RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/845035-14 (Promis)
Datum uitspraak: 20 november 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] .
2 Tenlastelegging
Verdachte wordt samengevat verweten dat zij zich - met anderen - heeft schuldig gemaakt aan:
1. oplichting van de Belastingdienst in de periode van 26 januari 2009 tot en met 17 december 2013 door middel van het indienen van valselijk opgemaakte of vervalste aanvragen/wijzigingen kinderopvangtoeslag;
2. ( gewoonte)witwassen van geldbedragen in de periode van 8 april 2008 tot en met 2 december 2016, subsidiair ten laste gelegd als schuldwitwassen.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis. Die bijlage hoort bij dit vonnis en maakt hiervan deel uit.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de onder 4. aangeduide bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 26 januari 2009 tot en met 17 december 2013 te Amsterdam,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen, de Belastingdienst heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
immers heeft verdachte – ter verkrijging van Kinderopvangtoeslag - documenten, te weten valselijk opgemaakte of vervalste (elektronische) aanvragen/wijzigingen aanvraag Kinderopvangtoeslagwijziging bij de Belastingdienst ingediend, inhoudende dat
- [naam kind 1] per 1 januari 2009 gedurende 130 uur per maand buitenschoolse opvang geniet bij [naam buitenschoolse opvang 1] en
- [naam kind 1] per 26 mei 2009 gedurende 154 uur per maand buitenschoolse opvang geniet bij 't [naam buitenschoolse opvang 1] en
- [naam kind 1] per 1 juli 2009 gedurende 168 uur per maand buitenschoolse opvang geniet bij ‘t [naam kinderdagverblijf 1] en
- [naam kind 2] per 1 februari 2010 gedurende 151 uur per maand buitenschoolse opvang geniet bij [naam buitenschoolse opvang 2] en [naam kind 3] en [naam kind 4] per 1 februari 2010 beiden gedurende 218 uur per maand dagopvang genieten bij [naam buitenschoolse opvang 3] en
- [naam kind 5] en [naam kind 6] beiden per 1 januari 2009 gedurende 130 uur per maand buitenschoolse opvang genieten bij [naam buitenschoolse opvang 1] en
- [naam kind 7] per 5 oktober 2009 gedurende 238 uur per maand buitenschoolse opvang geniet bij t [naam buitenschoolse opvang 1] en [naam kind 5] en [naam kind 6] beiden per 5 oktober 2009 gedurende 130 uur per maand buitenschoolse opvang genieten bij t [naam buitenschoolse opvang 1] en
- [naam kind 5] en [naam kind 6] en [naam kind 7] allen per 1 januari 2010 gedurende 135 uur per maand buitenschoolse opvang genieten bij t [naam buitenschoolse opvang 1] en
- [naam kind 8] per 26 januari 2009 gedurende 224 uur per maand dagopvang geniet bij [naam buitenschoolse opvang 3] en
- [naam kind 9] en [naam kind 10] beiden per 1 januari 2009 gedurende 149 uur per maand buitenschoolse opvang genieten bij [naam buitenschoolse opvang 2] ,
waardoor verdachte de suggestie heeft gewekt dat de persoon genoemd op de aanvraag Kinderopvangtoeslag recht had op deze toeslag,
waardoor de Belastingdienst is bewogen tot uitbetaling van voornoemde toeslagen;
2.
in de periode van 8 april 2008 tot en met 2 december 2016 te Amsterdam en/of in Suriname, tezamen en in vereniging met anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers hebben verdachte en haar medeverdachten geldbedragen van in totaal 972.066 euro verworven, voorhanden gehad, overgedragen en omgezet, terwijl zij en haar medeverdachten
wisten dat die geldbedragen gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
9 Beslag
Onder verdachte zijn blijkens de beslaglijst van 17 augustus 2018, de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Papier, kwitantie moneytransfer/visitekaart uitvaartcentrum;
2. 1.00 STK Administratie, diverse administratie/foto’s/stempel/pashouder;
3. 1.00 STK Administratie, bankbescheiden/reisbescheiden/foto’s;
4. Geld, 5.870 euro; aangetroffen tijdens fouillering.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder nummers 1 t/m 3 inbeslaggenomen voorwerpen kunnen worden teruggegeven aan verdachte en het onder nummer 4 inbeslaggenomen voorwerp verbeurd wordt verklaard.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat alle inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte moeten worden teruggegeven.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank gelast teruggave aan verdachte van de onder nummers 1-3 inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen.
Verbeurdverklaring
Het onder nummer 4 inbeslaggenomen geld behoort aan verdachte toe. Zij kan dit geld geheel te eigen bate aanwenden. Nu de rechtbank aanneemt dat dit geld geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het onder 1 en/of 2 bewezen geachte is verkregen, wordt dit geld verbeurdverklaard.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
oplichting, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van feit 2 primair:
medeplegen van een gewoonte maken van het plegen van witwassen.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 21 (éénentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en overleveringsdetentie is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
1. STK Papier, kwitantie moneytransfer/visitekaart uitvaartcentrum;
2. 1.00 STK Administratie, diverse administratie/foto’s/stempel/pashouder;
3. 1.00 STK Administratie, bankbescheiden/reisbescheiden/foto’s.
4. Geld, 5.870 euro; aangetroffen tijdens fouillering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. M.J.E. Geradts en F.W. Pieters, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.F. van Lier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 november 2018.