RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/684036-19 (Promis) + 13/237946-18 (TUL)
Datum uitspraak: 19 juli 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfsplaats,
gedetineerd in het Huis van Bewaring “ [naam huis van bewaring] ” te [plaats] .
1 Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 juli 2019.
Verdachte is ter terechtzitting bijgestaan door M.A. Kwasnik-Waardenburg, tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr.
M.L. Vermeulen en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.W.P. Beijen naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van wat deskundige R. Nuyens, verbonden aan GGZ Reclassering Inforsa te Amsterdam, naar voren heeft gebracht.
2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. diefstal van twee gereedschapskoffers toebehorende aan de Praxis op 19 februari 2019 te Amsterdam;
2. opzettelijk aanwezig hebben van 65,9 gram hasjiesj op 19 en 20 februari 2019 te Amsterdam;
3. diefstal van kledingstukken toebehorende aan de Perry Sport op 13 mei 2019 te Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 19 februari 2019 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee gereedschapskoffers (totale waarde 108,98 euro), toebehorende aan winkelbedrijf Praxis;
2.
in de periode van 19 februari 2019 tot en met 20 februari 2019 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 65,9 gram hasjiesj;
3.
op 13 mei 2019 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kledingstukken (ter waarde van 149,97 euro), toebehorende aan winkelbedrijf Perry Sport (locatie [adres] ).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 en 3
diefstal, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Legt op de maatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders voor de duur van 2 (twee) jaren.
Bepaalt dat deze maatregel niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 (twee) jaar gestelde proeftijd de volgende voorwaarden niet is nagekomen:
Als algemene voorwaarden geldt dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich meldt bij Reclassering Inforsa, Team West, [adres 1] en zal zich telkens weer melden zo vaak en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen van genoemde reclasseringsinstelling zolang deze instelling dat noodzakelijk acht;
5. zich voor de duur van de proeftijd zal onthouden van het gebruik van alcohol en andere verdovende middelen en zal ter handhaving van dit verbod zijn medewerking verlenen aan urinecontroles zo vaak en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
6. zich bij FAZ (Forensische Ambulante Zorg) van Inforsa zal laten behandelen voor
zijn alcoholprobleem en eveneens, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, zal meewerken aan een opname in een verslavingskliniek. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de regels en de aanwijzingen die door de behandelaar/zorginstelling worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beslissing op de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling:
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 13/237946-18 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf van 2 (twee) weken.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A.J. Hübel, voorzitter,
mrs. S. Djebali en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Drent, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juli 2019.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.