-
Het wrakingsverzoek ziet op behandeling van een zestal zaken door de rechter in Poolse overleveringsprocedures. Overlevering - de overdracht van verdachten of veroordeelden ten behoeve van strafvervolging of strafexecutie - vindt plaats tussen de justitiële autoriteiten van EU-lidstaten op basis van een uniform instrument, te weten het Europees Aanhoudings Bevel: hierna EAB. Overlevering komt binnen de Europese Unie in de plaats van uitlevering, is gebaseerd op het vertrouwensbeginsel en heeft als uitgangspunt de wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen. De overleveringsprocedure is niet een strafprocedure waarin de gegrondheid van een ingestelde vervolging wordt bepaald. Het doel van de overleveringsprocedure is de toetsing van inkomende EAB’s. Er wordt onderzocht of een door een justitiële autoriteit van de betrokken lidstaat uitgevaardigd EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en of zich gronden tot (gehele of gedeeltelijke) weigering van de overlevering voordoen.
-
De Amsterdamse rechtbank is exclusief belast met de beslissingen over overlevering. De rechter, die een aanstelling heeft als raadsheer bij het gerechtshof te Den Haag, zit een paar keer per jaar als rechter-plaatsvervanger op een IRK zitting met EAB zaken.
-
De rechter vervult als (onbezoldigde) nevenfunctie het voorzitterschap van de stichting “Rechters voor Rechters”, hierna RvR, die zich inzet voor collega-rechters in het buitenland die in moeilijkheden zijn gekomen of dreigen te komen vanwege hun beroepsuitoefening.
-
De rechter heeft in januari 2020 in Polen meegelopen in ‘de mars van de 1000 toga’s’ – een protestmars tegen een wetswijziging in Polen die door tegenstanders van die wet (en ook hierna) wordt aangemerkt als de “Muilkorfwet”. In een daarop betrekking hebbend artikel dat gepubliceerd is in de Volkskrant wordt de rechter als volgt aangehaald: “Deze wet is zó stuitend. Als fundamentele rechten in gevaar zijn, heb je als rechter de plicht je uit te spreken.” (…) “Wij komen op voor een onafhankelijke rechtspraak. Als dat activistisch is, prima, dan ben ik een activist.”
-
In een artikel in Trouw wordt de rechter als volgt geciteerd: “Dit wetsamendement maakt een ongelooflijke inbreuk op de onafhankelijkheid van rechters” (…) “Het hele Europese rechtssysteem is gebaseerd op wederzijds vertrouwen” zegt Trotman, “ Als je als land zo omgaat met de rechterlijke macht, dan leg je daar een bom onder.”
-
De rechter heeft in haar hoedanigheid van voorzitter van RvR een brief ondertekend die is gestuurd aan de president van de Europese Commissie, met als doel ‘urging for an immediate and decisive intervention to stop the crackdown of the Rule of Law in Poland’.
-
In de Nieuwsbrief van RvR heeft de rechter met betrekking tot de “Muilkorfwet” in januari 2021 geschreven: “Op grond van deze - op 14 februari 2020 in werking getreden - wet worden Poolse rechters in verschillende opzichten zeer ernstig aangetast in hun onafhankelijkheid”. De rechter verwijst in die nieuwsbrief voorts naar een online petitie die magistraten oproept om een brief te ondertekenen ‘in support of Polish judges’.
-
De rechter heeft op 18 januari 2021 gesproken op een online seminar “The judiciary: possible ways of development, March of a Thousand Gowns a year later”.
-
In de periode van eind 2020 tot en met begin 2021 hebben verschillende Poolse rechterlijke autoriteiten in totaal zesmaal een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd tegen [betrokkene].
-
De officier van justitie bij deze rechtbank heeft vervolgens overlevering van [betrokkene] gevorderd op grond van artikel 23 van de Overleveringswet.
-
De behandeling van de zaken 13/752109-20 (EAB I), 13/751019-21 (EAB II), 13/751174-21 (EAB III), 13/751206-21 (EAB IV) en 13/751207-21 (EAB V) is aangevangen op de zitting van 23 februari 2021. De rechtbank (IRK) was voor die zitting samengesteld uit de leden mr. H.P. Kijlstra (voorzitter), mr. C. Klomp en de rechter.
-
Het OM heeft voorafgaand aan de zitting contact opgenomen met de rechtbank over de wenselijkheid de rechter als IRK lid in te zetten, maar dit heeft niet geleid tot een wijziging van de samenstelling van de meervoudige kamer die de IRK-zaken inzake [betrokkene] zou behandelen.
-
Ook ter zitting van 23 februari 2021 heeft de zittingsofficier van justitie haar zorgen geuit over de onpartijdigheid van de IRK. De rechtbank heeft vervolgens - na interne beraadslaging - geen aanleiding gezien de samenstelling voor de behandeling van de zaken te wijzigen. De officier heeft daarop verklaard op dat moment geen wrakingsverzoek te doen. Vervolgens is het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd geschorst.
-
Aangekondigd is dat de verdere behandeling van de verzoeken van de EAB’s I tot en met V zou worden hervat op de zitting van 11 maart 2021, op welke zitting ook het zesde overleveringsverzoek ten aanzien van [betrokkene] met parketnummer 13/75120910 (EAB VI) zou worden behandeld.
-
De samenstelling van de rechtbank voor de zitting van 11 maart 2021 was dezelfde als op de zitting van 23 februari 2021. Het OM is hiervan op 9 maart 2021 op de hoogte gesteld.