4.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan poging moord op [benadeelde partij 1] door in haar buik te schieten. De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan poging moord op [benadeelde partij 2] , maar wel dat hij door in haar nabijheid met een vuurwapen te schieten haar heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Daarnaast vindt de rechtbank bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen en munitie.
De rechtbank gaat op grond van de bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden.1
Beschuldigingen 1 en 2: schietincident op de Verbindinsdam
Verklaringen aangevers [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]
Op 31 mei 2020 besluiten de twee vriendinnen, [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , een ochtendwandeling te maken om de zonsopgang te kunnen bekijken.2 Wanneer zij op de Borneolaan lopen, zien zij een man uit de richting van een afvalcontainer aankomen lopen.3 [benadeelde partij 1] ziet dat de man een blauwe hoodie en een bril draagt.4 Ook [benadeelde partij 2] ziet dat de man een blauw shirt draagt.5 De man komt op hen aflopen. De man keek heel erg agressief en schreeuwde vervolgens een woord dat klonk als ‘koerwa’/‘kurwa’ (de rechtbank begrijpt ‘kurva’ een Pools woord voor hoer). De vriendinnen reageren hier niet op en lopen verder.6 Wanneer [benadeelde partij 2] nog een keer achterom kijkt, ziet zij dat de man hen nog aankijkt en bij een deur staat waarbij het lijkt alsof hij zijn sleutels in zijn handen heeft en naar binnen wil gaan.7 Op de Verbindingsdam kijkt zij nog eens achterom en ziet dan dat een man in versnelde pas op hen af komt lopen.8 De man staat opeens achter [benadeelde partij 1] . Zij ziet dat deze man ook een blauwe hoodie, een blauw sweatshirt met lange mouwen en een capuchon draagt en een zwartkleurig masker.9 Ook [benadeelde partij 2] ziet een blauwe trui of hoodie met capuchon.10 Het stoffen masker van de man bedekt zijn hals, mond en neus.11 Alleen zijn ogen waren te zien.12 ziet dat hij naast een masker ook handschoenen draagt.13 Hij heeft een goudkleurig wapen in zijn hand.14 ziet dat de man in de richting van [benadeelde partij 1] rent, dat hij even later voorover gebogen staat in de richting van [benadeelde partij 1] haar buik en haar van heel dichtbij naderde. [benadeelde partij 2] ziet dat de man de handen van [benadeelde partij 1] probeert weg te trekken om in haar buik te kunnen schieten.15 [benadeelde partij 1] ziet dat de man het vuurwapen op haar buik richt terwijl hij haar vasthoudt aan haar arm en vervolgens de trekker overhaalt.16 De man heeft op het moment dat hij schiet, het wapen heel dicht bij haar buik, op een afstand van ongeveer tien centimeter.17 ziet de man schieten en ziet haar vriendin vervolgens naar haar buik grijpen.18 ziet de man dan haar kant op komen en probeert weg te rennen.19 De man roept vervolgens: “Bitch!” en draait zich dan om en rent weg.20 De man gaat vervolgens terug in de richting waar hij vandaan kwam.21 Hij rent in de richting van de Baron G.A. Tindalstraat.22
In het ziekenhuis is een röntgenfoto gemaakt waarop is gezien dat er een kogel in het lichaam van [benadeelde partij 1] zit. Tijdens een operatie is een deel van haar dunne darm verwijderd en een stuk van haar dikke darm gehecht. Om verder letsel te voorkomen, zijn de artsen niet verder gaan zoeken naar de kogel.23 Uit de letselverklaring blijkt dat door de wond aan de buik, zo’n drie centimeter onder de navel, bloedverlies (500cc) is ontstaan in de buik en letsel is ontstaan aan de dikke en de dunne darm. Uit de CT scan blijkt dat de kogel zich aan de linkerzijde van het bekken bevindt. De kogel zit waarschijnlijk in een spier en is bij de operatie niet teruggevonden.24
Tijdlijn op basis van camerabeelden
Op basis van de beschikbare camerabeelden, die ook tijdens de zitting zijn bekeken, kan voor de ochtend op 31 mei 2020 de volgende tijdlijn worden opgemaakt.
