zaaknummer / rekestnummer: C/13/662959 / FA RK 19-1408 (HP/PvB)
Beschikking van 20 juni 2019 betreffende wijziging van een voornaam
in de zaak van:
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. N. Rastegar te Amsterdam,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen de man.
1 De procedure
1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen ter griffie op 4 maart 2019.
1.2.
De minderjarige heeft tijdens het kindgesprek op 18 juni 2019 haar mening aan de rechtbank kenbaar gemaakt.
2 De vaststaande feiten
2.1.
De man en de vrouw zijn met elkaar gehuwd geweest.
2.2.
Uit het – inmiddels ontbonden – huwelijk is geboren de minderjarige:
- [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] .
2.3.
Bij beschikking van deze rechtbank van 7 juni 2006 is de voornaam van de minderjarige gewijzigd in die zin dat zij voortaan zal heten: [naam minderjarige] .
2.4.
Bij beschikking van deze rechtbank van 4 september 2013 is de voornaam van de minderjarige gewijzigd in die zin dat zij voortaan zal heten: [gewijzigde naam minderjarige] .
2.5.
Partijen zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarige.
3 Het verzoek
3.1.
Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank de wijziging van de voornaam van de minderjarige zal gelasten als bedoeld in artikel 1:4, lid 4, van het Burgerlijk Wetboek in die zin dat de voornaam komt te luiden: [naam minderjarige] .
3.2.
De vrouw onderbouwt haar verzoek als volgt. Na de echtscheiding van partijen is in 2013 is op verzoek van de vrouw de voornaam van de minderjarige gewijzigd van [naam minderjarige] in [gewijzigde naam minderjarige] . De reden voor de vrouw om de voornaam van de minderjarige te wijzigen was gelegen in het feit dat de man gedurende het huwelijk een affaire had met een vrouw genaamd [naam minderjarige] . Achteraf is gebleken dat de naam van de minderjarige tegen haar wil is gewijzigd. De minderjarige was gehecht aan de voornaam [naam minderjarige] en sinds de wijziging heeft zij moeite met haar nieuwe voornaam [gewijzigde naam minderjarige] . Het is de uitdrukkelijke wens van de minderjarige om haar voornaam te wijzigen in [naam minderjarige] . Daarnaast zal een moderne naam als [naam minderjarige] de minderjarige minder belemmeringen opleveren in de toekomst en is de naam eenvoudiger uit te spreken dan de naam [gewijzigde naam minderjarige] .
3.3.
De man stemt in met het verzoek van de vrouw om de voornaam van de minderjarige te wijzigen in [naam minderjarige] .
3.4.
De minderjarige heeft tijdens het kindgesprek aangegeven dat zij haar voornaam wil wijzigen in [naam minderjarige] . De minderjarige heeft zelf aan de vrouw gevraagd of het mogelijk was om haar voornaam weer te veranderen en de vrouw heeft vervolgens het verzoek bij de rechtbank ingediend. De minderjarige heeft nooit aan de naam [gewijzigde naam minderjarige] kunnen wennen en de mensen die haar goed kennen zijn haar altijd [naam minderjarige] blijven noemen.
4 De beoordeling
4.1.
Voor toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging is allereerst vereist dat de betrokken persoon een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte wijziging, dat dit belang dient te prevaleren boven het algemeen belang dat namen zoals vermeld in de registers van de burgerlijke stand zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Voorts dient de rechtbank te toetsen of de nieuwe voornamen niet ongepast zijn dan wel overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen (tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn).
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de verzochte voornaamswijziging, zoals toegelicht, voldoet aan de hiervoor beschreven eisen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen als na te melden.
5 De beslissing
De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornaam van
[gewijzigde naam minderjarige] (geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005),
in:
[naam minderjarige]
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Patijn, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. van Bennekom, griffier, op 20 juni 2019.1
1Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH). Het beroep moet worden ingesteld: - door de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak; - door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: