ondernomen richting de belastingplichtige. Daarbij speelt ook een rol dat de Belastingdienst heeft aangegeven bij een benadeling van minder dan € 750,- geen actie te ondernemen. Kortom aan het oordeel van de Belastingdienst, voor zover dat al voorhanden is in het dossier over de uiteindelijke aanslag, kan de rechtbank geen conclusies verbinden. De vraag die de rechtbank zal beantwoorden is of verdachte ten tijde van het indienen van de aangifte IB wist of moest weten dat de aftrekpost onjuist was. Verdachte heeft hierover geen concrete verklaringen gegeven, waardoor de rechtbank uit zal gaan van de verklaringen van de belastingplichtigen. In enkele gevallen hebben de betrokken belastingplichtigen tegenstrijdig verklaard met hun eigen eerdere of latere verklaring. In het voordeel van verdachte wordt in zo’n geval uitgegaan van de minst belastende verklaring, ook al is de belastingplichtige daar later op teruggekomen. Indien een in de tenlastelegging genoemde belastingplichtige opgegeven zorgkosten niet expliciet ontkent, dan kan de rechtbank niet vaststellen dat de aangifte onjuist is. Als de belastingplichtige opgegeven zorgkosten wel expliciet ontkent, dan gaat de rechtbank er vanuit dat die kosten ook niet zijn gemaakt en dat - zoals hiervoor al vermeld - voor die aftrekpost in ieder geval geen bewijsstuk is getoond aan verdachte en hij er daarom niet van uit mocht gaan dat de aftrekpost opgegeven mocht worden. Als verdachte in dat geval, toch de aftrekpost heeft opgegeven, heeft verdachte ten minste voorwaardelijk opzet gehad op het indienen van een onjuiste aangifte IB.
4.3.2.
De tenlastegelegde aangiften inkomstenbelasting (feit 1)
- Belastingplichtige [persoon 1]
Verdachte heeft namens [persoon 1] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012 en 2013. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 1] heeft hierover verklaard dat hij in verdachtes wachtkamer moest uitrekenen wat hij aan zorgkosten had gemaakt, zodat verdachte meteen kon beginnen met de aangifte IB. [persoon 1] heeft ook verklaard dat hij aan verdachte heeft aangeboden om bewijzen te laten zien. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 1] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 3]
Verdachte heeft namens [persoon 3] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.11 In de jaren 2011 en 2012 zijn zorgkosten als aftrekposten opgegeven en in de jaren 2013 en 2014 niet.12 is door zowel de FIOD als de rechter-commissaris gehoord. Over de jaren 2011 en 2012 erkent [persoon 3] dat zij vele opgegeven zorgkosten heeft gemaakt, maar van een aantal zorgposten ontkent zij expliciet dat zij die kosten heeft gemaakt. Zo ontkent zij dat ze in 2011 en 2012 kosten heeft gemaakt voor kleding en beddengoed.13 Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat verdachte zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden en door de kosten toch op te geven, voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 3] over de jaren 2011 en 2012.
Hiermee kan niet worden vastgesteld dat verdachte over de jaren 2013 en 2014 opzettelijk een onjuiste aangiften IB namens [persoon 3] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 2]
Verdachte heeft namens [persoon 2] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012 en 2013. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 2] heeft hierover verklaard dat hij al deze kosten werkelijk heeft gemaakt en dat de kosten daarom als aftrekpost opgegeven mochten worden. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 2] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 4]
Verdachte heeft namens [persoon 4] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012 en 2013. De aangifte IB over het jaar 2014 is volgens [persoon 4] ingediend door een familielid van haar. In de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 4] heeft over een deel van de opgegeven kosten verklaard dat zij die heeft gemaakt en over een deel dat zij niet meer weet of ze die kosten heeft gemaakt. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 4] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 7]
Verdachte heeft namens [persoon 7] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2013 en 2014. Over de vraag of verdachte dat ook in 2011 en 2012 heeft gedaan verklaart [persoon 7] wisselend. In alle jaren zijn zorgkosten als aftrekposten opgegeven. Over een deel van deze kosten heeft [persoon 7] verklaard dat hij die heeft gemaakt en over een ander deel heeft [persoon 7] verklaard dat hij het niet meer weet. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 7] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 8]
Verdachte heeft namens [persoon 8] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 8] heeft geen verklaring afgelegd of anderszins een toelichting gegeven op deze aftrekposten. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 8] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 9]
Verdachte heeft namens [persoon 9] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 9] is gehoord door zowel de FIOD als door de rechter-commissaris en heeft wisselend verklaard. Zij heeft verklaard dat ze een deel van de opgegeven zorgkosten heeft gemaakt, dat ze een deel van de opgegeven zorgkosten niet heeft gemaakt en dat ze niet meer weet welke zorgkosten ze (precies) heeft gemaakt. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 9] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 10]
Verdachte heeft namens [persoon 10] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2013 en 2014. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten. [persoon 10] is gehoord door zowel de FIOD als door de rechter-commissaris en heeft wisselend verklaard. Hij heeft verklaard dat hij een deel van de opgegeven zorgkosten heeft gemaakt en dat hij niet meer weet of hij (een deel van) de opgegeven zorgkosten heeft gemaakt. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 10] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 11]
Verdachte heeft namens [persoon 11] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.14 In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten.15 heeft alle opgegeven zorgkosten ontkend. Ze is weliswaar een keer naar het ziekenhuis geweest, maar daar heeft zij geen kosten voor gemaakt. Daarom stelt de rechtbank vast dat verdachte zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden en door de niet geverifieerde kosten toch op te geven, voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 11] over de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.
- Belastingplichtige [persoon 12]
Verdachte heeft namens [persoon 12] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012 en 2014.16 In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten.17 ontkent in 2012 kosten te hebben gemaakt voor vervoer.18 Over (een deel van) de andere opgegeven zorgkosten in deze jaren heeft zij verklaard dat ze die kosten heeft gemaakt en dat zij niet meer weet of zij (een deel van) de kosten heeft gemaakt.
De rechtbank stelt vast dat verdachte in ieder geval in 2012 zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden door niet geverifieerde vervoerskosten op te geven en daarmee voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 12] over het jaar 2012.
Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte over de jaren 2011 en 2014 opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 12] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 5]
Verdachte heeft namens [persoon 5] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014. In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten, bestaande uit kosten voor vervoer, kleding en beddengoed en geneeskundige hulp. [persoon 5] is niet gehoord, maar heeft via een vragenbrief verklaard dat er om medische redenen beddengoed is aangeschaft, maar dat er geen dieet is gevolgd op grond van een medische indicatie. Uit de aangiften IB blijkt, zoals gezegd, niet dat dieetkosten zijn opgegeven als aftrekposten. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een onjuiste aangifte IB namens [persoon 5] heeft gedaan. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
- Belastingplichtige [persoon 13]
Verdachte heeft namens [persoon 13] aangifte IB gedaan over in ieder geval het jaar 2011.19 In dat jaar zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten.20 heeft verklaard dat zij weliswaar enige kosten heeft gemaakt voor medicijnen, maar dat die niet in aanmerking kwamen als aftrekpost. Zij ontkent ooit aan verdachte te hebben opgegeven dat zij kosten heeft gemaakt voor kleding en beddengoed.21 De rechtbank stelt vast dat verdachte in ieder geval in 2011 zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden door niet geverifieerde zorgkosten op te geven en daarmee voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 13] over het jaar 2011.
- Belastingplichtige [persoon 14]
Verdachte heeft namens [persoon 14] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.22 In al deze jaren zijn zorgkosten opgegeven als aftrekposten, waaronder kosten voor kleding en beddengoed.23 ontkent in deze jaren kosten te hebben gemaakt voor kleding en beddengoed.24 De rechtbank stelt vast dat verdachte in deze jaren zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden door niet geverifieerde zorgkosten op te geven en daarmee voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 14] over de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.
- Belastingplichtige [persoon 6]
Verdachte heeft namens [persoon 14] aangiften IB gedaan over in ieder geval de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.25 In het jaar 2014 zijn geen zorgkosten opgegeven als aftrekpost. In de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn wel zorgkosten opgegeven als aftrekposten, waaronder kosten voor kleding en beddengoed.26 ontkent in deze jaren kosten te hebben gemaakt voor kleding en beddengoed.27 De rechtbank stelt vast dat verdachte in deze jaren zijn zorgplicht als professioneel dienstverlener heeft geschonden door vervoerskosten op te geven en daarmee voorwaardelijk opzet heeft gehad op het doen van een onjuiste aangifte IB namens [persoon 6] over de jaren 2011, 2012 en 2013.
- Medeplegen
Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat sprake is van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de belastingplichtigen dat gesproken kan worden van medeplegen. Uit niets blijkt immers van enig plan dat is besproken en vervolgens is uitgevoerd. verdachte zal aldus worden vrijgesproken van het medeplegen.