- Om 05:29:25 uur loopt een man op de Borneolaan in de richting van de C. van Eesterenlaan.25
- Om 05:29:56 uur lopen twee vrouwen langs op de Borneolaan in de richting van de C. van Eesterenlaan.26
- Om 05:30:07 loopt een man vanuit de richting van de C. van Eesterenlaan richting de Panamalaan. Deze man heeft een baard en draagt donkere bovenkleding en een korte broek.27
- Om 05:33:19 uur lopen twee personen over het trottoir van de C. van Eesterenlaan. Zij komen uit de richting van de Borneolaan en gaan in de richting van de J.F. van Hengelstraat.28
- Om 05:33:41 uur rent iemand voorbij vanuit de richting van de Panamalaan in de richting van de C. van Eesterenlaan.29
- Om 05:34:38 uur komt iemand vanuit een rennende beweging in beeld op de C. van Eesterenlaan en gaat over in een lopende beweging. De persoon komt uit de richting van de Borneolaan en loopt in de richting van de J.F. van Hengelstraat.30 Deze persoon, gekleed in een blauwe jas met capuchon met ter hoogte van de linkerborst en de rechterbovenarm lichtkleurige kleuraccenten, korte broek, zwarte schoenen en handschoenen die aan de bovenzijde lichtkleurig en aan de onderzijde donkerkleurig zijn, lijkt om 05:34:41 uur in de richting van de kruising C. van Eesterenlaan/J.F. van Hengelstraat te kijken.31 De persoon lijkt een bril en een donkerkleurige col over de mond en neus te dragen.32 De persoon heeft op het linker onderbeen, boven de enkel, aan de buitenzijde een verkleuring op de huid.33 Ook lijkt de persoon een goudkleurig voorwerp vast te houden.34
- Om 05:36 uur lopen twee vrouwen vanuit de richting van de Borneolaan op de C. van Eesterenlaan en in de richting van de Verbindingsdam.35
- Om 05:38 uur komt een persoon uit dezelfde richting als de twee vrouwen aanlopen. Deze persoon komt in versnelde pas aanlopen op de C. van Eesterenlaan en loopt parallel op de stoep ten aanzien van waar de twee vrouwen liepen. De persoon draagt een korte broek en loopt in dezelfde richting als de twee vrouwen.36
- Om 05:40:49 uur loopt een man in een korte broek vanuit de richting van de C. van Eesterenlaan in de richting van de Panamalaan.37
- Om 05:44 uur rijdt een politievoertuig langs met blauw zwaailicht in de richting van de C. van Eesterenlaan.38
Tussenconclusie: man bij afvalcontainers is schutter op Verbindingsdam
De rechtbank vindt gelet op de verklaringen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en de camerabeelden dat de persoon die de vrouwen op de Borneolaan heeft uitgescholden dezelfde man is geweest als de man die [benadeelde partij 1] in haar buik heeft geschoten op de Verbindingsdam.
Uit de beelden blijkt dat de man die de vrouwen heeft uitgescholden, hen vervolgens is gevolgd naar de Verbindingsdam. Ook al ontbreken beelden van het schietincident zelf, kan deze conclusie worden getrokken omdat deze direct aansluit op de verklaringen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , de camerabeelden en de daarmee geschetste tijdlijn.
Daar komt bij dat uit de camerabeelden en de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] is gebleken dat naast de twee vrouwen en de dader, geen andere personen op dat tijdstip op de vroege zondagochtend op straat zijn gezien.39 Ook getuige [getuige 3] geeft aan dat het rustig op straat was vanwege coronatijd. Zij zag één man rennen en heeft verder, behalve de twee vrouwen, niemand zien lopen.40
De rechtbank stelt op grond van de camerabeelden en de verklaringen van de hiervoor genoemde getuigen vast dat de persoon bij de afvalcontainer op de Borneolaan één en dezelfde persoon is als de schutter op de Verbindingsdam.
Aangetroffen kleding in woning verdachte en moedervlek op been verdachte
Op basis van de verklaring van [benadeelde partij 2] heeft de politie buurtonderzoek verricht. Op basis van haar beschrijving van waar zij op de Borneolaan een onbekende man bij een afvalcontainer heeft gezien en de door haar gegeven beschrijving van het uiterlijk van de man, is de politie na buurtonderzoek uitgekomen bij verdachte.41 Tijdens een doorzoeking van zijn woning op 1 juni 2020 zijn op een tafel in de woonkamer een paar grijs/zwarte handschoenen en een zwarte col aangetroffen.42 In de woonkamer is ook een blauwkleurig vest van het merk ‘Lacoste’ aangetroffen. Dit vest is blauw van kleur met zwarte accenten.43 De zwarte accenten bestaan uit zwarte vlakken op de rug en zij. Het ‘Lacoste’ logo zit op het linkerborstvlak en op de rechtermouw zit een witte belettering.44 Naast deze kledingstukken, zijn ook een bril met vierkant montuur en een paar zwarte Nike schoenen in beslag genomen.45
De politie heeft naar aanleiding van de camerabeelden, opgenomen vanaf de C. van Eesterenlaan [huisnummer] , onderzoek gedaan naar het linker onderbeen van verdachte en vastgesteld dat zich aan de buitenzijde daarvan een donkerkleurige moedervlek ter grootte van een vingerafdruk bevindt.46
Contra-indicaties
Verdachte ontkent iets met het schietincident te maken te hebben gehad. Hij heeft geen concreet alibi gegeven voor de ochtend van 31 mei 2020. Het wapen waarmee [benadeelde partij 1] in haar buik is geschoten is niet bij verdachte aangetroffen. Er zijn geen technische sporen of beelden van het moment van het schietincident beschikbaar. Ook is niet duidelijk wat het motief van de dader is geweest.
