4.1.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen dat [verdachte] zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van investeerders in Noordenwind. Daarvoor is het volgende van belang.2
4.1.3.1. Het begin van Noordenwind
[medeverdachte 4] heeft op 14 april 2015 een stichting opgericht met de naam Stichting Obligatiebeheer Flexwerk (hierna: SOF).3 [medeverdachte 4] wilde geld ophalen om een uitzendbureau te beginnen voor flexwerk. [medeverdachte 3] zou de obligaties gaan verkopen, maar daarvoor bleek weinig interesse. De naam van de stichting is op voorspraak van [medeverdachte 3] gewijzigd in Stichting Obligatiebeheer Noordenwind (hierna: SON). [medeverdachte 3] wilde Noordenwind in de markt zetten met vastgoed.4 Het doorvoeren van de naamswijziging heeft volgens [medeverdachte 3] een paar maanden geduurd.5 De naamswijziging is bij de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) geregistreerd op 16 oktober 2015.6 De domeinnaam noordenwindvastgoed.nl was al op 22 augustus 2015 geregistreerd.7
[medeverdachte 3] verklaart dat er in juni of juli 2015 al werkzaamheden werden verricht.8 [medeverdachte 4] deed de inhoud en de structuur van het obligatiefonds en [medeverdachte 3] heeft het design compleet gemaakt.9 [medeverdachte 3] verklaart dat zijn beginwerkzaamheden bestonden uit het maken van de website, de brochure, het inschrijfformulier en e-mailadressen.10 Ze zijn gestart in Arnhem11. [medeverdachte 3] heeft mensen aangesteld, onder wie [verdachte] .12 [verdachte] verklaart over zijn werkzaamheden dat hij het team op poten moest zetten en dat ze met zes tot acht man waren. Hij had de leiding over het personeel en deed de verkooptrainingen.13
Ook uit WhatsApp-gesprekken komt naar voren dat al vóór 16 oktober 2015 werkzaamheden werden verricht voor Noordenwind. Zo stuurde [medeverdachte 3] op 18 september 2015 aan [medeverdachte 4] de mededeling dat hij wel voor hem ging bellen en dat hij wel een kantoortje met verkopers ging regelen.14 Op 22 september 2015 deelde [medeverdachte 3] mee dat ‘ [naam 1] ’ en ‘ [naam 2] ’ akkoord hadden gegeven en dat zij weg zouden zijn zodra [naam 3] het salaris had overgemaakt.15
Vanaf oktober 2015 werden er investeringen ontvangen. De eerste investering van 5.000 euro was afkomstig van [naam 4] en werd op de privérekening van [medeverdachte 3] ( [nummer ] ) in twee delen ontvangen op 8 en 9 oktober 2015. Vervolgens werden op 9 oktober 2015 vanaf dezelfde rekening (salaris)voorschotten betaald, onder andere aan [verdachte] .16 Op 21 oktober 2015 ontving [verdachte] opnieuw salaris.17
[medeverdachte 4] was van 14 april 2015 tot 31 maart 2016 bestuurder van SOF/SON. Op 1 november 2015 traden [medeverdachte 5] en [naam 5] ook toe als bestuurders en zij bleven dat tot 31 maart 2016. Op 31 maart 2016 traden [naam 6] en [verdachte] toe als bestuurders. [naam 6] trad op 4 april 2016 af en [verdachte] op 8 juli 2016.18 Op 8 juli 2016 trad [naam 5] aan als bestuurder en [naam 7] als commissaris (vice-voorzitter). Op dat moment was [naam 8] al aangetreden als commissaris (voorzitter, sinds 31 maart 2016).
Uit het dossier blijkt niet dat bij de betrokken verdachten sprake was van kennis van of ervaring met de vastgoed- of beleggingswereld. Evenmin is gebleken dat de verdachten zich hierin verdiept hebben voorafgaand aan het aanbieden van de obligaties. Van een concreet bedrijfs- of investeringsplan is evenmin gebleken.
4.1.3.2. De structuur van Noordenwind
In 2015 en 2016 zijn onder de naam Noordenwind Vastgoed obligaties verkocht. Noordenwind Vastgoed is bij de KvK niet bekend als zelfstandige entiteit.19 Wel is rondom ‘Noordenwind Vastgoed’ sprake van een structuur van verschillende rechtspersonen. In de eerste plaats was er SON, waarop hiervoor al is ingegaan. Daarnaast waren er nog twee stichtingen, Stichting Obligatiebeheer Noordenwind II (hierna: SON II) en Stichting Obligatiebeheer Noordenwind V (hierna: SON V). Ook was er de besloten vennootschap (hierna: bv) Tradewinds I B.V. (hierna: Tradewinds).
SON II is op 28 december 2015 opgericht onder haar oude naam Stichting Duurzamer Nederland. Op 15 juni 2016 is de naam gewijzigd in SON II. Op 27 oktober 2016 is de naam weer gewijzigd, nu naar Stichting Obligatiebeheer Stone Mountain II.20 [medeverdachte 5] was van 28 december 2015 tot 8 juli 2016 bestuurder (voorzitter).21 [naam 8] was tussen 14 juni 2016 en 8 juli 2016 bestuurder. [naam 5] was in de periode van 14 juni 2016 tot 29 september 2016 bestuurder. Vanaf 8 juli 2016 waren [naam 8] en [naam 7] commissarissen van deze stichting. Per 18 oktober was [naam 9] de bestuurder.
SON V is op 28 januari 2016 opgericht.22 [medeverdachte 5] was bestuurder van 28 januari 2016 tot 31 maart 2016. [verdachte] was bestuurder van 7 juni 2016 tot 8 juli 2016.23 [naam 5] was bestuurder van 6 juli 2016 tot 29 september 2016. Tussen 8 juli en 3 oktober 2016 waren [naam 8] en [naam 7] commissaris van SON V.
Tradewinds is op 31 mei 2015 opgericht onder de naam ’t Huys Life Style B.V. Van 10 november 2015 tot 31 maart 2016 was de naam MEHA B.V, waarna de naam Tradewinds werd.24 [medeverdachte 5] was van 10 november 2015 tot en met 30 september 2016 bestuurder en enig aandeelhouder van deze bv.25 Op 30 september 2016 werden [naam 10] en [naam 11] beiden bestuurder van Tradewinds.26 Per 30 september 2016 waren zij beiden ook voor vijftig procent aandeelhouder van Tradewinds.27
[naam 5] verklaart dat zijn broer, [medeverdachte 4] , leiding gaf aan de stichting (SON).28 Zijn broer heeft hem gevraagd of hij iets wilde tekenen en hij heeft toen in vertrouwen getekend. Hij heeft getekend voor een bestuurlijke functie en heeft nooit werkzaamheden verricht voor SON.29 Zijn broer had hem gevraagd en zei ”wij regelen de rest”.30 [naam 10] verklaart dat zijn vader, [medeverdachte 4] , de feitelijke leiding had bij Tradewinds.31 [naam 11] verklaart dat als haar vader, [medeverdachte 4] , iets vroeg of zei dat er iets gedaan moest worden, zij dat dan deed. Haar vader heeft haar eigenlijk alleen gevraagd een handtekening te zetten om bestuurder te worden.32
4.1.3.3. De aanbiedingen van Noordenwind
Door Noordenwind zijn drie soorten obligaties uitgegeven: ‘Noordenwind Obligatie 9,12%’, ‘Noordenwind Obligatie 6% + 6%’ en ‘Noordenwind II Obligatie Project Ennigerloh-Lidl-Duitsland’. Potentiële investeerders zijn op verschillende manier geïnformeerd over de inhoud van de verschillende obligatiefondsen.
In de brochure voor ‘Noordenwind Obligatie 9,12%’ is onder meer het volgende vermeld over dit obligatiefonds:
Stichting Obligatiebeheer investeert in winkels, woningen, horeca, kantoren en agrarische grond in Nederland. Kwalitatief hoogwaardig vastgoed, dat onze beleggers stabiele rendementen biedt.33 Het jaarlijks rendement op de Rentevast Obligatie is 9,12% bij een coupure van € 2.500 en 10,0% bij een coupure van € 100.000.34
Investeerder [naam 12] ontving op 13 januari 2016 een e-mailbericht van relatiebeheer@noordenwindvastgoed.nl met daarin informatie over het obligatiefonds ‘Noordenwind Obligatie 9,12%’. In dit e-mailbericht is onder meer de volgende informatie vermeld over dit obligatiefonds:
Noordenwind Vastgoed is wettelijk verplicht het vermogen juridisch af te scheiden van het vermogen van de beheerder. Het vermogen van Noordenwind Vastgoed staat op naam van SON (de juridisch eigenaar). De stichting en Noordenwind Vastgoed zijn aparte juridische entiteiten waardoor het vermogen van Noordenwind Vastgoed volledig is afgescheiden. Dit betekent dat als Noordenwind Vastgoed failliet zou gaan, uw vermogen bij SON veilig is. De aanbieding van deze obligatie aan consumenten valt onder de reikwijdte van de Wet oneerlijke handelspraktijken en daarmee onder het toezicht van de AFM op naleving daarvan.35
[naam 13] heeft een arbeidscontract gesloten met Noordenwind Vastgoed en later met SON II.36 Hij verklaart dat hij een belscript kreeg waar hij zich aan moest houden.37 In het belscript voor het obligatiefonds ‘Noordenwind Obligatie 9,12%’ staat onder meer het volgende over dit fonds:
Noordenwind Vastgoed biedt u de mogelijkheid op een veilige manier een goed rendement te behalen. Wij bieden een obligatie met een vast jaarlijks rendement van 9,12%. Het kapitaal dat wordt aangetrokken, is bestemd voor de aankoop van kantoorcomplexen en woningen. De woningen/kantoorcomplexen worden aangekocht minimaal 20% onder de marktwaarde. Deze dient tevens als zekerheid voor obligatiehouders. Zij hebben het 1e recht van hypotheek op de woningportefeuille als zekerheid.38
In de brochure voor ‘Noordenwind Obligatie 6% + 6%’ staat onder meer het volgende over dit obligatiefonds:
Stichting Obligatiebeheer Noordenwind Vastgoed belegt in Nederlands vastgoed.39 Het jaarlijks rendement op de Rentevast Obligatie is 6%. Het maximum winstdeel bedraagt bij een coupure van € 5.000 6,0% en bij een coupure van € 125.000 14,2%.40 Wij geven een hypotheekrecht aan Stichting Obligatiebeheer Noordenwind Vastgoed. Dat hypotheekrecht gaat over de woningen die wij zullen aankopen met het geld van de obligatie. Als wij niet aan onze verplichtingen voldoen, kan de stichting woningen verkopen. Dat doet de stichting voor alle beleggers. Met het geld van de verkoop betaalt de stichting de rente en de lening terug. Wij geven de stichting het recht van 1e hypotheek.41 Er is toezicht van de AFM op de aanbieding van effecten van Stichting Obligatiebeheer Noordenwind Vastgoed.42
In de brochure voor ‘Noordenwind II Obligatie Project Ennigerlo-Lidl-Duitsland’ staat onder meer het volgende vermeld over dit obligatiefonds:
De investering betreft de aankoop en exploitatie van een middelgrote LIDL-supermarkt te Ennigerloh, Duitsland.43 Voor de obligatielening geldt een couponrente van 5% lineair per jaar. Daarboven wordt op basis van het uiteindelijke resultaat een winstafhankelijke bonusrente van 4,50% geprognosticeerd.44
Noordenwind verspreidde via haar website www.noordenwindvastgoed.nl ook informatie over de aangeboden producten. Zo staat op de archiefsite van 2 januari 2016 onder meer:
Middels uitgifte van vastgoedobligaties biedt Noordenwind Vastgoed particuliere beleggers een gegarandeerde rente gedurende de door hen gekozen investeringslooptijd. Deze rente bedraagt 9,12%.45
Door Noordenwind werd per e-mail ook informatie verstrekt over eerdere behaalde resultaten. Zo ontving investeerder [naam 14] op 23 oktober 2015 van het e-mailadres relatiebeheer@noordenwindvastgoed.nl een e-mailbericht waarin onder meer is vermeld: “Voor alle zekerheid heb ik in de bijlage het track record gevoegd van de aankopen, verkopen en rendement die we in het verleden en hedendaags gerealiseerd hebben”.46 De betreffende bijlage, een fondsenoverzicht van Noordenwind Vastgoed, bevat dertig fondsnamen. 22 fondsen zijn volgens het overzicht gestart tussen 2004 en 2014 en succesvol afgerond tussen 2006 en 2015. De overige 8 fondsen zouden in 2014 of 2015 zijn gestart en nog niet afgerond zijn.47
Noordenwind verspreidde ook via een e-mailnieuwsbrief informatie die voor bestaande of nieuwe investeerders van belang kon zijn. In de nieuwsbrief van april 2016 staat dat oud [naam kantoor] directeur [naam 8] benoemd is tot commissaris.48 In diezelfde nieuwsbrief staat ook dat Noordenwind Vastgoed twee grachtenpanden in Utrecht en één in Hengelo heeft gekocht.49 Ook wordt vermeld dat ruim zestig obligatiehouders van Noordenwind Vastgoed zijn uitgekeerd en dat Noordenwind erin is geslaagd al het beloofde na te komen.50
De mededeling dat [naam 8] een voormalig directeur is geweest bij [naam kantoor] is feitelijk onjuist. [naam 8] heeft wel als beleggingsadviseur voor [naam kantoor] gewerkt, maar nooit de functie van directeur bekleed.51 Uit WhatsApp-gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] komt naar voren dat het bij Noordenwind betrekken van [naam 8] moet bijdragen aan de verkoop van obligaties. Op 5 november 2015 voeren [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] het volgende gesprek.
[medeverdachte 4] 00:41:49: Bel morgen [naam 8] ws directeur bellegingen bij [naam kantoor] en ken verl vermogenende mensen en is ondeugend net als jij!
[medeverdachte 3] 00:42:30: Kan hij niet in het bestuur
[medeverdachte 4] 00:42:51: Ga ik hem vragen
[medeverdachte 3] 00:42:55: Als toezicht blabla
00:43:18 Wel een waanzinnige naam en referentie kunnen we tegen de klanten zeggen
00:43:34 Extra verkoop
00:43:38 hahahahha52
[medeverdachte 4] 00:44:20 Juist kunnen we me vooruit en staat goed aangeschreven ps ik weet zijn zwakke plekken!
[medeverdachte 3] 00:46:12 Ja top. Zou wel mooi zijn als hij in het bestuur komt
[medeverdachte 4] 00:47:07: Zoals ik zei ken zijn zwakke plekken komt goed
[medeverdachte 3] 00:50:21: Top. Ja goede referentie en klanten hebben vertrouwen hahahahha53
4.1.3.4. Investeerders in Noordenwind
Noordenwind liet de investeerders hun geld op verschillende rekeningen overmaken. Om te beginnen op de bankrekeningen van SON ( [nummer ] ), SON II ( [nummer ] ) en SON V ( [nummer ] ). Daarnaast werd gebruik gemaakt van de privébankrekening van [medeverdachte 3] en tot slot de bankrekening van Valeo Media BV (hierna: Valeo) ( [nummer ] ). Valeo was een bv waarvan [medeverdachte 3] via Robur Media Holding B.V. bestuurder en meerderheidsaandeelhouder was.54
Op de bankrekening van SON is tussen 22 oktober 2015 en 27 mei 2016 in totaal € 2.891.107,50 ontvangen van investeerders.55
Tussen 23 februari 2016 en 3 augustus 2016 is € 2.087.475,- ontvangen van investeerders op de rekening van SON V. Van de investeringen die op de rekening van SON V zijn ontvangen, is in totaal € 115.900 doorgeboekt vanaf de rekening van SON. Deze geldbedragen zijn meegenomen bij berekening van de ontvangsten op de bankrekening van SON.56 Met aftrek van dit bedrag van € 115.900, is in totaal € 1.971.575,- geïnvesteerd op de bankrekening van SON V.
Investeerders hebben tussen 27 juni 2016 en 30 augustus 2016 in totaal € 888.500,- overgemaakt op de bankrekening van SON II.57
Op de bankrekeningen van [medeverdachte 3] en Valeo is in totaal € 176.875 binnengekomen; tussen 8 oktober 2015 en 4 juli 2016 opgeteld € 126.875,- op de rekening van [medeverdachte 3]58 en op 20 juli 2016 € 50.000,- bij Valeo.59
In totaal is op deze rekeningen een bedrag ontvangen van € 5.928.057,50, afkomstig van investeerders in Noordenwind. De rechtbank zal nu in gaan op enkele concrete verhalen van investeerders in de producten van Noordenwind.
De eerste investeerder die de rechtbank bespreekt is [naam 15] . Op 2 november 2015 werd op de bankrekening van SON € 5.000,- van hem ontvangen.60 Op 29 maart 2016 werd op de bankrekening van SON V € 15.000,- ontvangen van [naam 15] .61 De eerste investering was tegen 9,12% rente en de tweede was tegen 6% rente.62 [naam 15] had via de krant van Noordenwind gehoord, per e-mail naar de condities gevraagd en vervolgens informatie ontvangen.63 [naam 15] werd ook een paar keer telefonisch benaderd en daarbij werd hem uitgelegd dat sprake was van veilige beleggingen.64 Het rentepercentage en het feit dat in vastgoed belegd zou worden terwijl de woningmarkt weer aan het aantrekken was, waren voor [naam 15] doorslaggevende punten om te investeren.65 [naam 15] investeerde in maart 2016 opnieuw, nadat hij op 22 maart 2016 zijn eerder geïnvesteerde bedrag van 5.000 euro met rente had teruggekregen. Het rentepercentage van 9 % kon niet waargemaakt worden, maar het vertrouwen was er nog wel bij [naam 15] , vanwege de terugbetaling van zijn eerste inleg.66
Ook [naam 16] en [naam 14] hebben geïnvesteerd. Op de rekening van SON werd op 1 december 2015 in vijf keer in totaal € 200.000,- ontvangen.67 Op 21 januari 2016 werd op diezelfde rekening in twee keer in totaal € 100.000,- ontvangen.68 [naam 16] zocht naar een hoog rendement op vastgoed en kwam zo bij Noordenwind terecht. Zij kreeg per e-mail de brochure en het informatiememorandum van Noordenwind toegestuurd. Op 23 oktober 2015 ontving zij een e-mailbericht waarbij een trackrecord was meegestuurd. [naam 16] verklaart dat Noordenwind daarmee liet zien dat al successen waren behaald, wat voor haar wel een toevoeging was.69 Doorslaggevend om te investeren was voor haar dat Noordenwind aangaf dat het aan te kopen vastgoed in de stichting terecht zou komen.70 Dat ter zekerheid een eerste hypotheek verstrekt zou worden was ook doorslaggevend.71
[naam 17] heeft een bedrag van € 25.000,- geïnvesteerd in Noordenwind. Dit bedrag kwam op 17 december 2015 binnen op de rekening van SON.72 [naam 17] had zijn informatie over Noordenwind van internet gehaald en had veel contact met [naam 6] .73 De reden om in Noordenwind te investeren was dat zij zich bezig hielden met het aankopen van onroerend goed en dat onroerend goed kwam aantrekkelijk over op [naam 17] .74 [naam 6] had hem ook verteld over het rendement van 9,12%.75
