2 Tenlastelegging
Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:
1. medeplegen van) (opzet/schuld/gewoonte)witwassen in de periode 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018;
2. ( medeplegen van) flessentrekkerij in de periode 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018;
3. ( medeplegen van) oplichting van Expert te Diemen in de periode 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018;
4. ( medeplegen van) oplichting van Expert te Haarlem in de periode 4 juni 2018 tot en met 6 juni 2018.
De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaringen
De rechtbank vindt op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
hij in de periode van 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander wasautomaten en drogers en televisies voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en/of heeft omgezet terwijl hij, verdachte, en zijn mededader wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader van het plegen van deze feiten een gewoonte hebben gemaakt;
hij in de periode van 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018 te Diemen en Haarlem tezamen en in vereniging met een ander een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van wasautomaten en drogers en koffiezetapparaten en televisies met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, immers hebben hij, verdachte en zijn mededader met voormeld oogmerk die goederen bij het bedrijf Expert (gevestigd [vestigingsadres] ) en het bedrijf Expert (vof [naam 1] - [naam 4] , gevestigd [vestigingsadres] ) besteld en laten afleveren;
hij in de periode van 31 mei 2018 tot en met 9 juni 2018 te Diemen en Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen het bedrijf Expert (gevestigd [vestigingsadres] ) heeft bewogen tot de afgifte van wasautomaten en drogers en koffiezetapparaten en televisies (tot een totaal van ongeveer 12.440 euro), hebbende hij, verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgesteld als [naam 3] , werkend bij het niet bestaande bedrijf Accor Groep en
- de naam en het adres en het telefoonnummer en het Kamer van Koophandel nummer van het bedrijf Accorgroep aan Expert gemaild, zijnde de gegevens van het bestaande bedrijf Accor Holding BV en
- zich voorgedaan als betalende klant en
- heeft gezegd dat de Accor Group een internationaal bedrijf was en
- dat de betaling voor geleverde goederen binnen 14 dagen zou gebeuren en
- wasmachines en koffiezetapparaten en televisies bij Expert (Diemen) besteld en
- door koeriersbedrijven laten ophalen en door het bedrijf Expert op diverse adressen laten afleveren en
- die goederen bij die adressen opgehaald of laten ophalen,
waardoor het bedrijf Expert (Diemen) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij in de periode van 4 juni 2018 tot en met 6 juni 2018 te Haarlem en Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen het bedrijf Expert (vof [naam 1] - [naam 4] gevestigd [vestigingsadres] ) heeft bewogen tot de afgifte van televisieschermen (merk LG Olet 55c7v) en bijbehorende muurbeugels (tot een totaal van ongeveer 4.604 euro), hebbende hij, verdachte en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- het bedrijf Expert opgebeld en een mail gestuurd met daarin de bestelling van 3 televisies en muurbeugels en
- zich voorgesteld als [naam 3] , werkend bij het niet bestaande bedrijf Accor Groep en
- bij de bestelling per mail de naam en het adres en het telefoonnummer en het Kamer van Koophandel nummer van het bedrijf Accorgroep Holding BV aan Expert gemaild, zijnde de gegevens van het bestaande bedrijf Accor Holding BV en
- aangegeven dat de bestedeling was ten behoeve van het Novotel hotel in Amsterdam en dat de televisies daar konden worden afgeleverd en
- zich voorgedaan als betalende klant en
- dat de betaling voor geleverde goederen binnen later op rekening zou gebeuren en
- die televisies en muurbeugels bij het Novotel in ontvangst genomen,
waardoor het bedrijf Expert (vof [naam 1] - [naam 4] te [vestigingsadres] ) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8 Beslag
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. TV steun (5586581);
2. 1 Televisie Kleur (5586554);
3. 1 Wasmachine (5586550);
4. 1 Droogtrommel (5586552);
5. 1 Zaktelefoon NOKIA (5586193);
6. 1 Zaktelefoon NOKIA (5586195);
7. 1 Zaktelefoon IPHONE 7 (5586200)
8. 1 Zaktelefoon SAMSUNG GALAXY (5586216);
9. 1 APPLE IPAD (5586592);
10. 1 stuk papier (5586568);
11. 3 sleutels (5586232).
De officier van justitie geeft aan dat het Openbaar Ministerie over de voorwerpen 9 tot en met 11 heeft besloten deze terug te geven aan verdachte. Zij vordert verbeurdverklaring van de voorwerpen 5 tot en met 8, omdat de feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan. De voorwerpen 1 en 2 kunnen terug naar Expert Diemen en de voorwerpen 3 en 4 kunnen terug naar Expert Haarlem.
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen over het beslag.
Nu met behulp van voorwerp 5 het onder 2 en 3 bewezen verklaarde is begaan, beslist de rechtbank dat dit voorwerp wordt verbeurdverklaard.
9 Vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert € 12.445,35 aan materiële schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering wordt toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, nu de vordering voldoende is onderbouwd en de schade het rechtstreekse gevolg is geweest van het bewezen verklaarde.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in zijn vordering. Indien de rechtbank de vordering toewijsbaar vindt, dient bij de hoogte van de toe te wijzen schade rekening te worden gehouden met de in beslag genomen goederen die kunnen worden geretourneerd aan de benadeelde partij.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de feiten 2 en 3 (kort gezegd: oplichting en flessentrekkerij strafbaar gesteld in de artikelen 326 en 326a van het Wetboek van Strafrecht) rechtstreeks schade heeft geleden. Wel stelt de rechtbank vast dat de in beslag genomen wasmachine en -droger aan de benadeelde kunnen worden teruggegeven. Daarom zal de rechtbank de waarde van die goederen van de vordering aftrekken en deze toewijzen voor een bedrag van € 10.947,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 31 mei 2018, tot aan de dag dat de vordering volledig is betaald. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is de rechtbank van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom in zijn vordering niet worden ontvangen en kan hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Ten aanzien van de schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregel opleggen, aangezien verdachte jegens het slachtoffer [benadeelde partij] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten 2 en 3 is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 10.947,35 (tienduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 31 mei 2018, tot aan de dag dat de vordering volledig is betaald.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
een gewoonte maken van het plegen van witwassen;
medeplegen van een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren;
ten aanzien van de feiten 3 en 4:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe moet hij zich, na oproep, melden bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] . Hierna moet hij zich gedurende bepaalde perioden blijven melden zo frequent als Reclassering Nederland nodig acht;
2. zich moet laten behandelen bij de forensische polikliniek De Waag, of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij hij zich moet houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Verklaart verbeurd voorwerp 5 op de beslaglijst.
- -
aan Expert Haarlem van de voorwerpen 1 en 2 op de beslaglijst;
- -
aan Expert Diemen van de voorwerpen 3 en 4 op de beslaglijst;
- -
aan verdachte van voorwerp 7 op de beslaglijst.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de voorwerpen 6 en 8 op de beslaglijst.
Wijst de vordering van [benadeelde partij] , gevestigd te [vestigingsplaats] , gedeeltelijk toe tot € 10.947,35 (tienduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 31 mei 2018, tot aan de dag dat de vordering volledig is betaald.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij]
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij] aan de Staat te betalen een bedrag van € 10.947,35 (tienduizendnegenhonderdzevenenveertig euro en vijfendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade, 31 mei 2018, tot aan de dag dat de vordering volledig is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting door hechtenis van 87 (zevenentachtig) dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Knol, voorzitter,
mrs. R.H.G. Odink en M.M. Helmers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P. Jit, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 november 2018.