2 Tenlasteleggingen
Aan verdachte is na wijziging op zitting – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan:
1. opzettelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer] , op 23 december 2018 te Amsterdam;
2. afpersing van [slachtoffer] en/of diefstal met (bedreiging met) geweld, op 23 december 2018 te Amsterdam;
3. poging tot afpersing van [slachtoffer] , op 23 december 2018 te Amsterdam;
4. mishandeling van [slachtoffer] , op 23 december 2018 te Amsterdam;
5. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, op 23 december 2018 te Amsterdam;
6. het beledigen van politieagenten [naam 1] en [naam 2] , op 23 december 2018 te Amsterdam.
Zaak B
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, op 17 april 2016 te Amsterdam.
De volledige tenlasteleggingen zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
1. op 23 december 2018 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk wederrechtelijk
- die [slachtoffer] een vuurwapen getoond en
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij mee moest komen omdat hij, verdachte hem anders ging doodschieten en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om met hem, verdachte, naar een pinautomaat te lopen en
- vervolgens die [slachtoffer] gedwongen om in diens auto te stappen en met hem, verdachte naar een andere pinautomaat te rijden;
2. op 23 december 2018 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd vergezeld met bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte opzettelijk dreigend een vuurwapen aan die [slachtoffer] heeft getoond;
3. op 23 december 2018 te Amsterdam op de openbare weg (Holendrechtplein) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld toebehorende aan die [slachtoffer]
- die [slachtoffer] een vuurwapen heeft getoond en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij mee moest komen en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij, verdachte hem anders ging doodschieten en
- die [slachtoffer] heeft gedwongen om met hem, verdachte, naar een pinautomaat te gaan en
- die [slachtoffer] met het vuurwapen op diens hoofd heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. op 23 december 2018 te Amsterdam [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] met een vuurwapen op het hoofd te slaan;
5. op 23 december 2018 te Amsterdam een vuurwapen van categorie III (te weten een pistool van het merk Crvena Zastava) voorhanden heeft gehad;
6. op 23 december 2018 te Amsterdam opzettelijk beledigend [naam 1] (aspirant van politie eenheid Amsterdam) en [naam 2] (hoofdagent van politie eenheid Amsterdam), gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid mondeling de woorden heeft toegevoegd "jullie zijn kankerflikkers, jullie zijn kankerhoeren, jullie zijn kankerhonden".
Zaak B
op 17 april 2016 te Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een alarm/start pistool (merk Rohm, model RG3, kaliber 6mm) voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Zaak A
Verklaart de onder 2, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde afpersing niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 (tweede cumulatief/alternatief), 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Zaak B
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Zaak A
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde: opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven;
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde: poging tot afpersing;
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde: mishandeling;
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Zaak B
Het bewezen verklaarde levert op: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 20 maanden.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 8 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
1. Meldplicht
zich meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken en het raadplegen van referenten;
2. Gedragsinterventie cognitieve vaardigheden
actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
3. Locatiegebod
indien de reclassering dat noodzakelijk vindt, gedurende vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres, met een maximumperiode van 4 maanden, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met veroordeelde en mede afhankelijk van de dagbesteding. Veroordeelde werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [verblijfadres] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
4. Volgen van een opleiding
zijn opleiding aan het ROC [naam ROC] (of een soortgelijke instelling) en stage hervat.
Beslag
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. STK Pistool
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
3. 1.00 STK Zaktelefoon
APPLE
5683078
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.W. Pieters, voorzitter,
mrs. O.P.M. Fruytier en E. Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.J.M. van der Hooft, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 april 2019.