2 Tenlastelegging
In zaak A is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1.het medeplegen van diefstal van personal computers uit het bedrijf [benadeelde partij 1] in Amsterdam door middel van braak en/of verbreking op 19 maart 2018;
2.het medeplegen van diefstal van een kassalade en/of een geldpen en/of diverse sleutels uit restaurant [benadeelde partij 2] in Amsterdam door middel van braak en/of verbreking op 7 oktober 2018;
3.diefstal van bankpapieren en/of portemonnees en/of tassen en/of contant geld en/of schilderijen en/of sieraden en/of telefoons uit een woning aan de [adres] door middel van braak en/of verbreking in de periode van 25 augustus 2018 tot en met 11 september 2018;
4.het medeplegen van een poging tot diefstal door middel van braak en/of verbreking en/of een valse sleutel van geld en/of goederen uit horecagelegenheid [benadeelde partij 3] in Amsterdam op 25 december 2017;
5.een poging tot diefstal door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming van geld en/of goederen uit de woning van [slachtoffer 1] in Amsterdam , in elk geval in Nederland, op 14 november 2018.
In zaak B is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1.het afleveren en/of verstrekken, in elk geval aanwezig hebben, van 27,9 gram hasj in Alphen aan den Rijn op 23 mei 2019;
2.vernieling van een deur en/of een onderdeel daarvan in Alphen aan den Rijn op 23 mei 2019.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
Feit 1 zaak A
op 19 maart 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit het bedrijf [benadeelde partij 1] heeft weggenomen personal computers (merk: Apple iMac), toebehorend aan [eigenaar 1] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot die personal computers hebben verschaft en die weg te nemen personal computers onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak van een deur en verbreking van beveiligingskabels van voornoemde personal computers;
Feit 2 zaak A
op 7 oktober 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand, te weten restaurant [benadeelde partij 2] aan het [adres] , heeft weggenomen een kassalade met ongeveer 90 euro, een geldpen en diverse sleutels, toebehorend aan [eigenaar 2] en/of restaurant [benadeelde partij 2] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot dat bedrijfspand hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
Feit 3 zaak A
in de periode van 25 augustus 2018 tot en met 11 september 2018 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen bankpapieren, ongeveer 20 portemonnees, ongeveer 45 (merk)tassen, contant geld met een waarde van ongeveer 2000 euro, schilderijen, sieraden en telefoons (merk iPhone), toebehorend aan [slachtoffer 2] , waarbij verdachte zich de toegang tot die woning heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 4 zaak A
op 25 december 2017 te Amsterdam ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen, toebehorend aan [eigenaar 3] en/of horecagelegenheid " [benadeelde partij 3] " (gevestigd [adres] ), zich daarbij de toegang tot genoemde horecagelegenheid te verschaffen en dat weg te nemen geld en/of goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, opzettelijk met zijn mededaders naar voornoemde horecagelegenheid is toegegaan, waarna verdachte en zijn mededaders een ruit van een deur hebben geforceerd en vervolgens voornoemde horecagelegenheid zijn binnengegaan en vervolgens driemaal met een hamer op een zich in voornoemd horecagelegenheid bevindende kluis hebben geslagen;
Feit 5 zaak A
op 14 november 2018 in Nederland ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om geld en/of goederen, die toebehoorden aan [slachtoffer 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak naar voornoemd pand is gegaan en vervolgens een raam heeft geforceerd;
Feit 2 zaak B
op 23 mei 2019 te Alphen aan den Rijn opzettelijk en wederrechtelijk een deur toebehorende aan PI Alphen aan den Rijn heeft beschadigd door tegen voornoemde deur te trappen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak B onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2, 3, 4 en 5 en het in zaak B onder 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en verbreking;
Ten aanzien van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van het in zaak A onder 3 ten laste gelegde
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van het in zaak A onder 4 ten laste gelegde
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van het in zaak A onder 5 ten laste gelegde
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Ten aanzien van het in zaak B onder 2 ten laste gelegde
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 5 (vijf maanden), niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast als de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
Veroordeelde moet zich na oproep bij de reclassering op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam melden. Hierna moet hij zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren.
Dagbesteding
Veroordeelde wordt verplicht om medewerking te verlenen aan het realiseren van een adequate dagbesteding betreffende school en werk.
De rechtbank geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] tot een bedrag van € 195,00 (honderdvijfennegentig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 19 maart 2018 tot aan de dag van de voldoening.
Veroordeelt verdachte aan [benadeelde partij 1] voornoemd het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] in het overige deel van zijn vordering niet-ontvankelijk.
Legt op aan verdachte de verplichting, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] , te betalen de som € 195,00 (honderdvijfennegentig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 19 maart 2018 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 (drie) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [eigenaar 2] tot een bedrag van € 90,00 (negentig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 oktober 2018 tot aan de dag van de voldoening.
Veroordeelt verdachte aan [eigenaar 2] voornoemd het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [eigenaar 2] in het overige deel van zijn vordering niet-ontvankelijk.
Legt op aan verdachte de verplichting, aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [eigenaar 2] , te betalen de som € 90,00 (negentig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 oktober 2018 tot aan de dag van de voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van een dag, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
Goednummer : PL1300-2018203252-5690615
Object : telefoon
Merk/type : iPhone 6
Kleur : zwart
Registratienummer : 355408073095768
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Vaandrager, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en J. Huber, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 augustus 2019.