RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/314509-20
Datum uitspraak: 16 juni 2021
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in het [naam] .
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 4 (vier maanden) niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich na het ingaan van de proeftijd meldt bij reclassering Amsterdam op het adres Wibaustraat 12. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (CoVa training). Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.
- -
een opleiding volgt of werkt. Hij heeft in elk geval een constructieve dagbesteding;
- -
meewerkt aan het afnemen van een diagnostisch onderzoek bij Inforsa Amsterdam of een andere instelling, door de reclassering aan te wijzen.
Geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S. Djebali, voorzitter,
mrs. C.M. Berkhout en S.F. van Merwijk, rechters,
in tegenwoordigheid van M. Utlu, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 juni 2021.