2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan
ten aanzien van zaak A: op 17 en/of 18 maart 2018
1. primair medeplegen van verkrachting van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] );
1. subsidiair medeplegen van het verrichten van handelingen die mede bestaan uit het binnendringen van het lichaam met [slachtoffer 1] , terwijl hij of zijn mededader wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde;
2. medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer 1] ;
3. primair medeplegen van diefstal van een bankpas en een geldbedrag van € 25,-, toebehorend aan [slachtoffer 1] ;
3. subsidiair medeplegen van verduistering van een bankpas en een geldbedrag van € 25,-, toebehorend aan [slachtoffer 1] .
ten aanzien van zaak B (na wijziging ter zitting van 11 juli 2019): op 14 januari 2019
1. primair poging om [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) opzettelijk van het leven te beroven;
1. subsidiair poging om [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
2. wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer 2] ;
3. bedreiging van [slachtoffer 2] ;
4. bezit van 7 MDMA/XTC tabletten.
De volledige tekst van de tenlasteleggingen is opgenomen in bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 18 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, door geweld en/of een (andere) feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , immers heeft verdachte en/of zijn mededader,
- de benen van die [slachtoffer 1] gespreid en boven op die [slachtoffer 1] is gaan liggen; en
- heeft verdachte zijn penis en vingers en heeft zijn mededader zijn penis en vingers in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 1] gebracht en geduwd en gezegd: "Wil je het niet ofzo?" en "Zo, nu krijg je een kind van mij" en "Nu moet je me pijpen"; en
- ( toen die [slachtoffer 1] aan had gegeven dit niet te willen) die [slachtoffer 1] bij de haren gepakt en aan de haren getrokken en haar hoofd in de richting van de penis van hem, verdachte, bewogen en gezegd: "Wat ik wil het niet??!!" en "Doe het dan, doe het dan, doe het dan"; en
- heeft verdachte zijn penis en heeft zijn mededader zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht; en
- aan de armen en benen en haren van die [slachtoffer 1] getrokken; en
- de borsten en de vagina en de nek van die [slachtoffer 1] gelikt; en
- die [slachtoffer 1] in het gezicht en op de billen geslagen en die [slachtoffer 1] geknepen en tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] geduwd en gezegd: "Het is je eigen schuld"; en
- die [slachtoffer 1] gefilmd en gezegd: "Je bent nu van mij, begrijp je dat" en (toen die [slachtoffer 1] niet reageerde) die [slachtoffer 1] geslagen en aan de haren getrokken en dan aan die [slachtoffer 1] gevraagd: "Heb je dat begrepen?"; en
- toen die [slachtoffer 1] zei: "laat me gaan" tegen die [slachtoffer 1] gezegd: "Je kunt kijken wat je wilt maar de deuren zijn op slot"; en
- terwijl die [slachtoffer 1] meermalen heeft aangegeven het niet te willen en zij zich fysiek heeft verzet;
- terwijl, hij, verdachte, en zijn mededader zich in zijn eigen woning bevonden en aldus voor die [slachtoffer 1] een zodanig dreigende en bedreigende situatie heeft doen ontstaan dat zij zich niet, althans onvoldoende aan seksuele handelingen met verdachte en zijn mededader kon onttrekken en/of durfde te onttrekken.
op 18 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk [slachtoffer 1] (terwijl, hij verdachte en zijn mededader voor die [slachtoffer 1] een zodanig dreigende en bedreigende situatie heeft doen ontstaan dat zij zich niet, althans onvoldoende aan seksuele handelingen met verdachte en/of zijn mededader kon onttrekken en/of durfde te onttrekken) wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer 1] meegenomen naar zijn woning en (toen die [slachtoffer 1] aangaf te willen vertrekken) tegen die [slachtoffer 1] gezegd: "Je kunt kijken wat je wilt maar de deuren zijn op slot";
1. subsidiair
op 14 januari 2019 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen heeft gestompt en geslagen tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 2] (ook toen zij op de grond lag) en gedurende enige tijd de keel van voornoemde [slachtoffer 2] heeft dichtgedrukt en aan de haren van voornoemde [slachtoffer 2] heeft getrokken;
op 14 januari 2019 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door (onder het uitoefenen van geweld op voornoemde [slachtoffer 2] ) meermalen (in zijn, verdachtes, woning), toen voornoemde [slachtoffer 2] meermalen naar buiten wilde gaan en naar buiten ging, voornoemde [slachtoffer 2] de woning binnen te trekken;
op 14 januari 2019 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 7 tabletten van een materiaal bevattende MDMA.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
12 Beslissing
Verklaart het in zaak A onder 3 primair en 3 subsidiair en in zaak B onder 1 primair en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1 en 2 en in zaak B onder 1 subsidiair, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde
medeplegen van verkrachting;
ten aanzien van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde
medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
ten aanzien van het in zaak B onder 1 subsidiair ten laste gelegde
poging tot zware mishandeling;
ten aanzien van het in zaak B onder 2 ten laste gelegde
opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
ten aanzien van het in zaak B onder 4 ten laste gelegde
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10, lid 3, van de Opiumwet.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. iPhone 5 (beslagnummer: 5546982);
2. Fototoestel Panasonic (beslagnummer: 5546984).
Wijst de vordering van [slachtoffer 1] , wonende te [woonplaats] , toe tot € 15.640,97 (zegge: vijftienduizend zeshonderdveertig euro en zevenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 18 maart 2018, bestaande uit € 640,97 materiële schade en € 15.000,- immateriële schade.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] , € 15.640,97 (zegge: vijftienduizend zeshonderdveertig euro en zevenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 18 maart 2018, aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 58 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van [slachtoffer 2] , wonende te [woonplaats] , toe tot € 11.142,52 (zegge: elfduizend honderdtweeënveertig euro en tweeënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 14 januari 2019, bestaande uit € 3.142,52 materiële schade en € 8.000,- immateriële schade.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 17,42.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] , € 11.142,52 (zegge: elfduizend honderdtweeënveertig euro en tweeënvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan, te weten 14 januari 2019, aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 42 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A.J. Hübel, voorzitter,
mrs. J.M. Jongkind en H.E. Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Groot, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 juli 2019.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.