[naam 18] heeft een bedrag van € 100.000,- geïnvesteerd in Noordenwind. Op 29 januari 2016 werd dit geldbedrag ontvangen op de bankrekening van SON en het geld was afkomstig van bankrekening [nummer ] .76 Deze bankrekening staat op naam van [naam 18] .77
[naam 19] , getrouwd met [naam 20] , heeft op twee momenten geïnvesteerd. Op de rekening van SON werd op 18 december 2015 € 15.000,- ontvangen, afkomstig van bankrekening [nummer ] .78 Deze rekening staat op naam van [naam 19] .79 Op 15 maart 2016 werd op de rekening van SON een bedrag van € 40.000 ontvangen van mevrouw [naam 19] .80 [naam 20] verklaart dat hij degene is geweest die contact heeft gehad met Noordenwind en de beslissing heeft genomen om te investeren, maar dat de obligatie op naam van zijn echtgenote is afgesloten.81 [naam 20] heeft een informatiememorandum en een fondsenoverzicht ontvangen. Het fondsenoverzicht was heel belangrijk, want dat gaf geloofwaardigheid.82 [naam 20] verklaart ook dat er een mooi rendement binnenkwam op de € 15.000 die al was ingelegd en dat hij zelf heeft gebeld om nog meer in te leggen.83
[naam 12] heeft op verschillende momenten geïnvesteerd in Noordenwind. In totaal heeft hij € 107.500 geïnvesteerd. Op de bankrekening van SON zijn geldbedragen binnengekomen op 26 januari 2016 (€ 7.500)84, 24 februari 2016 (€ 20.000)85 en 13 april 2016 (€ 30.000).86 Daarnaast werd op de bankrekening van Valeo op 20 juli 2016 een bedrag van € 50.000,- ontvangen.87 [naam 12] heeft voorafgaand aan zijn eerste betaling een aanbod per e-mail ontvangen. Hij heeft zich ingeschreven op basis van dat aanbod, wat onder meer inhield dat sprake was van een rente van 9,12% en een looptijd van 24 maanden. Dat het vermogen afgescheiden zou zijn, was voor [naam 12] een reden om in te stappen. Een aan hem verstrekt overzicht van gerealiseerde en lopende projecten gaf vertrouwen dat het goed zat.88 [naam 12] dacht goed te zitten, omdat er in vastgoed werd belegd.89 De € 50.000,- heeft [naam 12] geïnvesteerd in een 6%+6% obligatie. Dat was op advies van [medeverdachte 3] . 90
4.1.3.5. Aankoop van vastgoed
De rechtbank zal hierna ingaan op de bestedingen die Noordenwind met de van de beleggers ontvangen gelden heeft gedaan. Om te beginnen op de uitgaven aan vastgoed.
Aangeschaft vastgoed op de Filipijnen
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat SON op de Filipijnen een appartement heeft gekocht voor een bedrag van € 48.000 en een woonhuis voor € 28.000 à € 29.000.91 Op de bankrekening van SON zijn overboekingen van € 48.458,41 (15 december 2015)92 en € 28.028,00 (20 januari 2016)93 terug te vinden. In totaal is daarmee € 76.486,41 besteed aan de aanschaf van onroerend goed op de Filipijnen.
Aangeschaft vastgoed door Tradewinds
Door Tradewinds zijn in 2016 verschillende panden gekocht. Het geld op de rekening van Tradewinds ( [nummer ] ) is hoofdzakelijk afkomstig van de bankrekeningen van SON en SON V. In totaal is op de rekening van Tradewinds een bedrag van € 4.193.756,64 ontvangen, waarvan € 1.032.000,- van SON en € 2.125.000,- van SON V (in totaal € 3.157.000,-).94 De overige substantiële bijschrijvingen op de rekening van Tradewinds staan in een directe relatie met eerdere betalingen vanaf de rekening van Tradewinds en/of zijn ontvangen nadat het laatste pand door Tradewinds is aangeschaft. Hieruit volgt dat de verschillende panden zijn aangeschaft met geld dat afkomstig is van de investeerders in SON en/of SON V.
Op 1 april 2016 krijgt Tradewinds het appartementsrecht geleverd van een woning met als adres Het [adres 1] . De koopprijs bedraagt € 152.000,-.95 Op 21 maart 2016 wordt vanaf de rekening van Tradewinds € 15.200 overgemaakt naar VBC Notarissen en € 510,- naar de erven [naam 21] (de verkopers van [adres 1] ), beide overboekingen onder vermelding van [adres 1] .96 Op 29 maart 2016 wordt nogmaals geld overgemaakt naar VBC Notarissen onder vermelding van [adres 1] , ditmaal € 141.231,63.97 Op 4 april 2016 wordt een bedrag van € 169,25 retour ontvangen van VBC Notarissen, onder vermelding van [adres 1] .98 Netto wordt daarmee € 156.722,38 betaald voor het appartementsrecht van [adres 1] (inclusief kosten).
Op 8 april 2016 krijgt Tradewinds het appartementsrecht geleverd van een woning met als adres [adres 2] . De koopprijs bedraagt € 125.000,-.99 Op 21 maart 2016 wordt vanaf de rekening van Tradewinds € 12.500 overgemaakt naar VBC Notarissen onder vermelding van [adres 2] .100 Op 30 maart 2016 wordt vanaf de rekening van Tradewinds € 116.180,41 overgemaakt naar VBC Notarissen onder vermelding van [adres 2] .101 Op 11 april 2016 wordt een bedrag van € 75,41 retour ontvangen van VBC Notarissen, onder vermelding van [adres 2] .102 Netto wordt daarmee € 128.605,- betaald voor [adres 2] (inclusief kosten).
Zowel bij de levering van [adres 1]103 als bij de levering van [adres 2]104 wordt Tradewinds na een schriftelijke volmacht vertegenwoordigd door een werknemer van het notariskantoor. [medeverdachte 5] verklaart dat hij voor beide panden een volmacht heeft getekend en die aan [medeverdachte 4] heeft gegeven.105
Tradewinds heeft ook een woning in Portugal gekocht. De verkopers waren [naam 10] en [naam 11] en het betreft de woning op het adres [adres 3] . Volgens de Portugese autoriteiten is de villa op 28 juni 2016 aan Tradewinds verkocht voor een bedrag van € 254.040,08.106 Volgens een op 25 januari 2015 gedateerde overeenkomst werd deze woning door [naam 10] en [naam 11] voor 420.000 verkocht aan MEHA B.V. In deze overeenkomst werd MEHA B.V vertegenwoordigd door [medeverdachte 5] , die de overeenkomst ook heeft ondertekend.107 Op 2 mei 2016 wordt vanaf de bankrekening van Tradewinds aan zowel [naam 10] als aan [naam 11] een bedrag van € 21.000,- overgemaakt onder vermelding van [adres 3] .108 Op 6 juni 2016 worden twee bedragen van elk € 189.000,- overgemaakt naar [naam 22] onder vermelding van [adres 3] .109 Tot slot worden op 13 juni 2016 twee bedragen van elk € 2.033,- overgemaakt naar [naam 23] onder vermelding van [adres 3] .110 Op 4 juli 2016 wordt een bedrag van € 110.477,98 retour ontvangen van [naam 22] .111 Netto wordt daarmee vanaf de bankrekening van Tradewinds een bedrag van € 313.588,02 betaald voor de woning van de kinderen van [medeverdachte 4] in Portugal.
Op 26 augustus 2016 krijgt Tradewinds tot slot onroerend goed in Utrecht geleverd, te weten de panden [pand 1] en [pand 2] , [huisnummer 1] en [huisnummer 2] met bijbehorende grond. Tradewinds wordt bij de levering vertegenwoordigd door [medeverdachte 5] .112 De koopprijs bedraagt € 1.700.000,.113 Op 16 maart 2016 wordt € 170.000,- overgemaakt naar [naam 24] (de verkoper van de panden) onder vermelding van [pand 1] en [pand 2] .114 Op 15 augustus 2018 worden twee bedragen van in totaal € 1.675.000,- overgemaakt naar [naam notarissen] netwerk notarissen onder vermelding van [pand 1] / [pand 2] .115 Op 29 augustus 2016 wordt het teveel overgemaakte (€ 82.733,20) teruggeboekt.116 Netto wordt daarmee een bedrag van € 1.762.266,80 betaald voor de panden in Utrecht (inclusief kosten).
Overige bevindingen met betrekking tot het aangekocht vastgoed
Het vastgoed is door Tradewinds aangekocht met gelden die afkomstig waren van SON en SON V. Niet is gebleken dat aan die overboekingen geldleenovereenkomsten ten grondslag lagen.117 Wel is op een door [medeverdachte 1] afgegeven laptop een Word-versie aangetroffen van een niet-ondertekende conceptovereenkomst tussen SON en Tradewinds, waarin is opgenomen dat Tradewinds € 12.200.000,- heeft ontvangen van SON.118 Het document is blijkens de bestandseigenschappen voor het laatst gewijzigd door [medeverdachte 3] , op 22 februari 2016.119 Uit WhatsApp-berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] is op te maken dat [medeverdachte 1] een oude laptop van [medeverdachte 3] heeft overgenomen.120 Op de bankafschriften van Tradewinds is het bedrag van € 12.200.000,- niet aangetroffen.121
Met betrekking tot het in Nederland gelegen vastgoed is onderzocht in hoeverre ten behoeve van de investeerders van Noordenwind een hypotheekrecht is gevestigd. Gebleken is dat met betrekking tot [adres 1] geen hypotheken zijn ingeschreven bij het kadaster.122 Met betrekking tot de [adres 2] is alleen een oude hypotheek uit 2005 ingeschreven bij het kadaster.123 Op de panden in Utrecht ( [pand 1] en [pand 2] ) is wel een hypotheek ingeschreven, namelijk tot een bedrag van € 500.000,-.124 Aan deze inschrijving ligt een lening- en hypotheekakte ten grondslag tussen [naam 25] en Tradewinds, vertegenwoordigd door [naam 10] . Deze akte is op 6 december 2016 getekend.125 Tegenover de hypothecaire zekerheid staat een geldlening van € 500.000,-.126 Uit het dossier blijkt niet dat sprake is geweest van enige hypothecaire zekerheid ten behoeve van de investeerders.
Het in Nederland gekochte vastgoed is door Tradewinds verhuurd. De huurpenningen van de panden in Utrecht komen binnen op de bankrekening van Tradewinds, in totaal € 31.647,35.127 Op de privérekening van [medeverdachte 3] worden huuropbrengsten en borgsommen ontvangen van [adres 1] en [adres 2] . Het gaat om een bedrag van in totaal € 6.020,-. Ten aanzien van [adres 1] gaat het om vier huurbetalingen van € 570,-128 en twee borgsommen van € 470,-.129 Ten aanzien van de [adres 2] om één huur- en borgbetaling (€ 1.400,-)130 en twee huurbetalingen van € 700,-.131
In de woning van [medeverdachte 4] is een document aangetroffen waarin [medeverdachte 4] namens SON aan [naam 26] het vruchtgebruik verstrekt van het op 18 december 2015 gekochte appartement op de Filipijnen.132 [medeverdachte 4] heeft verklaard dat [naam 26] een goede vriendin van hem is.133
Hiervoor is in 4.1.3.2. al besproken dat [medeverdachte 5] op 10 november 2015 de aandelen verkreeg van Tradewinds (toen nog: MEHA B.V.) en dat de aandelen op 30 september 2016 zijn overgedragen aan de kinderen van [medeverdachte 4] . De betaling van de aandelenoverdracht had echter al eerder plaatsgevonden. SON betaalde op 29 januari 2016 € 15.000,- aan [medeverdachte 5] met als omschrijving ‘overname meha bv’.134 [medeverdachte 5] heeft hierover verklaard dat hij van dit bedrag € 10.000,- moest afstaan aan [medeverdachte 4] en [naam 5] .135 De rechtbank stelt vast dat SON voor de overname van MEHA B.V. (maximaal) € 15.000,- heeft betaald en dat - in de periode tussen de betaling en de levering van de aandelen aan de kinderen van [medeverdachte 4] - Tradewinds de eigendom heeft verkregen van de panden in Steenderen, Hengelo, Portugal en Utrecht.
Samenvatting ten aanzien van de aankoop van vastgoed
Hiervoor zijn de verschillende vastgoedtransacties besproken. Hieruit komt naar voren dat met geld van SON en SON V onroerend goed in Nederland, Portugal en op de Filipijnen is aangeschaft, tot een (netto)totaalbedrag, inclusief aanschafkosten, van € 2.437.668,61.
4.1.3.6. Overige bestedingen
Op de bankrekening van SON is het meeste geld gestort door investeerders, in totaal € 2.891.107,50. Van deze investeringen is € 549.530,31 terugbetaald aan investeerders.136 Een bedrag van in totaal € 1.032.000,- is overgeboekt naar Tradewinds.137 Van het resterende geld is onder meer ruim € 450.000 uitgegeven aan operationele kosten en ruim € 147.000 aan uitbetaalde obligatierente.138 Van dit geld zijn echter ook voor € 259.141,- bestedingen gedaan ten behoeve van [medeverdachte 4] en voor € 209.312,- ten behoeve van [medeverdachte 3] .139
Van het geld dat van investeerders is ontvangen op de rekening van SON II (€ 888.500,-) is in totaal € 701.500,- teruggestort op rekeningen van investeerders.140 Van het resterende bedrag is ongeveer € 117.000 uitgegeven aan operationele kosten.141 Vervolgens resteert een saldo van ongeveer € 70.000.
Hiervoor is al vermeld dat een groot deel van de ontvangen investeringen op de rekening van SON V (€ 2.125.000,- van de ontvangen € 2.414.133,34142) is doorgeboekt naar Tradewinds. Van de resterende gelden is € 52.500,- retour gegaan naar investeerders en € 12.981,68 gebruikt voor rentebetalingen aan investeerders. Verder is ongeveer € 3.750 contant opgenomen of gebruikt voor andere uitgaven. Daarnaast is een bedrag van € 205.250,- overgemaakt naar de bankrekening van SON II.143
Na de uitgaven vanaf de rekening van SON II en de bijschrijving op deze rekening vanaf de rekening van SON V, resteert in totaal een geldbedrag van € 275.663,04. Dit geldbedrag is tussen 5 december 2016 en 13 januari 2017 in zijn geheel overgeboekt naar een bankrekening van Stone Hill (Beheer Bv) (hierna gezamenlijk: Stone Hill) (DOC-076). [naam 8] verklaart dat hij en [naam 7] als commissarissen van SON II het geld ‘veilig hebben gesteld’ op de rekening van Stone Hill en dat daarbij niet is samengewerkt met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en/of [verdachte] (G-04-01).
Op de bankrekening van Valeo komt op 20 juli 2016 € 50.000,- binnen van investeerder [naam 12] . Voorafgaand aan deze bijschrijving was het saldo op de rekening € 3,08. Nog geen drie weken later, op 8 augustus 2016, is het saldo op de rekening negatief en is er dus voor meer dan € 50.000,- uitgegeven.144 [medeverdachte 3] heeft in een schriftelijke verklaring aangegeven dat hij dit geld gebruikt heeft om schulden af te betalen en online te gokken.145
Tot slot is geld van investeerders binnengekomen op de privérekening van [medeverdachte 3] . Tussen 8 en 19 oktober 2015 wordt in totaal € 15.000,- ontvangen van investeerders en op 27 oktober 2015 is hiervan in totaal € 14.621 besteed. Deels betreft het salarisbetalingen aan medewerkers van Noordenwind en deels privé-uitgaven.146 Tussen 14 maart en 4 juli 2016 is nog eens een bedrag van € 111.875,- ontvangen van investeerders.147 In diezelfde periode is ook een bedrag van € 20.623 uit overige inkomsten ontvangen en is in totaal € 11.354,37 teruggestort naar aanleiding van eerdere bestedingen.148 Voorafgaand aan de bijschrijving op 14 maart 2016 is het saldo op de rekening € 93,36.149 Op 17 juli 2016, minder dan twee weken na de laatste bijschrijving, is het saldo op de rekening € 63,41150 en is het volledige bedrag dat van investeerders is ontvangen weer uitgegeven. [medeverdachte 3] verklaart dat hij deze gelden heeft ontvangen en dat hij ze heeft gebruikt voor pinopnames en voor zijn gok- en koopverslavingen.151
Hiervoor in 4.1.3.5 is al uitgebreid ingegaan op de bestedingen van Tradewinds die betrekking hebben op de aanschaf van vastgoed. Dit geld was vrijwel geheel afkomstig van de rekeningen van SON en SON V. Nadat het vastgoed is aangekocht is nog een groot geldbedrag bijgeschreven op de rekening van Tradewinds, namelijk het geld dat afkomstig was van de hypothecaire lening die is verstrekt door [naam 25] (€ 491.233,32).152 De binnengekomen gelden op de rekening van Tradewinds zijn verder onder meer besteed aan operationele kosten (€ 384.72,98), uitgaven ten behoeve van [medeverdachte 4] (€ 284.792,43), [medeverdachte 5] (€ 119.422,29) en [medeverdachte 3] (€ 12.195,02).153
Het bestedingspatroon in de beginperiode
Bij het bespreken van wat er is gebeurd met de investeringen die op de privérekening van [medeverdachte 3] zijn binnengekomen, is al besproken dat het geld dat daar in oktober 2015 op is gestort, vrijwel direct besteed is aan operationele kosten en privé-uitgaven ten behoeve van [medeverdachte 3] .
Ook is onderzocht wat er in de beginperiode is gebeurd met de gelden die op de rekening van SON zijn gestort. De eerste investering op de rekening is ontvangen op 22 oktober 2015. Voorafgaand aan die bijschrijving was het saldo negatief (€ -21,88).154 In de periode van 22 oktober 2015 tot en met 4 november 2015 werd in totaal € 105.000,- aan investeringen ontvangen. In die periode is ook een groot aantal uitgaven gedaan, waaronder operationele kosten, contante opnamen en privébestedingen in binnen- en buitenland.155 Het eindsaldo op 4 november 2015 op de rekening van SON is € 1.362,79.156
Samenvattend blijkt ten aanzien van de eerste investeringen het volgende. Tussen 8 oktober 2015 en 4 november 2015 is in totaal € 120.000,- aan investeringen ontvangen. Dit geld is op 4 november 2015 vrijwel geheel uitgegeven en niet is gebleken dat die uitgaven (deels) betrekking hadden op beleggingen in vastgoed.
4.1.3.7. Tussenconclusie: Alle investeerders in Noordenwind zijn opgelicht
Hiervoor is de rechtbank uitgebreid ingegaan op de start van Noordenwind, de structuur van Noordenwind, de producten van Noordenwind, de investeerders in Noordenwind en de uitgaven van Noordenwind.
De rechtbank leidt uit de beschreven feiten en omstandigheden af dat alle investeerders in Noordenwind zijn opgelicht. Daarvoor is het volgende van belang.
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen, en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen. Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang.
Uit de beschreven feiten en omstandigheden komt het volgende beeld naar voren. Vanaf oktober 2015 worden mensen benaderd om te investeren in Noordenwind en beginnen de eerste investeringen binnen te komen. Op dat moment is er geen sprake van een plan om het geld te beleggen in vastgoed (zoals de investeerders is voorgehouden). Wel wordt het binnenkomende geld vrijwel direct uitgegeven en niet in de laatste plaats ten behoeven van privé-bestedingen van verdachten.
Bij het overhalen van mensen om te investeren wordt daarbij in oktober 2015 al gebruik gemaakt van het trackrecord/fondsenoverzicht waarin evident onjuiste en misleidende informatie staat beschreven over het gestelde succesvolle handelen van Noordenwind. Evident onjuist omdat vóór 2015 op geen enkele manier sprake was van Noordenwind Vastgoed en het fondsenoverzicht al een succesvol verleden beschrijft vanaf 2008.
Hieruit volgt dat Noordenwind vanaf het begin niet de intentie heeft gehad om te beleggen in vastgoed en op die manier rendementen te behalen ten behoeve van de investeerders. Dit beeld komt ook naar voren uit de inhoud en toon van de WhatsApp-gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] uit de beginperiode, bijvoorbeeld de volgende berichten op 27 oktober 2015:
[medeverdachte 3] 14:50:50: Laat je even weten als je het bedrag hebt overgemaakt gr
18:40:41: [medeverdachte 4] , (…), is het mogelijk om 5k te storten ajb. Kom ik effe wat beter uit.
[medeverdachte 4] 19:48:09: Stort het nu
[medeverdachte 3] 19:49:20: Klant 50k gesloten
20:13:07: Die klant 50k komt vanuit een overwaarde
[medeverdachte 4] 20:13:08: Klasse gaat goede kant op appartement!
[medeverdachte 3] 20:14:21: Hahahah, ja man jan 100k opnemen (…)
(…)
[medeverdachte 3] 20:15:57: Maar met wat eigen geld kan ik wel een hypotheek regelen
(…)
[medeverdachte 3] 20:17:28: (…) zorg jij ajb voor het bedrag, kan ik volgende week het huisje in.
20:17:50: Zou mooi zijn als het appartementje kan kopen
20:17:59: Maar eerst effe veel omzet157
Op 12 november 2015 is voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] het volgende gesprek:
[medeverdachte 3] 18:20:14: Heb net mevrouw [naam 27] op kantoor gehad ze weet dat de stichting veranderd is van flex naar noordenwind ze heeft er nul procent vertrouwen in en wilt haar inleg terug anders gaat ze de AFM bellen (…) [medeverdachte 4] ik zou deze vrouw uitbetalen we krijgen de grootste gezeik mee
[medeverdachte 4] 18:32:52: Betaal haar nu incl rente ok
[medeverdachte 3] 18:33:10: Ok is er voldoende geld dan?
[medeverdachte 4] 18:33:30: Ja 100k
[medeverdachte 3] 18:33:46: Is echt een vuil rot mens
(…)
[medeverdachte 4] 18:47:30: Moeten er dus toch mee oppassen was in september maar nu kan ze miets mer zeggen zijn afspraak nagekomen
[medeverdachte 3] 18:47:53: Klopt ja is echt een … mens
18:47:59: Maar is nu opgelost
[medeverdachte 4] 18:48:32: Bedoel ik op naar de miljoenen158
(…)
[medeverdachte 4] 19:44:01: Gaan even opletten geen geld uitgeven zorgen voor een buffer van minimaal 250k strijder!
19:44:55: Oppassen voor die journalist
(…)
[medeverdachte 4] 19:47:19: Kunnen aantonen dat we net zijn gestart krijg je papieren zsm van de villa in Portugal en van hier hebben we officiel dekking op papier en aanloop kosten heeft elk bedrijf en stichting
(…)
[medeverdachte 4] 19:51:05: En boekhouding einde maand gedekt hebben kunnen ze ons niets maken jurist en fiscallist zijn het aan het uitwerken gaan we evev bij ze langs maken hun deelgenood dekken zij ons in.159
Ook op 12 december 2015 waarschuwt [medeverdachte 4] [medeverdachte 3] dat ze moeten opletten. [medeverdachte 4] stuurt die dag de volgende berichten aan [medeverdachte 3] :
00:05:12: Noch geen reactie van makelaar eigenaar vraagt zich af wat voor rendement wij hebben moet zeker 36% zijn de dame weet veel!
00:20:54: Advocaat fiscaal jurist notaris weten dat het een piramide spel is dus opletten! (…).160
Hiervoor is in 4.1.3.5 beschreven dat in 2016 met gelden van investeerders is belegd in vastgoed. Deze beleggingen zijn echter niet aan te merken als beleggingen met als doel om rendementen te behalen ten behoeve van de investeerders.
Daarvoor is allereerst van belang dat het geld van SON en SON V zonder geldleenovereenkomst is verstrekt aan Tradewinds en ook verder is niet gebleken van enige juridische binding tussen SON/SON V en Tradewinds. Evenmin is gebleken dat ter zekerheid van de investeerders een recht van hypotheek gevestigd is op de aangeschafte panden. Dat SON/SON V en/of de investeerders in SON/SON V aanspraak kunnen maken op het aangekochte vastgoed door Tradewinds is dan ook niet gebleken. Daar komt de gang van zaken rondom de verkoop van de aandelen van Tradewinds nog bij. De aanschaf van de aandelen is betaald met geld van de investeerders in SON (€ 15.000), op het moment dat de bv nog geen onroerend goed bevatte. De aandelen zijn echter geleverd aan de kinderen van [medeverdachte 4] op het moment dat voor ruim € 2.000.000 aan onroerend goed (vrij van hypotheek) is aangeschaft.
Ten aanzien van het op de Filipijnen aangekochte vastgoed kan vastgesteld worden dat dit betaald is met geld van SON. Of SON daadwerkelijk de eigendom heeft verkregen, is niet komen vast te staan. Daarbij komt dat het vruchtgebruik van het appartement is geschonken aan een vriendin van [medeverdachte 4] . Uit deze omstandigheden blijkt in elk geval dat het vastgoed op de Filipijnen niet ten gunste van de investeerders is aangeschaft.
Het handelen van de mensen achter Noordenwind kenmerkt zich doordat aan (potentiële) investeerders werd voorgehouden dat hun investeringen belegd zouden worden in vastgoed en dat de investeerders daarmee rendementen zouden behalen. Zodra het geld echter beschikbaar kwam voor Noordenwind, werd het anders besteed, met name voor privé doeleinden. Voor zover het geld wel besteed werd aan vastgoed, werd eerst bewerkstelligd dat het geld en daarmee het vastgoed buiten het bereik van de investeerders werd gebracht. Ook daardoor heeft Noordenwind feitelijk anders gehandeld dan de investeerders op grond van wat hen is voorgehouden mochten verwachten.
Het noodzakelijke gevolg van dit handelen was dat de verdachten of anderen ten koste van de investeerders bevoordeeld zouden worden. Daarmee was het oogmerk ook gericht op de wederrechtelijkheid van de bevoordeling. Noordenwind heeft immers geld opgehaald bij investeerders onder de noemer dat het geïnvesteerd zou worden in vastgoed en dat investeerders daarmee rendement zouden behalen. Door vervolgens zonder investeringsplan het geld aan andere doelen uit te geven en toe te delen aan de verdachten en/of anderen kon het niet anders zijn dan dat op enig moment het door investeerders ingelegde geld en/of de toegezegde rendementen niet meer betaald zouden kunnen worden. De verdachten moeten zich dat gerealiseerd hebben.
Voor beantwoording van de vraag of sprake is van een oplichtingsmiddel geldt als uitgangspunt dat in overeenkomsten, prospectussen of informatiebrochures gegeven garanties of toegezegde prestaties niet snel als zodanig zijn aan te merken, omdat het gaat over toekomstige onzekere gebeurtenissen. Toch kan ook dan sprake zijn van een oplichtingsmiddel als van meet af aan, of vanaf een bepaald moment, door het geven van een vertekend beeld van de werkelijkheid alleen (nog) maar sprake is van onwaarheden en listige kunstgrepen. De rechtbank wijst op dit punt ook op het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 26 april 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:1523, in het bijzonder paragraaf 5.2.1).
Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich in dit geval voor. Er is van meet af aan een volledig vertekend beeld van de werkelijkheid gegeven want het is bij Noordenwind immers nooit de intentie geweest om ten behoeve van de investeerders te beleggen in vastgoed. Alle in de tenlastelegging opgenomen mededelingen van Noordenwind zijn daarmee als oplichtingsmiddel te kwalificeren. Op basis van de in 4.1.3.4 weergegeven verklaringen van investeerders kan worden vastgesteld dat deze investeerders ook steeds onder invloed van de door één of meer van die mededelingen in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken zijn bewogen om te investeren.
De kern van de aangeboden producten van Noordenwind is dat het te investeren geld door Noordenwind belegd zou worden in vastgoed én dat rendement zou worden uitgekeerd aan de investeerders. Van deze kernelementen kan gezegd worden dat alle investeerders – ook degenen die niet zijn genoemd in de tenlastelegging – hiervan kennis hebben genomen én dat het niet anders kan zijn dat dat zij zich (mede) hierdoor hebben laten leiden bij de beslissing om te investeren in Noordenwind. Dat maakt dat bij alle investeerders in Noordenwind door een samenweefsel van verdichtsels en/of listige kunstgrepen een onjuiste voorstelling van zaken in het leven is geroepen, waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen. Daarmee is iedere investeerder in Noordenwind slachtoffer van de bij Noordenwind gepleegde oplichting.
4.1.3.8. De betrokkenheid van [verdachte]
De vaststelling dat alle investeerders in Noordenwind zijn opgelicht is de eerste stap in de beantwoording van de vraag of [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Vervolgens is van belang wat zijn rol bij deze oplichting is geweest en wat hij ten tijde van de investeringen in Noordenwind door investeerders wist. In het bijzonder moet de rechtbank de vraag beantwoorden of [verdachte] aangemerkt kan worden als medepleger van de oplichting.
De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend.
[verdachte] is hoofdzakelijk betrokken geweest bij het benaderen van potentiële investeerders om in Noordenwind te investeren. Daarnaast is hij gedurende enkele maanden (op papier) bestuurder geweest van SON en SON V. Uit het dossier blijkt niet dat [verdachte] typische bestuurswerkzaamheden heeft verricht. [verdachte] heeft zich bij Noordenwind in het geheel niet kritisch opgesteld, hij stelde geen vragen bij twijfelachtige omstandigheden en aanvaardde de bestuursfuncties zonder enig onderzoek naar de daarbij behorende verantwoordelijkheden. In dat kader is ook de achtergrond van [verdachte] van belang: hij heeft in het verleden bij Centurion gewerkt161 (een bedrijf dat voorkomt in een eerder strafrechtelijk onderzoek naar beleggingsfraude) en stelt dat hij niet ergens in wilde stappen zoals met Centurion.162
Wanneer [verdachte] wel enig onderzoek zou hebben verricht, hetgeen gelet op zijn achtergrond van hem ook had mogen worden verwacht, dan kan het niet anders dan dat hij zou hebben gezien dat bij Noordenwind geen intentie aanwezig was om ten behoeve van de investeerders te beleggen in vastgoed. De enkele omstandigheid dat [verdachte] dat onderzoek heeft nagelaten, maakt echter nog niet dat kan worden vastgesteld dat hij wist dat de investeerders werden opgelicht. Ook in de WhatsApp-gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] kan geen ondersteuning worden gevonden voor het vermoeden dat de betrokkenheid van [verdachte] verder ging dan het verkopen van obligaties. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat het overzicht van gerealiseerde projecten bij hem bekend was en tijdens het verkopen van de obligaties door hem is gebruikt. Hoewel de rechtbank vraagtekens plaatst bij de geloofwaardigheid van zijn verklaring dat [medeverdachte 3] hem een plausibele verklaring voor dit overzicht heeft gegeven, kan de rechtbank niet vaststellen dat [verdachte] moet hebben geweten dat de in dit overzicht vervatte informatie onjuist was en bedoeld was om investeerders om de tuin te leiden.
Daarom kan niet bewezen worden dat [verdachte] met zijn bijdrage bij het verkopen van obligaties opzettelijk nauw en bewust heeft samengewerkt met de andere verdachten bij het oplichten van de investeerders.
4.1.3.9. Conclusie: vrijspraak van oplichting en verduistering
Oplichting
De rechtbank komt tot de conclusie dat niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] opzettelijk heeft samengewerkt met de andere verdachten bij het oplichten van investeerders. Daarom moet [verdachte] hiervan worden vrijgesproken.
Verduistering
Aan [verdachte] is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en/of verduistering. De conclusie dat alle investeerders in Noordenwind zijn opgelicht, brengt mee dat [verdachte] ook moet worden vrijgesproken van verduistering. Voor verduistering is namelijk vereist dat een verdachte (of zijn medeverdachten) niet als gevolg van een misdrijf over goederen kunnen beschikken. Voor zover [verdachte] over de goederen kon beschikken, kon hij dat doordat medeverdachten van hem die goederen door oplichting hadden verkregen.