RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/654147-18
Datum uitspraak: 27 februari 2019
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in het [naam] in [plaats] .
8 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3.4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, 6 (zes) maanden, van deze jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie dagen na onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering op het adres [adres 1] . Hierna blijft hij zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren, en houdt zich aan de aanwijzingen die hem worden gegeven;
- zich actief zal inzetten voor het verkrijgen en behouden van een dagbesteding en een (legaal) inkomen.
Van rechtswege gelden ook de voorwaarden dat veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Geeft aan Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mrs. A.W.C.M. van Emmerik en B.M. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Harrewijn, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 februari 2019.