In de dagvaarding heeft [eiser 1] c.s. bezwaar gemaakt tegen 24 passages in het manuscript. Ook is in de dagvaarding melding gemaakt van de door [eiser 4] gemaakte bezwaren, welke bezwaren eveneens onderdeel uitmaken van het petitum. Die bezwaren zullen onder 4.8 van dit vonnis (en alleen in het kader van zaak 2) worden besproken. Waar wordt geoordeeld dat een bepaalde passage moet worden verboden, wordt voor de motivering hiervan tevens verwezen naar de zes onder 4.2 van dit vonnis genoemde bijzondere omstandigheden van het geval. Om voor de hand liggende redenen worden de passages veelal niet letterlijk weergegeven, maar aangeduid met het begin en het einde daarvan, met weglating van gedeelten waaruit kan worden afgeleid wat nu juist vertrouwelijk moet blijven. Dit laatste wordt aangeduid met (…).
(1) pagina 12
Deze passage (twee alinea’s) gaat erover dat [slachtoffer] als klein seksueel zou zijn misbruikt. Vanwege de privacygevoeligheid en het niet of nauwelijks aanwezige belang voor het boek, dient de passage die begint met [naam halfbroer] , [naam halfbroer] , [naam halfbroer] en die eindigt met Meer niet te worden verwijderd.
(2) pagina 18
Het gaat om de volgende passage: “ Oma fluistert (…) Ze ergert zich dood.” Deze passage is privacygevoelig, wakkert de onrust binnen de familie aan en draagt niet of nauwelijks bij aan verwezenlijking van de doelstelling van het boek. Enig publiek belang wordt daardoor niet gediend. Om die redenen dient deze passage te worden verwijderd.
(3) pagina 19
Het gaat hier onder meer over de seksuele ervaring van [slachtoffer] . Dit is erg privacygevoelig. De Persgroep heeft al toegezegd de zin, vermeld in 5.23 van de conclusie van antwoord, te verwijderen. Geoordeeld wordt dat ook de zin daarna (Ook leraren …) dient te worden verwijderd.
(4) pagina 20
Hier staat een passage waaruit blijkt dat een lid van de familie vreemd zou zijn gegaan. Dat gaat het publiek niet aan en is in de onderhavige context niet relevant. De passage die begint met De vrouw die [slachtoffer] met (…) had betrapt en eindigt met terugkomen in verhoren en tips dient dus te worden verwijderd vanwege het privacygevoelige en diffamerende karakter.
(5) pagina 22
Op deze pagina wordt de vondst van het lichaam van [slachtoffer] beschreven. De Persgroep heeft reeds aangeboden een aantal zinnen van deze pagina te schrappen (zie 5.31 van de conclusie van antwoord). De passage is weliswaar indringend geschreven, maar met inachtneming van de passende terughoudendheid. Mede vanwege het grote journalistieke belang voor het boek is er geen aanleiding om op deze pagina meer te schrappen dan de Persgroep heeft aangeboden.
(6) pagina 25
Hier gaat het over de gedragingen van [eiser 4] op een feestje, kort na de vondst van [slachtoffer] . Er staat: De manager van [eiser 4] trouwt. Veel aanwezigen (…) twee weken na de begrafenis. Deze zinnen dienen te worden verwijderd vanwege hun diffamerende karakter en het beperkte belang voor het boek.
(7) pagina 28
Op deze pagina staat dat de rechercheurs in het eerste politieonderzoek aan [eiser 1] een aantal roddels hebben voorgelegd. De zin Het vreemdgaan, (…) de comeback van [naam 1] dient uit deze passage te worden verwijderd. Het benoemen van wat die roddels inhielden is privacygevoelig en diffamerend. Bovendien zijn het roddels, waarvan de juistheid per definitie niet vaststaat. Ten slotte geldt ook in zoverre dat vermelding daarvan niet of nauwelijks van belang is in het licht van de doelstelling van het boek, terwijl daardoor ook geen (ander) publiek belang wordt gediend.
(8) pagina 36
Aan het bezwaar tegen deze passage die [eiser 4] in een kwalijk daglicht plaatst door zijn reactie op een vraag van [slachtoffer] , is de Persgroep tegemoetgekomen door deze passage te herschrijven. De herschreven passage, die is opgenomen onder 5.49 van de conclusie van antwoord, mag in het boek worden opgenomen, met uitzondering van het woord ‘vreemdgaan’, dit laatste vanwege de privacygevoeligheid, het diffamerende karakter, het beperkte belang voor het boek en de afwezigheid van enig algemeen belang bij vermelding daarvan.
(9) pagina 37
Het gaat hier om de passage dat de eerste twee verhoren van [eiser 4] onbruikbaar zouden zijn geweest. Deze passage hoeft niet te worden verwijderd. Het betreft geen privacygevoelige of diffamerende informatie. Dat [eiser 1] c.s. dit voor het eerst hoort en hierdoor is geschokt, is onvoldoende grond om tot verwijdering van deze passage over te gaan.
(10) pagina 45
Op deze pagina is de passage opgenomen dat [naam halfbroer] vreest dat zijn halfbroer [eiser 3] [slachtoffer] wil laten opgraven. Deze passage is journalistiek relevant, in het kader van de verdenking die was gerezen tegen [naam halfbroer] , en feitelijk van aard. De juistheid daarvan is niet bestreden. Zij hoeft om die redenen niet te worden verwijderd.
(11) pagina 53
Op deze pagina wordt beschreven dat de politie met een ‘oefenpop’ van 70 kilo proefondervindelijk heeft proberen vast te stellen of een lichaam met dit gewicht door één persoon kan worden verplaatst. Deze passage is journalistiek relevant, feitelijk van aard en ook hier geldt dat de juistheid daarvan niet is bestreden. Zij hoeft dan ook niet te worden verwijderd. De omstandigheid dat [eiser 1] c.s. dit nu voor het eerst hoort en hierdoor is geschokt, is onvoldoende grond om tot verwijdering over te gaan.
(12) pagina 57
Het gaat hier om de zin [zin] . Deze zin moet worden verwijderd, niet alleen vanwege de schadelijkheid voor de familiaire verhoudingen en het beperkte belang voor het boek, maar ook omdat [gedaagde 2] kennelijk door zijn contacten met [eiser 1] en zonder openheid te betrachten over de redenen van zijn voortgezette belangstelling voor de zaak, aan zijn wetenschap over haar verdriet is gekomen (zie hiervoor in 4.2 onder (1).
(13) pagina 59
Hier wordt onder meer beschreven dat een (kortstondig verdachte) taxichauffeur foto’s van [slachtoffer] in zijn woonkamer had hangen. Deze passage hoeft vanwege de journalistieke relevantie daarvan, niet te worden verwijderd. Ook hier geldt dat het feit dat [eiser 1] c.s. dit voor het eerst hoort en hierdoor is geschokt, onvoldoende is om tot verwijdering over te gaan.
(14) pagina 63
Hier worden de emoties van de nabestaanden beschreven bij de opgraving van het lichaam van [slachtoffer] in 2011. De Persgroep heeft toegezegd deze passage te verwijderen (zie 5.84 van de conclusie van antwoord).
(15) pagina 69
Deze pagina bevat de beschrijving van de doodsoorzaak van [slachtoffer] . De desbetreffende passage hoeft niet te worden verwijderd. Weliswaar is deze passage voor de nabestaanden van [slachtoffer] zeer indringend, maar daartegenover staat dat de journalistieke relevantie groot is. Bovendien wordt uit deze passage duidelijk dat ook een cold case onderzoek, mede dankzij inmiddels toegenomen forensische vaardigheden, jaren na dato nog zeer relevante onderzoeksgegevens aan het licht kan brengen. Daarmee is een publiek belang gediend.
(16) pagina 138
Hier gaat het om de beschrijving van de reactie van [eiser 1] als haar het nieuws wordt verteld dat [slachtoffer] ook is verkracht. Deze passage moet uit het boek worden verwijderd omdat die wetenschap door [gedaagde 2] kennelijk is verkregen doordat hij dit van een lid van het politieteam heeft vernomen, hetgeen niet had mogen gebeuren, zoals hij had behoren te begrijpen. Ook al vindt deze beschrijving van de begrijpelijke emoties van [eiser 1] plaats op een niet diffamerende of denigrerende wijze, dit neemt niet weg dat daardoor om de genoemde reden een onaanvaardbare inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer wordt gemaakt.
(18) pagina 139
Op deze pagina wordt beschreven dat [eiser 1] een hartaanval heeft gehad op dezelfde dag waarop zij het zojuist bedoelde nieuws over [slachtoffer] heeft gehoord. Dit betreft medische gegevens die bij uitstek privacygevoelig zijn. Maar omdat deze gegevens al in eerdere media-uitingen zijn opgenomen en het niet gaat om diffamerende of denigrerende informatie, terwijl de passage kennelijk dient om het publiek te laten begrijpen hoe groot de impact van een dergelijke zaak ook na vele jaren nog op de nabestaanden is, wordt het de Persgroep niet verboden hiervan melding te maken. De passage bevat bovendien nog een aanvullende bijzonderheid (“Nog in het ziekenhuis…”) waarvan de Persgroep al heeft toegezegd deze te zullen schrappen.
(19) pagina 148
Hier wordt beschreven dat [eiser 1] aanvankelijk niet in staat was haar kinderen te vertellen dat [slachtoffer] is verkracht. Het betreft een beschrijving van de volkomen begrijpelijke emoties van [eiser 1] en geschiedt niet op een diffamerende of denigrerende wijze. Toch wordt publicatie van deze emoties verboden om de hiervoor in (12) en (16) genoemde redenen.
(20) pagina 216
Hier wordt beschreven dat een medewerkster van Slachtofferhulp en de raadsman van [eiser 1] haar proberen gerust te stellen toen bleek dat de rechtbank de strafzaak tegen de verdachte aanhield om te beslissen over zijn verzoek tot invrijheidstelling. Ook hier geldt dat het een beschrijving betreft van de begrijpelijke emoties van [eiser 1] en dat dit niet geschiedt op een diffamerende of denigrerende wijze. Toch wordt ook publicatie van deze bijzonderheden om de voormelde redenen verboden.
(21) pagina’s 94, 95, 102, 103, 108 en 109
Het is [eiser 1] c.s. hier te doen om de privacy van drie andere slachtoffers van verkrachting door de inmiddels berechte dader in de zaak van [slachtoffer] . Deze slachtoffers worden in het boek met gefingeerde namen aangeduid. Ter zitting heeft de Persgroep aangevoerd dat de desbetreffende passages, mede naar aanleiding van bezwaren van het OM, nog zullen worden herschreven. De Persgroep wordt hierbij in overweging gegeven (zie ook de zesde onder 4.2 genoemde omstandigheid) daarbij grote terughoudendheid te betrachten en rekening te houden met het algemene belang van de aangiftebereidheid van het publiek.
(22) pagina’s 66, 67, 93 tot en met 96, 102 tot en met 104, 108 tot en met 110
[eiser 1] c.s. schaart zich hier achter een door het OM gemaakt bezwaar. Hiervoor geldt hetzelfde als onder 21 vermeld.
(23) pagina 58
Ook hier schaart [eiser 1] c.s. zich achter een door het OM gemaakt bezwaar en wel tegen het gebruik van het woord buurtgenoot. Hierdoor zou de desbetreffende persoon te herleiden zijn, hetgeen de aangiftebereidheid van het publiek nadelig zou kunnen beïnvloeden. De Persgroep heeft geen aanleiding gezien in deze passage veranderingen aan te brengen. Er is onvoldoende aanleiding de Persgroep hiertoe te veroordelen. Wel wordt haar in overweging gegeven het woord buurtgenoot te vervangen door het woord man.