4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
Zij baseert zich daarbij allereerst op de bekennende verklaring die verdachte ter zitting heeft afgelegd, zoals neergelegd in het proces-verbaal van die zitting, en verder op de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer] van 4 april 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar met codenaam [codenaam] en het proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer] , gedateerd 10 juni 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsproringsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 2] en de daarbij gevoegde foto-bijlage (pagina’s niet doorgenummerd).
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2016 houdt onder meer in als verklaring van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op zondag 27 maart 2016 heeft er een openlijke geweldpleging plaats gevonden op het
Rembrandtplein te Amsterdam. De beschikbare videobeelden van voornoemd incident zijn door mij, verbalisant, uitvoerig bekeken.
Het beschikbare beeldmateriaal betreft videobeelden van de aldaar gesitueerde
beveiligingscamera’s, de beelden betreffen opgenomen beelden van:
27 maart 2016, tijdstip 00:45 tot 01:15 uur.
Op met name de beelden van 26 maart 2016 is er door de dienstdoende bedienaars van de
camera’s ingezoomd op de aldaar aanwezige doelgroep.
Van het beschikbare beeldmateriaal zijn vervolgens van 10 verschillende personen videostills
bij de collega’s van het Voetbal- en Evenemententeam uitgezet met de vraag of men de
personen kon herkennen.
Op de beelden is waar te nemen dat het incident start nadat [medeverdachte 3] , net buiten beeld kennelijk ruzie heeft met een persoon die staat te wachten in de rij voor de [naam] . Portiers van de [naam] bemoeien zich kennelijk met dit voorval door direct er naar toe te lopen. Op de beelden is waar te nemen dat [medeverdachte 3] een onbekend gebleven persoon in de wachtrij vervolgens een duw geeft en met zijn hand een slaande beweging maakt naar het gelaat.
Als er vervolgens een groep, naar later blijkt Engelse toeristen, naar buiten komt lopen vallen
de Ajacieden deze aan. Hierbij wordt geduwd, geslagen met een stoel, gestompt en geschopt
door diverse Ajacieden. Op de beelden is waar te nemen dat er op twee locaties gelijktijdig
wordt gevochten. Ook is waar te nemen dat de agressie voornamelijk afkomstig is van de
aanwezige Ajacieden en dat de “Engelse” toeristen voortdurend trachtten de boel te sussen en
te doen ophouden.
Op de beelden is waar te nemen dat de verdachten contact met elkaar hebben en het is
ambtshalve bekend dat de verdachten elkaar allemaal persoonlijk kennen. Ook is waar te
nemen dat de verdachten gezamenlijk een aantal slachtoffers uit de “Engelse” groep belagen.
Van het beschikbare beeldmateriaal zijn videostills gemaakt. De videostills staan zoveel mogelijk op chronologische volgorde.
Op de videostills worden de verdachten weergegeven met hun achternaam.
De personalia van de verdachten luiden:
[medeverdachte 1] : [medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 2] : [medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 3] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 4] : [medeverdachte 4] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 5] : [medeverdachte 5] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 6] : [medeverdachte 6] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[medeverdachte 7] : [medeverdachte 7] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
[verdachte] : [verdachte] , geboren [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats]
[medeverdachte 8] : [medeverdachte 8] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
Het proces-verbaal van herkenning van 10 juni 2016 houdt onder meer in als verklaring van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Wij hoorden [verdachte] als verdachte.
Voorafgaand aan het verhoor hebben wij de beelden en de stills bekeken waarop de verdachte stond. Wij herkenden [verdachte] onmiddellijk en zonder enige twijfel als de persoon die als [verdachte] op de beelden en de stills al reeds was herkend.
De rechtbank stelt vast dat bij het dossier een aantal (ongenummerde) videostills is gevoegd, waarbij steeds als onderschrift met betrekking tot het incident onder meer het volgende staat genoteerd:
- -
[medeverdachte 1] (de rechtbank leest: [medeverdachte 1]) loopt richting de groep en [medeverdachte 3] volgt direct. [medeverdachte 1] spreekt de groep aan. [medeverdachte 7] kijkt even toe wat er kennelijk gaat gebeuren.
- -
[medeverdachte 3] loopt direct richting groep.
- -
[medeverdachte 7] slaat direct met zijn rechter [vuist] naar het hoofd van de onbekend gebleven [man] in het rood geblokte houthakkersshirt.
- -
(…) Het slachtoffer deinst naar achteren.
- -
[medeverdachte 3] balt zijn rechtervuist en slaat het slachtoffer die niet kijkt met kracht op de zijkant van zijn hoofd.
- -
[medeverdachte 3] slaat hierop gelijk een onbekend gebleven slachtoffer twee keer met zijn rechtervuist op zijn achterhoofd. Het slachtoffer deinst weg.
- -
Een derde slachtoffer stapt naar voren en steekt zijn hand uit. (…) [medeverdachte 7] stapt gelijk naar voren en slaat het derde slachtoffer met zijn rechterhand in zijn gezicht.
- -
[medeverdachte 7] slaat het derde slachtoffer op zijn gezicht. Ook het derde slachtoffer duikt ineen.
- -
[medeverdachte 1] slaat een vierde slachtoffer met zijn rechter [vuist] (…) in zijn gezicht.
- -
Ook [medeverdachte 8] begint met vechten en schopt met zijn linkerbeen (…) een vijfde slachtoffer. Het slachtoffer staat met de beide handen in de lucht (…).
- -
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] raken in gevecht met een slachtoffer. [verdachte] (de rechtbank leest: [verdachte] ), (…) [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] (…) rennen allemaal naar het slachtoffer toe.
- -
Het slachtoffer wordt naar de grond geduwd en belaagd door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , [medeverdachte 8] staat tussen het slachtoffer en de groep in.
- -
Het slachtoffer wordt door diverse personen belaagd, geduwd en geslagen. Het slachtoffer duikt ineen. (…)
- -
Het slachtoffer wordt gelijk belaagd door ongeveer 10 personen onder de groene parasols. De groep van de slachtoffers blijft (…) staan kijken wat er allemaal aan het gebeuren is. [medeverdachte 8] staat nog steeds tussen beide groepen in. Twee vrienden van het slachtoffer schieten hem te hulp (grijsachtige shirts).
- -
Terwijl de groep het slachtoffer belaagt met zijn allen schopt [medeverdachte 8] voor de tweede keer met zijn linkerbeen.
- -
Onder andere [verdachte] , (…), [medeverdachte 5] en (…) schieten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] te hulp bij het belagen van het slachtoffer.
- -
[medeverdachte 8] ligt op de grond en blijft trappen naar de slachtoffers. [medeverdachte 7] ziet dat [medeverdachte 8] op de grond ligt en schiet te hulp. (…) [medeverdachte 4] (zwarte muts) schopt in op het slachtoffer dat op de grond ligt.
- -
[medeverdachte 8] blijft op de grond liggen en blijft trappen naar de slachtoffers. [medeverdachte 7] komt aan rennen en geeft de man die bij [medeverdachte 8] staat een duw. [medeverdachte 8] trapt de man waardoor deze ten val komt.
- -
Het slachtoffer komt ten val (…).
- -
Ook [medeverdachte 5] (met baseball cap) maakt deel uit van de groep die het slachtoffer belaagt.
- -
(…) Het slachtoffer valt op de grond. [medeverdachte 5] schopt vervolgens (…) op het slachtoffer in met zijn rechter been.
- -
Ook [verdachte] maakt deel uit van de groep die het slachtoffer belaagt. Als het vechten wordt komt hij snel aanlopen met (…) een biertje in zijn linkerhand.
- -
[verdachte] slaat in op het slachtoffer.
- -
Terwijl het slachtoffer wordt belaagd komt [medeverdachte 2] (lichte spijkerbroek) aanlopen en pakt een stoel op.
- -
[medeverdachte 2] pakt de stoel op en heft deze voor zich uit.
- -
[medeverdachte 2] gooit de stoel naar het weerloze slachtoffer.
- -
[medeverdachte 2] schopt vervolgens met zijn linkerbeen naar het weerloze slachtoffer.
- -
[medeverdachte 2] pakt het slachtoffer met rechts beet (zie blouse slachtoffer) en haalt zijn linkerarm helemaal naar achter.
- -
[medeverdachte 2] haalt vervolgens twee keer vol uit met zijn linker [vuist] en raakt het slachtoffer op zijn hoofd. Het slachtoffer komt vervolgens ten val.
- -
Nadat [medeverdachte 2] het slachtoffer twee keer heeft geslagen en het slachtoffer op de grond terecht komt begint [medeverdachte 2] op hem in te schoppen met zijn linkerbeen 2x.
- -
De politie tracht [medeverdachte 2] vast te pakken, [medeverdachte 2] weet zich echter los te rukken. [verdachte] geeft achter de politieagent het slachtoffer nog even een trap met zijn rechter [voet].
Verklaring van verdachte ter zitting
Verdachte heeft op zitting, kort samengevat, verklaard dat hij op 27 maart 2016 bij café [naam café] op het Rembrandtplein in Amsterdam is geweest. Hij heeft verklaard dat hij, toen hij zag dat vrienden werden aangevallen en het gevecht eigenlijk al ten einde liep, iemand nog een schopje tegen zijn benen heeft gegeven.
Verdachte heeft verklaard dat hij zichzelf op de camerabeelden heeft herkend.
Aandeel verdachte.
Voor het bewijs van 'in vereniging' plegen van geweld in de zin van artikel 141, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (Sr) moet komen vast te staan dat de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Deze bijdrage hoeft niet zelf van gewelddadige aard te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die 'in vereniging' geweld pleegt.
De rechtbank stelt op grond van de deels bekennende verklaring van verdachte en de beelden van het geweldsincident die beschreven staan in het dossier vast dat de verdachte de persoon is die in een rustig tempo op de vechtenden onder de luifel afloopt en op het laatste moment nog een schop uitdeelt.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte daarmee een voldoende significante rol heeft gespeeld bij de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. Verdachte heeft bewust, samen met anderen, deelgenomen aan de gewelddadige confrontatie met de in het proces-verbaal van 4 april 2016 als ‘Engelse toeristen’ aangeduide personen op het Rembrandtplein.
Nu de rechtbank tot de conclusie komt dat verdachte een voldoende significante rol heeft geleverd aan het geweld door meerdere personen tegen deze slachtoffers, is sprake van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van artikel 141, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.