RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 december 2020 in de zaak tussen
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
(gemachtigde: mr. B. Blankenburg),
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
(gemachtigden: mrs. U. Stevens en M. Kappelhof).
Procesverloop
Bij besluit van 6 november 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de sluiting bevolen van de woning aan de [adres] (de woning) voor de duur van drie maanden.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 december 2020. Verzoeker heeft via een telefoonverbinding de zitting bijgewoond. Verzoekers gemachtigde is ter zitting verschenen samen met kantoorgenoot mr. M. van Diemen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Er is op 4 september 2020 een grote hoeveelheid harddrugs aangetroffen in de schuur bij de woning, in de woning zelf en in de bakfiets bij de woning1. De vondst in de schuur (postpakketten) op zich zelf beschouwd betreft een grote hoeveelheid harddrugs. Dit geldt ook voor de vondst in de woning (MDMA pillen en ketamine).
3. Vast staat dat de woning op het moment van de constatering feitelijk werd bewoond door verzoeker. Voorts staat vast dat verzoeker een zoontje heeft die regelmatig bij hem verblijft.
4. Niet is in geschil dat de burgemeester bevoegd is een maatregel te treffen2. Op grond van het beleid3 wordt - in geval van een bewoonde woning - in beginsel een waarschuwing gegeven. Indien er sprake is van verzwarende omstandigheden en spoedeisend optreden is vereist, kan de burgemeester besluiten om direct over te gaan tot sluiting van de woning.
5. Volgens de burgemeester is sprake van verzwarende omstandigheden. Er zijn indicaties dat sprake is van grootschalige (internationale) drugshandel en er is sprake van een handelshoeveelheid harddrugs.
6. De voorzieningenrechter is het met de burgemeester eens dat hiervan sprake is. Er zijn meerdere postpakketten aangetroffen bestemd voor buitenlandse adressen. Alle postpakketten bevatten verdovende middelen, verpakt in speelgoeddozen en dropblikken. Dit is kennelijk gedaan om de inhoud te verhullen. Voorts is sprake van een grote handelshoeveelheid harddrugs.
7. Volgens verzoeker gaat de sluiting verder dan strikt noodzakelijk. De sluiting heeft daarom een punitief karakter. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee. Volgens de burgemeester wordt met sluiting beoogd de openbare orde onmiddellijk te herstellen en een periode van rust te creëren. Met een sluiting wordt ook een krachtig signaal naar de buitenwereld, inclusief het criminele circuit, afgegeven. De voorzieningenrechter kan de burgemeester hierin volgen. Sluiting heeft betrekking op de woning. Verwijtbaarheid speelt in beginsel geen rol. Het karakter van deze sluiting is niet punitief, maar gericht op herstel van de rechtmatige situatie.
8. Verzoeker voert aan dat de sluiting vergaande gevolgen voor hem heeft. Hij stelt dakloos te worden met alle gevolgen van dien. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat verzoeker deze woning kwijt zal raken als gevolg van het aantreffen van de drugs. Maar of verzoeker daadwerkelijk dakloos wordt, dat weet de voorzieningenrechter niet. Dat hangt er van af of verzoeker vervangend onderdak weet te vinden.
9. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.S.H.M. Hussien, griffier, op 1 december 2020.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op: