2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat
Primair:
hij op of omstreeks 28 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] , hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij verdachte, terwijl hij in zijn auto
(merk: Toyota, type; Prius) zat (hard) gas gegeven waardoor die [slachtoffer 1] met die auto werd meegetrokken en/of gas (bij) gegeven terwijl die [slachtoffer 1] de voorgenoemde auto vast had en/of hij, verdachte, de vingers van die [slachtoffer 1] proberen los te maken van die auto en/of (met hoge snelheid) door een/de bocht is gereden (waardoor die [slachtoffer 1] hard op de grond is gevallen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair:
hij op of omstreeks 28 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] heeft mishandeld, immers heeft hij verdachte, terwijl hij in zijn auto (merk: Toyota, type; Prius) zat (hard) gas gegeven waardoor die [slachtoffer 1] met die auto werd meegetrokken en/of gas (bij) gegeven terwijl die [slachtoffer 1] de voorgenoemde auto vast had;
hij op of omstreeks 13 september 2018, te Amsterdam, in elk geval in Nederland, omstreeks 00.30 uur, op de openbare weg in de omgeving van het Surinameplein, althans op een openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon (merk: Iphone, type: 5 SE) en/of een OV Chipkaart en/of twee ING bankpassen en/of twee ABN/AMRO passen en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [salchtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [salchtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit het
- trekken aan de telefoon van die voorgenoemde [salchtoffer 2] en/of het (op dat moment) (hard) wegrijden met de auto (merk: Saab, kenteken: [kenteken] ), waardoor die [salchtoffer 2] werd meegetrokken en/of met haar been onder die voorgenoemde auto kwam en/of
- slaan (in het gezicht) van die [salchtoffer 2] (terwijl die [salchtoffer 2] met de auto meegetrokken werd) en/of
- spuiten van pepperspray in het gezicht en/of de ogen van die [salchtoffer 2] (terwijl die [salchtoffer 2] met de auto meegetrokken werd)
- losmaken van de vingers/handen van de [salchtoffer 2] , waarmee zij de auto (merk: Saab, kenteken: [kenteken] ) en/of telefoon vasthield
welk feit zwaar lichamelijk letsel bij die [salchtoffer 2] , te weten een gebroken enkel en/of een of meerdere (grote) open wond(en), ten gevolge heeft gehad;
hij op of omstreeks 28 december 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland door geweld of enige andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid een ambtenaar, [slachtoffer 1] , hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam, heeft gedwongen tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, te weten de aanhouding buiten heterdaad van [verdachte] , immers immers heeft hij verdachte, zittende in zijn auto (merk: Toyota, type; Prius) zat (hard) gas gegeven terwijl die [slachtoffer 1] de voorgenoemde auto vast had waardoor die [slachtoffer 1] met die auto werd meegetrokken nadat die [slachtoffer 1] riep "Politie, je bent aangehouden" en/of "Stop politie",
terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een gekneusde enkel bij die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
op 28 december 2018 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] , hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij verdachte, terwijl hij in zijn auto (merk: Toyota, type; Prius) zat gas gegeven waardoor die [slachtoffer 1] met die auto werd meegetrokken en gas bij gegeven terwijl die [slachtoffer 1] de voorgenoemde auto vast had en hij, verdachte, de vingers van die [slachtoffer 1] proberen los te maken van die auto en met hoge snelheid door een bocht is gereden waardoor die [slachtoffer 1] hard op de grond is gevallen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 13 september 2018, te Amsterdam, omstreeks 00.30 uur, op de openbare weg in de omgeving van het Surinameplein, tezamen en in vereniging met anderen, een telefoon (merk: Iphone, type: 5 SE) en een OV Chipkaart en twee ING bankpassen en twee ABN/AMRO passen, die toebehoorden aan [salchtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld tegen voornoemde [salchtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond uit het
- trekken aan de telefoon van die voorgenoemde [salchtoffer 2] en het (op dat moment) hard wegrijden met de auto (merk: Saab, kenteken: [kenteken] ), waardoor die [salchtoffer 2] werd meegetrokken en met haar voet onder die voorgenoemde auto kwam en
- slaan van die [salchtoffer 2] terwijl die [salchtoffer 2] met de auto meegetrokken werd en
- spuiten van pepperspray in het gezicht van die [salchtoffer 2] terwijl die [salchtoffer 2] met de auto meegetrokken werd en
- losmaken van de vingers en handen van die [salchtoffer 2] , waarmee zij de auto (merk: Saab, kenteken: [kenteken] ) vasthield
welk feit zwaar lichamelijk letsel bij die [salchtoffer 2] , te weten een gebroken enkel en grote open wonden, ten gevolge heeft gehad;
op 28 december 2018 te Amsterdam, door geweld een ambtenaar, [slachtoffer 1] , hoofdagent bij de politie Eenheid Amsterdam, heeft gedwongen tot het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, te weten de aanhouding buiten heterdaad van [verdachte] , immers heeft hij verdachte, zittende in zijn auto (merk: Toyota, type; Prius) gas gegeven terwijl die [slachtoffer 1] de voorgenoemde auto vast had waardoor die [slachtoffer 1] met die auto werd meegetrokken nadat die [slachtoffer 1] riep "Politie, je bent aangehouden" en "Stop politie", terwijl dit misdrijf enig lichamelijk letsel, te weten een gekneusde enkel bij die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
8 Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
poging tot zware mishandeling;
diefstal vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
door geweld een ambtenaar dwingen tot het nalaten van een ambtsverrichting.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden, waarvan 3 (drie) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. verdachte meldt zich binnen twee weken na het onherroepelijk worden van dit vonnis bij reclassering Nederland op het adres: [adres 1] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
2. verdachte laat zich behandelen door de forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, door het volgen van een delictpreventietraining.
De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele periode of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte daarin te begeleiden.
Wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 950,00 (negenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] , € 950,00 (negenhonderdvijftig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening. Als verdachte niet betaalt, wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 19 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Verdachte moet voornoemd bedrag aan de Staat betalen, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Wijst de vordering van [salchtoffer 2] , toe tot € 15.434,66 (vijftienduizend vierhonderd vierendertig euro en zesenzestig cent), bestaande uit € 10.000,00 (tienduizend euro) voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 september 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening en € 5.434,66 (vijfduizend vierhonderd vierendertig euro en zesenzestig cent) voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [salchtoffer 2] , hoofdelijk, dat wil zeggen behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Wijst af de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 4.830,72.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [salchtoffer 2] , € 15.434,66 (vijftienduizend vierhonderd vierendertig euro en zesenzestig cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 10.000,00 (tienduizend euro) vanaf 13 september 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening en met de wettelijke rente over € 5.434,66 (vijfduizend vierhonderd vierendertig euro en zesenzestig cent) vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening. Als verdachte niet betaalt wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 110 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Ook deze bestalingsverplichting is hoofdelijk. Verdachte moet voornoemd bedrag aan de Staat betalen, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de twee genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Veroordeelt verdachte in de proceskosten aan de zijde van [salchtoffer 2] tot op heden begroot op € 720,00.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Leijten, voorzitter,
mrs. A.C.J. Klaver en E.G.M.M. van Gessel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Fleskens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 april 2019.
De jongst rechter is buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.