4 Bewezenverklaring
De rechtbank vindt op grond van de in bijlage II opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1 op 3 maart 2020 te Amstelveen, op de Hogendijk, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een auto, merk Volkswagen, type Golf 7 met kenteken [kenteken] , toebehorende aan [slachtoffer 1] , doordat hij
- via Marktplaats een afspraak met voornoemde [slachtoffer 1] heeft gemaakt en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] in de auto is gestapt voor een proefrit en
- vervolgens een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde [slachtoffer 1] heeft getoond en tegen diens nek heeft gehouden en
- daarbij tegen voornoemde [slachtoffer 1] heeft geschreeuwd dat hij de auto moet uitstappen;
2 op 2 maart 2020 te Amsterdam, opzettelijk een auto, merk Volkswagen, type Polo met kenteken [kenteken] , toebehorende aan [slachtoffer 2] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als gebruiker in het kader van het maken van een proefrit van de auto, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
op 4 april 2019 te Amsterdam, opzettelijk een bedrag van 4.000 euro, toebehorende aan het bedrijf Hugo Boss Benelux Retail B.V., en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als verkoopmedewerker, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
ten aanzien van het in zaak A onder 2 ten laste gelegde:
verduistering
ten aanzien van het in zaak B ten laste gelegde:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 12 (twaalf) maanden.
De tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak al in voorarrest heeft doorgebracht, wordt bij de tenuitvoerlegging van de straf afgetrokken.
Beveelt dat een deel van de straf, zes (6) maanden, van deze jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij door een rechter later anders wordt bepaald.
Stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaar.
Deze straf kan alsnog worden tenuitvoergelegd, wanneer de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit of zich niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Geeft aan de reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 77z, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77z, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Veroordeelde moet zich melden bij de reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam;
- -
medewerking verleent aan een behandeling door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Veroordeelde is al aangemeld en staat op de wachtlijst. De behandeling duurt de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van die behandeling;
- -
meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- -
medewerking verleent aan en een actieve inspanning verricht voor (een traject gericht op) het verkrijgen en het behouden van structurele en zinvolle (betaalde) dagbesteding en legaal inkomen.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
2 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: 5894293, Wit, merk: Nokia)
3 1 STK Computer (Omschrijving: 5894115, Zwart, merk: Lenovo)
Gelast de teruggave aan de rechthebbende ([naam 1]) van:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: 5894113, Wit)
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1] :
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 12.710,01 (twaalfduizendzevenhonderdtien euro en één cent) aan vergoeding, bestaande uit
€ 10.710,01 aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten die al door de benadeelde partij zijn gemaakt en voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen worden gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] , aan de Staat € 12.710,01 (twaalfduizendzevenhonderdtien euro en één cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 68 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2] :
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 91,49 (eenennegentig euro en negenenveertig cent) aan vergoeding, bestaande uit
materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten die al door de benadeelde partij zijn gemaakt en voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen worden gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] , aan de Staat € 91,49 (eenennegentig euro en negenenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor één dag. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering benadeelde partij [naam vertegenwoordiger] namens Hugo Boss Benelux Retail B.V.:
Wijst toe de vordering van de benadeelde partij [naam vertegenwoordiger] , namens Hugo Boss Benelux Retail B.V., tot een bedrag van € 4.000,- (vierduizend euro) aan vergoeding, bestaande uit
materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 april 2019, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten die al door de benadeelde partij zijn gemaakt en voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen worden gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] , aan de Staat € 4.000,- (vierduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 april 2019, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 20 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.P. Bleeker, voorzitter,
mrs. A. Fase en E.J. Weller, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.A. Mud, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 juni 2020.