2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat hij zich in de periode van 23 december 2017 tot en met 19 april 2018, op verschillende momenten, heeft schuldig gemaakt aan
-
belaging van [naam 1] , subsidiair vernieling van ruiten van de woning van [naam 1]
-
verduistering van een auto van [naam B.V.]
-
onder 1: diefstal uit een auto met kenteken [kenteken]
onder 2: diefstal uit een auto met kenteken [kenteken]
4. onder 1: diefstal van kleding uit de Bijenkorf
onder 2: diefstal van kentekenplaten, in eigendom bij [naam 2]
onder 3: diefstal van goederen uit de winkel Red Alley
onder 4: diefstal van een fiets, in eigendom bij [naam 3]
onder 5: diefstal van een fiets, in eigendom bij [naam 4]
en/of de heling van kleding, kentekenplaten, en een of meerdere fietsen
5. vernieling van kleding en van de ophoudruimte in de Bijenkorf
6. poging tot inbraak in een auto, in eigendom bij [naam 5]
7. onder 1: poging tot inbraak in een auto, toebehorend aan [naam 6]
onder 2: poging tot inbraak in twee auto’s, met kenteken [kenteken] en [kenteken]
8. bedreiging van [naam 7]
De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
9 Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
Vordering [naam B.V.] (feit 2)
De benadeelde partij [naam B.V.] vordert € 18.542,09 aan materiële schade. Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder feit 2 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De vordering is niet betwist. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
In het belang van [naam B.V.] wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
Vordering [naam 8] (feit 3 onder 1)
De benadeelde partij [naam 8] vordert € 435,- aan materiële schade en € 200,- aan immateriële schade. De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 75,- aan eigen risico inzake Car Glass en € 12,- aan kilometervergoeding. Het restant van de vordering wordt niet-ontvankelijk verklaard. De behandeling van het restant van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op omdat dat gedeelte van de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan dat gedeelte van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van [naam 8] wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
Vordering Bijenkorf (feit 4 onder 1 en feit 5)
De benadeelde partij vordert € 1.769,10 aan materiële schade, waarvan € 746,95 voor de schade aan de kledingstukken en € 1.022,15 voor de schade aan de wachtruimte. Vast staat dat aan de benadeelde partij door het onder feit 4 onder 1 en feit 5 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de kledingstukken aangevoerd dat van het gevorderde bedrag 30% dient te worden afgetrokken, omdat deze kledingstukken met die korting in de uitverkoop lagen. De rechtbank leidt uit de stukken af dat alleen de jas van het merk Tommy Hilfiger in de uitverkoop lag. Er was sprake van een zogenoemde ‘stippenkorting’ van 30%. De rechtbank zal daarom 30% (€ 65,70) van het gevorderde bedrag van de jas (€ 219,-) aftrekken. Er blijft dan een bedrag over van € 153,30. Het restant van de gevorderde schade (€ 65,70) zal niet-ontvankelijk worden verklaard. Het totaalbedrag aan schade aan de kledingstukken komt daarmee op € 681,25. Dit bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Het overige gedeelte van de vordering, de schade aan de wachtruimte (€ 1.022,15), is niet betwist en zal ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
In het belang van Bijenkorf wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.
Vordering Red Alley (feit 4 onder 3)
De benadeelde partij vordert € 500,- aan materiële schade. De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat de vordering onvoldoende onderbouwd is. Zij zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Vordering [naam 5] (feit 6)
De benadeelde partij vordert € 1.500,- aan materiële schade. De gevorderde schade ziet naar het oordeel van de rechtbank niet op het bewezenverklaarde feit 6, maar op gebeurtenissen van een andere datum. Daardoor is er geen sprake van schade die het gevolg is van het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 subsidiair en 5
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2
verduistering;
ten aanzien van feit 3
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4, eerste alternatief/cumulatief
diefstal, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 6
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
ten aanzien van feit 7
poging tot diefstal, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 8
bedreiging met zware mishandeling.
Ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging ten aanzien van onder feit 4 tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde.
Verklaart het overige bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, 1 (één) maand, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene en bijzondere voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- Veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren.
- Veroordeelde laat zich opnemen in FPA Heiloo of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname is reeds gestart. De opname duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Tevens werkt betrokkene mee aan urinecontroles.
- Veroordeelde laat zich behandelen door FAZ, forensische ambulante zorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische fase. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Tevens werkt veroordeelde mee aan urinecontroles.
- Veroordeelde verblijft in zijn Discus-woning of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start na de klinische fase. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
- Veroordeelde mag op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opnemen, zoeken of hebben met [naam 1] , wonend op het adres [adres 1] .
- Veroordeelde mag zich niet bevinden in de [adres 1] .
- Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldhulpsanering Natuurlijke Personen. Hij geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- Veroordeelde werkt mee aan het tot stand komen van een dagbestedingstraject en houdt zich hier aan de afspraken.
Geeft aan genoemde instelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- -
Fiets heren (553396)
- -
Fiets Giant Terrago (5533600)
- -
Fiets dames (5533604)
- -
Fiets dames Nostalgia (5533606)
- -
Fiets dames Multicycle (5533607)
- -
Navigator TomTom (5533500)
- -
Navigator TomTom (5533501)
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- -
Zaktelefoon Nokia (5533503)
- -
Zaktelefoon Alcatel (5533504)
- -
Zaktelefoon Blackberry (5533505)
[naam B.V.]
Wijst de vordering van [naam B.V.] toe tot € 18.542,09 (achttienduizend vijfhonderdtweeënveertig euro en negen cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam B.V.] , € 18.542,09 (achttienduizend vijfhonderdtweeënveertig euro en negen cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 127 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
[naam 8]
Wijst de vordering van [naam 8] toe tot € 87,- (zevenentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (25 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 8] , € 87,- (zevenentachtig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 dag. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is.
Bijenkorf
Wijst de vordering van Bijenkorf toe tot € 1.703,40 (éénduizend zevenhonderddrie euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van Bijenkorf, € 1.703,40 (éénduizend zevenhonderddrie euro en veertig cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 27 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is.
Red Alley
Verklaart de benadeelde partij Red Alley niet-ontvankelijk in de vordering.
[naam 5]
Verklaart de benadeelde partij [naam 5] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B. Vogel, voorzitter,
mrs. O.P.M. Fruytier en I. Verstraeten-Jochemsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Harrewijn en G. Onnink, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 september 2018.
De jongste griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.