vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/662932 / KG ZA 19-223 AB/TF
Vonnis in kort geding van 27 maart 2019
[eiseres]
,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 6 maart 2019,
advocaten mrs. L.E.J. Jonker en J.N. van Leeuwen te 's-Hertogenbosch,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SANOMA MEDIA NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. Schaap te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Margriet worden genoemd.
1 De procedure
Ter zitting van 13 maart 2019 heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Margriet heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening.
Beide partijen hebben producties (met een conclusie van antwoord aan de zijde van Margriet) en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren aanwezig:
[eiseres] , samen met haar partner en haar zus [zus 1] , met mrs. Jonker en Van Leeuwen,
aan de zijde van Margriet: [hoofdredacteur] (Hoofdredacteur), [brand director] (Brand Director), [manager] (Manager Reportage Margriet) en [bedrijfsjurist] (bedrijfsjurist) met mr. Schaap.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2 De feiten
2.1.
Sanoma is uitgever van het tijdschrift Margriet.
2.2.
In Margriet nr. 7 van dit jaar (uitgekomen in de week van 7 tot 14 februari 2019) staat in de rubriek “persoonlijk” onder de titel “geen contact meer met je ouders” een artikel waarin twee vrouwen, onder wie [zus 2] , de zus van [eiseres] , in de “ik-vorm” hun verhaal vertellen over de breuk met hun ouders. Aan het slot van het artikel wijdt een familiepsycholoog nog een deskundig woord aan het onderwerp, onder de kop “Breken of niet?”. In het artikel wordt de familienaam [eiseres] genoemd en de voornamen van [zus 2] en haar tweelingzus. Aan het begin van het artikel staat een paginagrote foto van de zus van [eiseres] . Verderop staan nog twee foto’s van haar. Het artikel is alleen in de papieren versie van Margriet geplaatst en niet online.
2.3.
Het artikel bevat een persoonlijk relaas van de zus van [eiseres] over de band met haar moeder, die in november 2018 is gestorven. Zij vertelt over de starre en kille houding van haar moeder jegens haar en haar tweelingzus en de liefde en warmte die zij heeft gemist. De zus van [eiseres] vertelt verder dat zij meerdere malen met haar moeder brak, de laatste keer vlak voordat zij stierf en dat haar moeder in alle eenzaamheid euthanasie heeft gepleegd. Verder vertelt zij dat haar moeder haar tweelingzus vlak voor haar overlijden heeft onterfd.
2.4.
Nadat [eiseres] bezwaar had gemaakt tegen het artikel heeft Margriet op
13 februari 2019 een rectificatievoorstel gedaan met het aanbod dat dezelfde dag online te zetten.
2.5.
Bij e-mail van 14 februari 2019 heeft [eiseres] als tegenvoorstel de volgende rectificatietekst opgegeven met het verzoek deze behalve op www.margriet.nl ook in de papieren uitgave van Margriet te plaatsen.
“In Margriet nr. 7 hebben wij enkele verhalen geplaatst met als onderwerp ‘Geen contact meer met je ouders’. Hierbij hebben wij [zus 2] aan het woord gelaten. Na publicatie is ons gebleken dat [zus 2] verhaal vele feitelijke onjuistheden bevat en verre van compleet is. Daarmee is [zus 2] verhaal ongeloofwaardig en dat is niet waar Margriet voor staat. Wij hebben met deze publicatie over een dergelijk verdrietig en gevoelig onderwerp niet zorgvuldig gehandeld.”
Met dit verhaal is de nagedachtenis aan mevrouw [moeder] , de moeder van o.a. [zus 2] , onrecht aangedaan en zijn betrokkenen diep gekwetst. Wij bieden de familie, vrienden en kennissen van mevrouw [moeder] onze welgemeende excuses aan.”
2.6.
Een half uur later heeft Margriet aan [eiseres] meegedeeld dat zij naar deze tekst zal kijken en de rectificatie nog dezelfde dag online zal zetten.
2.7.
Dezelfde dag heeft de hoofdredacteur van Margriet bij e-mail aan [eiseres] , voor zover van belang, het volgende meegedeeld:
(…) Het is nooit onze intentie om wie dan ook te kwetsen. Dat dit nu wel gebeurd is, betreuren wij. Wij zullen een rectificatie plaatsen, zowel online als in het weekblad (editie 10, de eerste mogelijkheid). De door u voorgestelde rectificatie nemen we daarbij over.
Ik bied u mijn welgemeende excuus aan.
(…)
2.8.
Bij e-mail van 14 februari 2019 heeft [eiseres] de hoofdredacteur bedankt voor haar reactie en het overnemen van de tekst en verzocht om een afspraak voor een gesprek. De hoofdredacteur heeft later die dag bij e-mail geantwoord dat zij het graag bij excuses en rectificaties wil laten. Hierop heeft [eiseres] wederom bij e-mail verzocht om het volgens haar door Margriet toegezegde gesprek.
2.9.
In een brief van 15 februari 2019 heeft de advocaat van [eiseres] Margriet gesommeerd de overeengekomen rectificatietekst online te plaatsen en een afspraak met [eiseres] te maken over de exacte wijze van rectificeren in de papieren Margriet.
2.10.
Op 15 februari 2019 om 11.33 uur heeft Margriet de onder 2.5 genoemde rectificatie op haar website gezet. In de avond is de tekst naar pagina 5 gezakt. Op 18 februari 2019 is de tekst verwijderd, nadat [zus 2] daartegen bezwaar heeft gemaakt.
2.11.
Na telefonisch overleg op 20 februari 2019 tussen de bedrijfsjurist van Margriet en de advocaat van [eiseres] heeft op 27 februari 2019 een gesprek tussen partijen plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek zijn de door [eiseres] aangekaarte feitelijke onjuistheden besproken. Margriet heeft meegedeeld de tekst onder 2.5 te willen aanpassen. [eiseres] heeft het nieuwe tekstvoorstel van Margriet niet geaccepteerd.
2.12.
In een brief van 1 maart 2019 heeft Margriet – samengevat – aan de advocaat van [eiseres] meegedeeld dat zij toegeeft dat er een aantal onjuistheden in het artikel staan, maar dat daarmee niet is gezegd dat het persoonlijke verhaal van de zus van [eiseres] onjuist is en de weergave daarvan onrechtmatig. Margriet heeft daaraan toegevoegd dat zij rekening houdend met de belangen van alle betrokkenen haar toezegging de rectificatie onder 2.5 te plaatsen niet gestand zal doen, maar de in de brief weergegeven toelichting op het artikel wil publiceren. [eiseres] heeft hier niet mee ingestemd.
2.13.
Als producties 23 tot en met 30 en 32 tot en met 34 heeft [eiseres] verklaringen van familie en vrienden/kennissen aan haar en Margriet in het geding gebracht, waarin dezen een geheel ander beeld van haar moeder schetsen dan haar zus in het artikel van Margriet.
4 De beoordeling
4.1.
Zowel toewijzing van de primaire vordering tot nakoming, als van de subsidiaire vordering, gebaseerd op onrechtmatige daad, zou een beperking van de meningsuiting betekenen. Zo’n beperking moet bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM).
4.2.
Het is te allen tijde aan de redactie van Margriet om te bepalen wat er precies in haar tijdschrift komt te staan en wat niet en van haar aanvankelijke toezegging om te rectificeren is zij nadien onmiskenbaar teruggekomen. Als uit de aard van de verplichting die Margriet is aangegaan dus al niet volgt dat zij niet kan worden veroordeeld tot nakoming daarvan (artikel 3:296 BW), dan geldt dat plaatsing van een rectificatie zoals die aanvankelijk is toegezegd, in een democratische samenleving niet noodzakelijk is ter bescherming van de rechten van [eiseres] of de goede naam van haar overleden moeder. Zoals hierna zal worden overwogen, kan met een minder vergaande rectificatie worden volstaan.
De primaire vordering is dan ook niet toewijsbaar.
4.3.
Wil sprake zijn van een beperking die bij de wet is voorzien, dan zal het artikel onrechtmatig jegens [eiseres] moeten zijn. Om uit te maken of dat het geval is, moeten de belangen van partijen tegen elkaar worden afgewogen. Daarbij is het belang van [eiseres] dat de nagedachtenis van haar moeder niet door het artikel wordt bezoedeld. Het belang van Margriet als pers is dat zij informatie en ideeën van publiek belang moet kunnen verspreiden.
4.4.
In het artikel komen twee vrouwen aan het woord die hebben gebroken met hun moeder. Een familiepsycholoog sluit af onder de kop “Breken of niet?”.
