RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/993051-16 (Promis)
Datum uitspraak: 19 juli 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat
[bedrijf] in de periode van 29 februari 2012 tot en met 28 januari 2014 te Apeldoorn opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten aangiften voor de omzetbelasting over de aangiftetijdvakken januari 2012 tot en met december 2013 onjuist heeft gedaan,
immers heeft [bedrijf] opzettelijk op de bij de Inspecteur der Belastingen of de Belastingdienst ingeleverde aangiftebiljetten over genoemde tijdvakken te hoge bedragen aan voorbelasting of te lage bedragen aan omzet en te betalen omzetbelasting opgegeven,
zulks terwijl dat feit er toe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
aan welke verboden gedraging hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven.
8 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op: “opzettelijk een bij belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd”.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. J.P.W. Helmonds en M.J.E. Geradts, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juli 2018.
Bijlage – De tenlastelegging
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat
[bedrijf] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 januari 2012 tot en met 28 januari 2014, te Beverwijk en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
te weten een aangifte voor de omzetbelasting over het (de) aangiftetijdvak(ken) januari 2012 tot en met december 2013 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan,
immers heeft/hebben [bedrijf] en/of haar mededader(s) opzettelijk op het/de bij de Inspecteur der Belastingen of de Belastingdienst ingeleverde (elektronische) aangiftebiljet over genoemde tijdvak(ken) een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven en/of een te laag bedrag aan omzet en/of een te laag bedrag aan te betalen omzetbelasting,
zulks terwijl daarvan telkens het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden geheven en/of terwijl dat feit er toe strekte dat te weinig belasting werd geheven,
tot welk feit hij, verdachte, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven;