RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/650068-19 (Promis)
Datum uitspraak: 18 juli 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1984,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
uit andere hoofde gedetineerd in het “ [naam Justitieel Complex] ” te [plaats] .
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
op 1 februari 2019 te Amsterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 14 horloges van het merk [naam zaak] , ter waarde van 124.500,- euro, toebehorende aan winkelbedrijf [naam zaak] , vestiging: [vestiging] ,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- -
een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan [slachtoffer] en [naam collega] heeft getoond en op [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden en
- -
voornoemde [slachtoffer] (in de Engelse taal) dreigend de woorden heeft toegevoegd dat er niets zou gebeuren als hij, [slachtoffer] , maar snel deed wat hij, verdachte, wou en dreigend heeft gezegd dat hij, [slachtoffer] , alles uit de toonbank in de tas moest stoppen en snel.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5 Bewijs
De rechtbank baseert haar overtuiging dat verdachte het bewezen geachte feit heeft begaan op de feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, omdat verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
1. Verklaring verdachte ter zitting van 4 juli 2019.
2. Een proces-verbaal van verhoor verdachte met nummer PL1300-2019022731-15 van 15 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam opsporingsambtenaar 1] en [naam opsporingsambtenaar 2] , doorgenummerde pag. 1062-1071.
3. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2019022731-1 van 1 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam opsporingsambtenaar 3] en [naam opsporingsambtenaar 4] , doorgenummerde pag. 1006-1009.
4. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019022731-3 van 1 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam opsporingsambtenaar 5] , doorgenummerde pag. 1001-1002.
5. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2019022731-7 van 5 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam opsporingsambtenaar 4] , doorgenummerde pag. 1010-1011.
7 Beslag
Onder verdachte is een luchtbuks in beslag genomen.
De officier van justitie en de raadsvrouw hebben zich niet over het beslag uitgelaten.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van dit voorwerp het bewezen geachte is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. 1.00 stk Luchtbuks, KL: zwart
goednr.: 5710149
Wijst de vordering van [slachtoffer] , wonende te [woonplaats] , toe tot € 2.385,- (tweeduizend driehonderdvijfentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (1 februari 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] € 2.385,- (tweeduizend driehonderdvijfentachtig euro) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (1 februari 2019) tot aan de dag van algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 33 (drieëndertig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.E. Geradts, voorzitter,
mrs. F.W. Pieters en B.M. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.W.M. Steenbakkers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 juli 2019.