2 Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 31 mei 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op of aan de openbare weg, te weten de Jacob van Weesenbekestraat, in elk geval op of aan de openbare weg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een bedrijfsauto van het merk Opel Movano, voorzien van kenteken [kenteken] en/of
- een of meerdere postpakketten en/of
- een of meer andere goederen,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Special Lease Systems en/of AUS Services en/of Post NL, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s);
- de sleutel(s) van voornoemde bedrijfsauto met kracht uit de hand(en) van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gerukt/gepakt, waardoor voornoemde [slachtoffer 1] ten val kwam en/of
- ( vervolgens) terwijl die op de grond lag, met kracht tegen de bovenarm van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben geschopt.
2.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Amsterdam, in elk geval in Nederland, op/aan de Burgemeester Roellstraat, op of omstreeks 31 mei 2019 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade was toegebracht.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3.6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf van 140 (honderdveertig) uren.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 70 dagen.
Beveelt dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van twee uren per dag.
Beveelt dat een gedeelte, groot 40 (veertig) uren, van deze werkstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de werkstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 20 dagen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- Veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd melden bij Reclassering Nederland,
Wibautstraat 12, 1091 GM te Amsterdam, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- Veroordeelde moet meewerken aan outreachende begeleiding vanuit IFA Spirit.
Voorwaarde(n) daarbij is/zijn:
- Veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- veroordeelde zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken.
Geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 77aa, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. I. Mannen, voorzitter,
mrs. J. Thomas en M. Jeltes, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Harrewijn, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 februari 2020.