3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.1
Wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandelingen (feiten 1, 2 en 3)
Inleiding
Op vrijdag 13 maart 2020 is verdachte samen met [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) en [naam 1] (hierna: [naam 1] ) met de auto naar België afgereisd. Zij hebben dat weekend in een huis verbleven, waar ook de zoon van [slachtoffer] was. Op zondag 15 maart 2020 zijn verdachte, [slachtoffer] en [naam 1] teruggereden naar Nederland. [slachtoffer] is door verdachte afgezet voor de ingang van de flat [naam flat]2 Vervolgens is zij de woning van haar vriendin [naam vriendin] (hierna: [naam vriendin] ) en haar moeder aan het adres [adres vriendin] binnengegaan.3
112-meldingen
In de ochtend van 16 maart 2020 kwam om 9:21 uur een 112-melding binnen van een onbekende vrouw. Zij praatte zacht en klonk bang. Er was gegil, geschreeuw en gestommel te horen. Later was een hyperventilerend geluid te horen, gevolgd door een vrouwenstem die zei: “Ze is knock out” en een mannenstem die zei: “Til die op”.4 De inbellende vrouw bleek later [slachtoffer] .5
Diezelfde ochtend om 9:22 uur heeft ook de bewoonster van [adres vriendin] 112 gebeld. Zij liet weten dat [slachtoffer] zojuist in haar slaapjurk uit de woning was gesleurd door haar vriend. Ze probeerde weg te rennen, maar haar vriend hield haar tegen.
Korte tijd later om 9:24 uur kwam een derde 112-melding binnen van [naam melder] .6 Deze melder [naam melder] is later als getuige gehoord en hij vertelde dat hij in de parkeergarage bij de [naam flat] een man had zien lopen samen met een licht getinte vrouw. Zij hadden tussen hen in een andere vrouw vast. Zij ondersteunden haar. Deze vrouw was door haar knieën op de grond gezakt. De man was de parkeergarage in gerend en kwam terug in een witte BMW. Hij stopte bij de twee vrouwen. De licht getinte vrouw riep naar hem: “Ze is out, ze is out”, waarna ze haar op de achterbank plaatsten, instapten en wegreden. Getuige heeft vervolgens telefonisch contact met de politie opgenomen en heeft een foto gemaakt van de witte BMW, die hij aan de politie toegezonden heeft. 7
Getuigenverklaringen
[naam vriendin] heeft – kort weergegeven – het volgende verklaard. [slachtoffer] stond op 15 maart 2020 bij haar op de stoep en wilde blijven slapen, omdat ze ruzie had gehad met haar vriend [verdachte] . Hij was in België vreemdgegaan met [naam 1] . [slachtoffer] vertelde dat ze was geslagen door verdachte. [naam vriendin] zag ook dat [slachtoffer] een dik oog had. De volgende ochtend werd [slachtoffer] gebeld door verdachte. Hij zou haar komen halen en zij moest naar beneden komen, maar zij wilde dat niet. Korte tijd later stond [naam 1] voor de deur. [naam vriendin] deed de deur open en ineens stond ook verdachte daar. Verdachte stormde de woning binnen. Hij sleurde [slachtoffer] mee naar buiten. Hij pakte haar bij haar arm, hoofd en nek. Op de galerij schreeuwde [slachtoffer] om hulp.8
De moeder van [naam vriendin] heeft – kort weergegeven – het volgende verklaard over het voorval op 16 maart 2020. Die ochtend stond een man aan haar deur. Hij was op zoek naar [slachtoffer] . De man was haar woning binnengedrongen om [slachtoffer] te halen. [slachtoffer] wilde niet mee en probeerde zich te verstoppen. De man gaf [slachtoffer] klappen tegen het hoofd en trok haar aan de haren mee. De man riep: “Je moet mee, je moet mee, je moet mee… begin maar vast te lopen!”9
De buurman van [naam vriendin] heeft verklaard dat hij die ochtend een hoop tumult hoorde in de woning naast hem. Vanuit zijn raam zag hij een man en twee vrouwen op de galerij. De man sleurde één van de vrouwen mee.10
Camerabeelden flat [naam flat]
Op de camerabeelden van het flatgebouw is te zien dat een man op 16 maart 2020, samen met [naam 1] aanbelt bij de woning van [naam vriendin] . Vervolgens gaan zij de woning binnen en komen enkele minuten later met [slachtoffer] naar buiten. Daarbij vindt een worsteling plaats. [slachtoffer] wordt door de man bij de nek omklemd. Zij wordt gedwongen om in de richting van de lift te lopen. Zij valt daarbij op de grond, wordt weer vastgepakt en vervolgens enkele meters meegesleept. Ook maakt de man tweemaal een stompende beweging richting haar hoofd. Vervolgens is te zien dat de man de trap naar beneden neemt. [slachtoffer] en [naam 1] volgen hem. Hij rent dan terug en duwt [slachtoffer] hard in de rug. Ook maakt hij een slaande beweging richting haar hoofd. Vervolgens loopt de man verder de trap af, waarbij hij wordt gevolgd door [slachtoffer] en [naam 1] .11
Verklaringen [slachtoffer]
Op 16 maart 2020 is [slachtoffer] , samen met [naam 1] , door verbalisanten aangetroffen in de woning van verdachte aan de [adres] . Zij verklaarde toen hevige pijn te hebben en volgens verbalisanten had zij ook zichtbaar pijn. Volgens verbalisanten kwam zij verward over en zij legde een verklaring af over wat er die dag gebeurd zou zijn.12
Op 17 maart 2020 hebben verbalisanten een tweede gesprek gevoerd met [slachtoffer] , waarbij haar de verklaring van [naam vriendin] werd voorgehouden en werd gevraagd of die verklaring klopt. Ze gaf daarop geen antwoord en bleef naar haar schoot staren. Haar is nogmaals gevraagd naar de ruzie die zij zou hebben gehad met verdachte. [slachtoffer] liet toen weten dat zij inderdaad ruzie had gehad met verdachte, omdat zij dacht dat hij vreemdging met [naam 1] . Zij voelde zich veilig bij hem.13
[slachtoffer] heeft op 20 maart 2020 aangifte gedaan. Zij heeft toen – kort weergegeven – het volgende verklaard. Zij en verdachte hadden sinds december een relatie. In het begin was het heel gezellig, maar later kwam zijn jaloerse kant naar boven. [slachtoffer] mocht met niemand meer omgaan. Hij blokkeerde oude vrienden van haar. Ook sloeg hij haar. Zo ook in de nacht van 14 op 15 maart 2020, toen zij samen met verdachte en [naam 1] naar België was. Zij ontdekte daar dat verdachte vreemdging met [naam 1] . Ze is toen boos geworden en heeft een goede vriend gebeld. Verdachte kwam boos naar buiten. Hij pakte haar telefoon en zei dat ze mee moest komen. Hij heeft haar toen klappen in haar gezicht gegeven. Ook heeft hij haar bij de nek gepakt en haar tegen de muur geduwd en op de grond gegooid. Hij heeft haar uiteindelijk onder een koude douche gezet. Zij heeft daar ongeveer zes uur gezeten. De volgende dag zijn zij terug naar Nederland gereden. In de auto heeft hij haar weer in haar gezicht geslagen, tijdens het rijden. Hij heeft haar vervolgens afgezet bij [naam flat] , waarna zij naar haar vriendin [naam vriendin] is gegaan.14
Letselverklaring
Op 1 april 2020 is [slachtoffer] gezien door een arts. Deze arts heeft letsel bij haar waargenomen; een kneuzing aan de linkerzijde van de ribbenkast, een blauw plekje op het voorhoofd en een schaafwond op de onderrug.15
Mensenhandel in de periode 1 december 2019 tot en met 16 maart 2020
Verklaringen [slachtoffer]
is op 25 maart 2020 nogmaals gehoord. Zij heeft toen – kort gezegd en in aanvulling op haar eerdere verklaringen – het volgende verklaard. Zij moest ook andere dingen doen van verdachte. Hij zei dat hij haar ging helpen met haar schulden. Zij moest twee telefoonabonnementen op haar naam afsluiten. Zo zou zij van haar schulden afkomen. Zij heeft dit gedaan. De simkaarten moest zij hierna aan verdachte geven. Eén van de simkaarten mocht zij af en toe gebruiken om haar zoon te bellen. Ook moest zij van hem slapen met mensen voor geld. Hij had een website gemaakt. Hiervoor moest hij betalen. Zij mocht de website niet zien. Hij ging over de website en over de afspraken. In de slaapkamer van haar moeder hebben ze foto’s gemaakt. Op enig moment zei hij dat hij een afspraak had geregeld. [slachtoffer] wilde niet en probeerde onder de afspraken uit te komen. Zij liet weten dat haar moeder ziek was. Ook heeft ze een keer de metro gemist om de afspraak niet door te laten gaan. Hij werd dan boos op haar. Hij sloeg haar in het gezicht. Ook heeft hij haar een keer bij haar nek gepakt. Zij kon dan niet ademen. “Hij zei dat ik moest voelen want ik begrijp het niet. Hij zei dat ik dom was en een mongool. En een kaolo hoer.” Verder verklaarde [slachtoffer] dat verdachte overal mee naar toe wilde. Hij controleerde de berichten in haar telefoon. Ook nam hij af en toe haar telefoon mee. Hij zei dat hoe minder contact zij had met mensen, hoe beter het voor haar en hun toekomst zou zijn. Op de vraag waarom zij niet eerder bij verdachte is weggegaan, liet zij weten dat hij haar het gevoel gaf dat zij goed was en dat hij goed voor haar zou zorgen. “Hij was een engel die mij uit de problemen kon halen.”16
Naar aanleiding van deze verklaring rees het vermoeden dat sprake was van mensenhandel. Er heeft toen een slachtoffergesprek met [slachtoffer] plaatsgevonden, waarna zij aangifte heeft gedaan. Zij heeft toen – in aanvulling op haar verklaring van 25 maart 2020 – verklaard dat verdachte de eerste seksafspraak voor haar had geregeld in januari. Die afspraak was bij verdachte thuis. Zij moest van verdachte lingerie aandoen en een condoom gebruiken. De afspraak is uiteindelijk niet doorgegaan. Zij verzon telkens smoesjes, omdat zij geen seks wilde hebben met andere mannen. Verdachte moest geld op een site storten zodat zij sneller klanten zou krijgen. Zij heeft nooit haar lichaam willen verkopen, maar heeft uiteindelijk “ja” gezegd, zodat verdachte haar niet kon mishandelen.17
Website [naam website]
Op 5 januari 2020 is onder de naam [advertentienaam] , met e-mailadres [emailadres] en telefoonnummer * [nummer] een advertentie aangemaakt op [naam website] . In de tekst van de advertentie wordt een dame van 25 jaar aangeboden. Op 6 januari 2020 heeft deze [advertentienaam] een vijftal foto’s geüpload.18 Op deze foto’s heeft [slachtoffer] zichzelf herkend.19
Inbeslaggenomen telefoon verdachte
Onder verdachte is een iPhone inbeslaggenomen. Op de iPhone waren meerdere gebruikersaccounts opgeslagen, waaronder [account 1] , [emailadres] en [account 2] . Verder waren aan de iPhone twee telefoonnummers gekoppeld, waaronder * [nummer] . Dit telefoonnummer was gekoppeld aan de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 1] ”. De gebruiker van het telefoonnummer noemde zichzelf [verdachte] . Uit de WhatsApp-gesprekken bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer in januari seksafspraken heeft willen maken. In die gesprekken werden foto’s van [slachtoffer] gestuurd. Ook werden geldbedragen genoemd en werd er gesproken over aanbetalingen. Daarnaast zijn in de iPhone een tweetal WhatsApp-gesprekken aangetroffen – die eveneens in januari hebben plaatsgevonden – met het telefoonnummer * [nummer] , gekoppeld aan de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 2] ”:
[gebruikersnaam 1] : En wanneer kom je terug
[gebruikersnaam 2] : Okey sorry schat
[gebruikersnaam 2] : Donderdag
[gebruikersnaam 2] : Ik had je gezegt gisteren hahha
[gebruikersnaam 1] : Hoe laat ben je er dan
[gebruikersnaam 2] : Weet niet waarom?
[gebruikersnaam 1] : Voor werk
[gebruikersnaam 1] : We kunnen geen afspraken maken als je er niet bent
[gebruikersnaam 2] : Okey
[gebruikersnaam 2] : Ik dacht je me wilde zien
[gebruikersnaam 2] : En Surinaame?
[gebruikersnaam 1] : Stel me geen kk domme vragen
[gebruikersnaam 2] : Sorry
[gebruikersnaam 1] : We hebben nog niet gewerkt
[gebruikersnaam 1] : [stuurt foto’s van mannen]
[gebruikersnaam 1] : Al dese mensen willen maar jij bent er niet
[gebruikersnaam 2] : Ow okey ik kpm donderdag schat
[gebruikersnaam 1] : Hoe laat wil ik weten
[gebruikersnaam 2] : Okey je weet dat ik alles voor jou doet schat, 3n ik wil maar jou en onze toekomt en famille, if you promis love
(…).
20
3.4
Oordeel van de rechtbank
Poging zware mishandeling op 14 en/of 15 maart 2020 (feit 3 primair)
De rechtbank vindt niet bewezen – gelet op de verklaringen van [slachtoffer] en de aard van het bij haar waargenomen letsel – dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
Wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling op 16 maart 2020 (feiten 1 en 2)
De rechtbank vindt op grond van de onder 3.1 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich op 16 maart 2020 samen met [naam 1] schuldig heeft gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling van [slachtoffer] .
Verdachte heeft ontkend dat sprake was van een wederrechtelijke vrijheidsberoving. Hij heeft verklaard dat het voorval bij de flat een toneelspel was. [slachtoffer] zou hem die ochtend hebben gebeld en gevraagd of hij haar wilde ophalen. Hij moest dan doen alsof hij haar tegen haar wil meenam. Dat heeft hij gedaan.
De rechtbank vindt deze verklaring niet geloofwaardig. De verklaring vindt ook geen steun in het dossier. Sterker nog, de verklaring van verdachte wordt op meerdere punten weersproken.
Mishandeling op 14 en/of 15 maart 2020 (feit 3 subsidiair)
De rechtbank vindt op grond van de onder 3.1 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich in de periode van 14 tot en met 15 maart 2020 schuldig heeft gemaakt aan de mishandeling van [slachtoffer] .
Verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer] heeft mishandeld. Hij heeft verklaard dat [slachtoffer] het letsel waarschijnlijk heeft opgelopen tijdens een gevecht met zijn ex, [naam ex] uit [woonplaats] .
De rechtbank vindt deze verklaring echter niet geloofwaardig, nu deze op geen enkel punt steun vindt in het dossier. Verdachte heeft deze verklaring bovendien pas op zitting gegeven en kon deze vervolgens ook niet nader toelichten. Zo kon hij niet vertellen wat de achternaam van [naam ex] was of waar [naam ex] woonde. Zijn verklaring kon dus ook niet worden geverifieerd.
Mensenhandel in de periode 1 december 2019 tot en met 16 maart 2020
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, onder 1, 4, 6 en/of 9 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), zoals aan hem is ten laste gelegd.
Beoordelingskader
In artikel 273f, eerste lid, onder 1, 4, 6 en/of 9 van het Sr gaat het – kort gezegd en voor zover hier relevant – om: het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten en/of opnemen van een ander met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting (onder 1); een ander zich beschikbaar doen stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard (onder 4); het voordeel trekken uit de (seksuele) uitbuiting van een ander (onder 6); en het een ander doen afstaan van de opbrengsten uit diens seksuele handelingen met een derde (onder 9).
Ten aanzien van de varianten onder 1, 4 en 9 moet worden vastgesteld of sprake was van dwang, geweld, een andere feitelijkheid, dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding dan wel misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie en/of het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die ander heeft. Bij de variant onder 6 is een dergelijk dwangmiddel niet vereist.
Voor een bewezenverklaring van de varianten onder 1, 4 en 6 is verder (een oogmerk van) uitbuiting vereist. Ook bij de variant onder 9 speelt uitbuiting een rol, maar dan indirect. De daar genoemde handelingen zijn namelijk alleen strafbaar als die zijn begaan onder omstandigheden waarin uitbuiting kan worden verondersteld.
Beoordeling
Uit het dossier volgt niet dat sprake was van een situatie zoals uiteengezet onder 1, 6 of 9. Zo heeft verdachte [slachtoffer] niet geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting (onder 1). Ook blijkt uit het dossier niet dat er daadwerkelijk seksuele handelingen zijn verricht door [slachtoffer] , waardoor ook niet kan worden gezegd dat verdachte voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting (onder 6) of dat opbrengsten uit seksuele handelingen aan hem zijn afgestaan (onder 9). Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
De onder 4 genoemde variant van mensenhandel, het een ander zich beschikbaar doen stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard, is hier wel aan de orde.
De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaringen van [slachtoffer] . Haar verklaringen zijn consistent en vinden op essentiële onderdelen steun in de overige bewijsmiddelen. Verder is ook niet gebleken van enig belang dat zij zou hebben bij het valselijk afleggen van een verklaring die belastend is voor verdachte. De rechtbank ziet daarom geen reden om aan de juistheid van haar verklaringen te twijfelen.
Uit de verklaringen van [slachtoffer] blijkt dat verdachte bewust een situatie heeft gecreëerd, waarin [slachtoffer] geen andere keuze had dan zich voor hem beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele diensten met anderen. Zo vertelde hij haar – op dwingende wijze – wat zij moest doen. Hij mishandelde haar als hij boos was of als zij niet deed wat hij zei. Verdachte liet haar na afloop steeds weten dat hij haar geen pijn wilde doen. Hij zei dat hij voor haar wilde zorgen en dat hij van haar hield. Ondertussen zorgde verdachte ervoor dat [slachtoffer] ook alleen nog met hem omging. Hij wilde altijd bij haar zijn. Hij controleerde de berichten op haar telefoon. Ze was bang om mishandeld te worden, maar ook om hem kwijt te raken. [slachtoffer] was verliefd op verdachte, vertrouwde hem volledig, voelde zich veilig bij hem en wilde haar schulden afbetalen en een toekomst met verdachte opbouwen. Zij heeft twee telefoonabonnementen moeten afsluiten, zodat ze van haar schulden af kon komen. Hij wilde haar hierbij helpen. Verdachte heeft een advertentie met foto’s van haar op [naam website] gezet, deze advertentie beheerd en “omhoog geplaatst” en via WhatsApp met anderen (potentiële klanten) seksafspraken gemaakt en foto’s van haar doorgestuurd. Verdachte bracht haar door dit alles in een kwetsbare en afhankelijke positie en maakte daar vervolgens misbruik van.
Gelet op het voorgaande, vindt de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer] in de periode 1 december 2019 tot en met 16 maart 2020 als gevolg van dwang, geweld en andere feitelijkheden, misbruik van het uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie, heeft gedwongen tot het zich beschikbaar stellen voor diensten van seksuele aard. Dat het uiteindelijk niet heeft geleid tot de betaalde seks doet aan het voorgaande niets af.