2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – samengevat – ten laste gelegd dat hij zich op 28 augustus 2018 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
1. primair: poging moord/doodslag van [slachtoffer] door in de richting van die [slachtoffer] proberen te schieten met een automatisch vuurwapen en/of terwijl die [slachtoffer] op de grond lag hem met veel kracht met dat vuurwapen op het hoofd te slaan, samen met een ander/anderen, althans alleen;
subsidiair: tot en/of bij het plegen van die moord/doodslag van [slachtoffer] opzettelijk gelegenheid/middelen/inlichtingen verschaffen en/of opzettelijk behulpzaam zijn door de bij de poging moord gebruikte vluchtauto te besturen en/of op de uitkijk te staan;
meer subsidiair: zware mishandeling door [slachtoffer] met een vuurwapen op het hoofd te slaan terwijl die [slachtoffer] op de grond lag, samen met een ander/anderen, althans alleen;
meest subsidiair: tot en/of bij het plegen van die zware mishandeling [slachtoffer] opzettelijk gelegenheid/middelen/inlichtingen verschaffen en/of opzettelijk behulpzaam zijn door de bij de zware mishandeling gebruikte vluchtauto te besturen en/of op de uitkijk te staan;
2. het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen (AK-47) en patronen (kaliber 7.62 x 39 mm), samen met een ander/anderen, althans alleen.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage Ⅰ die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3.3.2. is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplichtig aan poging tot moord.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een deel van deze straf, 3 (drie) maanden, niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren de volgende voorwaarden niet is nagekomen.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich drie dagen na onherroepelijk worden van het vonnis of zo spoedig mogelijk na jeugddetentie meldt bij de Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12, 1091 GM in Amsterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren en hij houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
5. meewerkt aan een intakegesprek en risicotaxatie bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en aan een eventueel daaruit voortkomende behandeling. Bij een risicotaxatietraject wordt door middel van verkennende gesprekken onderzocht of er aanknopingspunten zijn voor een behandeling. Dit traject duurt tussen de één en acht weken, afhankelijk van hoe het traject inhoudelijk verloopt. Een eventuele behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
6. een opleiding volgt, werk heeft of een anderszins zinvolle dagbesteding en zich actief in zet voor het verkrijgen en behouden hiervan.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] , toe tot een bedrag van € 215.715,84 (tweehonderd vijftienduizend euro zevenhonderdvijftien euro en vierentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 augustus 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte aan [slachtoffer] het toegewezen bedrag te betalen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
€ 215.715,84 (tweehonderd vijfienduizend euro zevenhonderdvijftien euro en vierentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 augustus 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 30 dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van de voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. A.C.J. Klaver en G. Demmink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Fleskens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 november 2019.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.