Uit de opzet moet het de lezer al duidelijk zijn dat het gaat om de persoonlijke ervaringen van deze beide vrouwen: hoe keken zij tegen hun moeder aan? Waarom besloten zij te breken en hoe was dat voor hen? Hebben zij daar goed aan gedaan? Dit zijn verhalen van één kant, en dus gekleurd en subjectief. Omdat het om een breuk gaat, kan de lezer bovendien op haar vingers natellen dat er ook een andere kant is of was, die er waarschijnlijk heel anders tegenaan kijkt of keek. Bij deze opzet is het echter niet aan Margriet om ook die andere partij aan het woord te laten, laat staan om te controleren of alles wat wordt gezegd ook klopt. Margriet heeft zich dan ook vooral ingespannen om ervoor te zorgen dat er geen nodeloos grievende uitlatingen in het artikel staan. Daarin is zij op zichzelf geslaagd.
4.5.
Deze werkwijze van Margriet heeft het risico dat zij een verhaal publiceert dat zo eenzijdig en gekleurd is dat ‘de andere kant’ zich er niet alleen totaal niet in herkent, maar zich er ook ernstig door gekwetst voelt. Dat is zo voor [eiseres] , waarbij het haar vooral gaat om de nagedachtenis van haar drie maanden voor publicatie overleden moeder. In zo’n geval – volgens Margriet is dit voor het eerst in 80 jaar – is het zorgvuldig dat aan die geheel andere kijk alsnog ruimte wordt geboden. Margriet vond dat kennelijk zelf ook, want zij is direct met [eiseres] in gesprek gegaan over een vorm van rectificatie. Daarbij zal het er niet om gaan dat ‘de waarheid’ alsnog boven tafel komt; het is voor Margriet eenvoudigweg niet mogelijk om die vast te stellen. Tot het gebruik van termen als ‘ongeloofwaardig’ kan zij dan ook niet worden verplicht. De rectificatie kan alleen tot doel hebben om het publiek duidelijk te maken dat er andere, nauw betrokkenen, zijn die op belangrijke punten een heel ander beeld hebben dan geschetst in het artikel.
4.6.
Aan dat belang wordt recht gedaan met de volgende rectificatie:
“RECTIFICATIE
In Margriet nr. 7 hebben wij enkele verhalen geplaatst met als onderwerp ‘Geen contact meer met je ouders’. Hierbij hebben wij [zus 2] aan het woord gelaten. Na publicatie hebben tal van familieleden, vrienden en kennissen van mevrouw [moeder] laten weten dat zij zich de overleden moeder van [zus 2] herinneren als een warme, sociale en empathische vrouw, die niet eenzaam is gestorven en op wier afscheid ruim 250 mensen kwamen. Zij vinden dat haar nagedachtenis met dit verhaal onrecht is aangedaan en voelen zich diep gekwetst.”
4.7.
Margriet mag dan in rechte niet kunnen worden gehouden aan de toegezegde rectificatie, dat neemt niet weg dat zij met die toezegging bij [eiseres] het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat zij zou overgaan tot een vorm van rechtzetting, met daarin ten minste de hiervoor weergegeven elementen.
Alles afwegende handelt zij onrechtmatig door dat na te laten. Zij zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
4.8.
De vordering onder I zal worden toegewezen als onder 5.1 vermeld. [eiseres] heeft daarbij een spoedeisend belang. De publicatie heeft alleen in de papieren Margriet gestaan, zodat met een rectificatie daarin kan worden volstaan. Van Margriet mag worden verwacht dat zij geen afbreuk zal doen aan de bevolen rectificatie door daaraan commentaar toe te voegen. Toewijzing van de vordering onder III is daarvoor niet nodig.
4.9.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.10.
Margriet zal als de op hoofdpunten in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- explootkosten € 104,54
- griffierecht 297,00
- salaris advocaat 980,00
Totaal € 1.381,54
4.11.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing opgenomen.
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Margriet om in het eerst mogelijke nummer na betekening van dit vonnis op een van de eerste tien pagina’s de volgende tekst te plaatsen:
“RECTIFICATIE
In Margriet nr. 7 hebben wij enkele verhalen geplaatst met als onderwerp ‘Geen contact meer met je ouders’. Hierbij hebben wij [zus 2] aan het woord gelaten.
Na publicatie hebben tal van familieleden, vrienden en kennissen van mevrouw [moeder] laten weten dat zij zich de overleden moeder van [zus 2] herinneren als een warme, sociale en empathische vrouw, die niet eenzaam is gestorven en op wier afscheid ruim 250 mensen kwamen. Zij vinden dat haar nagedachtenis met dit verhaal onrecht is aangedaan en voelen zich diep gekwetst.”
welke tekst in zijn geheel minstens een zesde deel van een pagina moet beslaan en moet worden afgedrukt in de gebruikelijke lettergrootte,
5.2.
veroordeelt Margriet om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt Margriet in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.381,54, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
veroordeelt Margriet in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2019.1