Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2020:2663

Rechtbank Amsterdam
29-05-2020
31-05-2020
8045463 CV EXPL 19-19699
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

verstek, ambtshalve toetsing overeenkomst buiten verkoopruimte, niet voldaan aan (pre|)contractuele infromatieverplichtingen, verlenging wettelijke bedenktijd, geen betalingsverplichting.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8045463 CV EXPL 19-19699

vonnis van: 29 mei 2020

fno.: 534

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Eneco Services B.V.

gevestigd te Rotterdam

eisende partij

gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.

t e g e n

[gedaagde partij]

wonende te Amsterdam

gedaagde partij

niet verschenen

Verder verloop van de procedure

Bij tussenvonnis van 18 oktober 2019 is eisende partij in de gelegenheid gesteld om het bijgevoegde informatieformulier in te vullen en dit ingevulde formulier en de daarin aangegeven stukken in het geding te brengen, en een kopie hiervan aan gedaagde partij te sturen met de mededeling dat deze hierop kan reageren.

Eisende partij heeft op de rolzitting van 15 november 2019 een akte, met producties, ingediend en daarbij haar vordering verminderd. Gedaagde partij heeft hierop niet gereageerd.

Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing


Eisende partij vordert bij dagvaarding € 500,- onder reservering van het recht op het meerdere. Volgens eisende partij heeft gedaagde partij de eindnota van 24 oktober 2018 over de periode 17 november 2017 tot 16 oktober 2018 ten bedrage van € 459,64 voor door haar aan gedaagde partij geleverde energie onbetaald gelaten en zijn tevens rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd geworden.

Eisende partij stelt dat zij met gedaagde partij in 2017 via een ‘door-to-door’ verkoop een overeenkomst heeft gesloten die zij niet meer kan overleggen. De overeenkomst is door opzegging door gedaagde wegens een overstap naar een andere leverancier per 16 oktober 2018 geëindigd. Daarbij is geen boete in rekening gebracht.


Eisende partij heeft – voor zover van belang – de volgende stukken overgelegd:
a. een ongedateerde e-mail aan gedaagde partij waarin de overstap naar eisende partij wordt bevestigd en met daarin als startdatum van de levering (van Eneco HollandseWind en Aardgas 3 jaar) 17 november 2017 en een einddatum van 17 november 2020;

b. de eindnota van 24 oktober 2018, met daarin de vermelding dat gedaagde partij nog een tegoed heeft dat met de eindnota wordt verrekend waarna nog € 319,14 dient te worden betaald. Voorts blijkt uit de eindafrekening dat sprake is van een abonnement op Toon, een slimme meter, en dat administratiekosten in rekening zijn gebracht.
c. aanmaningen.


Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.

Verder wordt vastgesteld dat gedaagde partij een consument is, zodat ambtshalve moet worden getoetst of eisende partij aan de (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan, of sprake is van een oneerlijk beding in de algemene voorwaarden dan wel van oneerlijke handelspraktijken.

Ten aanzien van de hoogte van de vordering

Eisende partij vordert een bedrag van € 459,64 vanwege de niet betaalde eindnota. In deze nota wordt echter vermeld dat slechts € 319,14 verschuldigd is, zodat het meer gevorderde aanstonds als ongegrond wordt afgewezen.

Ten aanzien van de (pre)contractuele verplichtingen

Eisende partij stelt dat de overeenkomst op afstand is gesloten, maar uit haar overige stellingen volgt dat niet. Zij stelt immers dat sprake is geweest van een deur-tot-deur verkoop, zodat de overeenkomst ingevolge artikel 6: 230g lid onder f sub 1 BW moet worden aangemerkt te zijn gesloten buiten de verkoopruimte.

Op grond van artikel 6:230m lid 1 jo. 6:230t lid 1 BW was eisende partij daarom verplicht om voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst – kort gezegd – in duidelijke en begrijpelijke taal en in leesbare vorm de in artikel 6:230m lid 1 BW opgesomde informatie aan de consument te verstrekken op papier, dan wel met instemming van de consument op een andere duurzame gegevensdrager. Op grond van het tweede lid van artikel 6: 230t BW diende eisende partij de consument tevens de overeenkomst op papier of andere duurzame gegevensdrager te verstrekken.

Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet afdoende.

Wat betreft de (pre)contractuele informatieverplichtingen licht eisende partij toe dat een medewerker met de klant – in dit geval gedaagde partij – via een tablet een aantal stappen heeft doorlopen, waarbij steeds tekst en uitleg is gegeven over tarieven, de vaste kosten, voorwaarden, duur van de overeenkomst etc. Aan het eind van dat proces volgt een samenvatting en is de klant gewezen op de wettelijke bedenktijd.

Uit deze toelichting kan niet worden opgemaakt dat gedaagde partij van eisende partij voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst alle informatie als bedoeld in artikel 6: 230m lid 1 BW op papier of een andere duurzame gegevensdrager heeft ontvangen, noch dat de overeenkomst aan hem op papier of duurzame gegevensdrager is verstrekt.

Daarbij komt dat de ongedateerde e-mail waarin de overstap aan gedaagde partij is bevestigd niet vermeldt:
- wat de variabele tarieven voor energie zijn, de gedragscodes en klachtbeleid;
- dat de overeenkomst kan worden herroepen, noch de modaliteiten voor de uitoefening van dit recht;
- dat sprake is van een abonnement op Toon, een slimme meter, zodat hier alle informatie aangaande deze dienst ontbreekt, waaronder ook de meest essentiële zoals de kenmerken van de zaak, de prijs, de looptijd etc.;

Op grond van voorgaande wordt geoordeeld dat eisende partij niet, althans niet op juiste wijze aan haar informatieverplichtingen - waaronder het herroepingsrecht - heeft voldaan.

Op grond van artikel 6:230o lid 2 BW wordt de wettelijke bedenktijd daarom met ten hoogste 12 maanden geacht te zijn verlengd. Niet gesteld of gebleken is dat eisende partij gedaagde partij tussentijds alsnog op juiste wijze op de wettelijke bedenktijd heeft gewezen, zodat moet worden aangenomen dat de bedenktijd in ieder geval tot 17 november 2018 heeft gegolden. Nu gedaagde partij de overeenkomst binnen deze periode heeft opgezegd, kan een betalingsverplichting voor de aan hem geleverde energie en slimme meter ingevolge artikel 6: 230s lid 5 sub a onder 1 of 2 BW niet worden vastgesteld.

De vordering wordt daarom geheel afgewezen.

Als de in het ongelijk gestelde partij, wordt eisende partij veroordeeld in de kosten van het geding.


BESLISSING

De kantonrechter:

wijst de vordering af;

veroordeelt eisende partij in de kosten van het geding, aan de zijde van gedaagde partij begroot op nihil;

Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.