Oordeel rechtbank: verdachte is schutter op Verbindingsdam
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte zowel de schutter op de Verbindingsdam als de persoon bij de afvalcontainer op de Borneolaan is geweest. Dat er geen sporen van verdachte zijn aangetroffen, het wapen dat is gebruikt niet is aangetroffen en geen beelden van het incident zelf beschikbaar zijn, maakt dat niet anders. De geschetste tijdlijn op basis van de camerabeelden sluit aan op de verklaringen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] . In de woning van verdachte zijn kledingstukken aangetroffen zoals beschreven door aangevers en te zien op de camerabeelden. Het blauwe ‘Lacoste’ vest, de col en de handschoenen komen tot in de details overeen met de kledingstukken zoals waargenomen op de beelden. Ook is bij verdachte een vierkante bril aangetroffen en zwarte schoenen. Op zitting heeft verdachte ook verklaard brildragend te zijn.47 Daarnaast heeft verdachte een moedervlek boven zijn enkel op zijn linkerbeen die sterk overeenkomt met de verkleuring die op de beelden te zien is op het linker been van de dader. Op basis van de verklaringen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] , de camerabeelden en de getuigenverklaringen waaruit blijkt dat op dat vroege tijdstip op de ochtend van 31 mei 2020 geen andere mensen op straat liepen, kan niet anders geconcludeerd worden dan dat verdachte de schutter is geweest. De rechtbank vindt daarom dat verdachte de persoon is die op de beelden te zien is en daarmee de persoon die aangevers heeft uitgescholden op de Borneolaan en [benadeelde partij 1] in haar buik heeft geschoten op de Verbindingsdam.
Uit het dossier kan geen alternatief scenario worden afgeleid. Ook door of namens verdachte is geen concreet alternatief scenario aangedragen. Het ontbreken van onderzoek naar een dergelijk scenario kan dan ook niet afdoen aan de conclusie van de rechtbank.
Poging moord op [benadeelde partij 1] bewezen
De rechtbank vindt de poging tot moord op [benadeelde partij 1] bewezen en overweegt het volgende.
Om tot een bewezenverklaring van poging moord te komen, moet sprake zijn geweest van opzet op de dood van [benadeelde partij 1] en voorbedachte raad. Nu verdachte heeft ontkend [benadeelde partij 1] te hebben beschoten en hij dus geen inzicht heeft gegeven in hetgeen in hem omging ten tijde van zijn handelen, zal de rechtbank het antwoord op de vraag of verdachte opzettelijk en met voorbedachten rade heeft gehandeld moeten afleiden uit de uiterlijke verschijningsvorm van het gedrag van verdachte zoals dat blijkt uit de concrete feiten en omstandigheden in het dossier.
Opzet op de dood
De rechtbank vindt dat het gelet op het bij [benadeelde partij 1] ontstane letsel dat door verdachte is veroorzaakt door op een afstand van zo’n tien centimeter in haar buik te schieten, naar de uiterlijke verschijningsvorm niet anders kan dan dat het de bedoeling is geweest van verdachte om [benadeelde partij 1] te doden. Een schotwond in de buik kan letsel veroorzaken die ernstige schade en de dood tot gevolg kan hebben, zo blijkt ook uit de letselrapportage.48 De rechtbank vindt daarom bewezen dat verdachte opzet op de dood van [benadeelde partij 1] heeft gehad.
Voorbedachte raad
Voor een bewezenverklaring van dit bestanddeel moet komen vast te staan dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Verdachte moet de gelegenheid hebben gehad over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad na te denken en zich daarvan rekenschap te hebben gegeven.
De rechtbank stelt op basis van de beelden, de daarbij geschetste tijdlijn en de verklaringen van aangevers vast dat tussen het moment dat de vrouwen werden uitgescholden bij de afvalcontainer op de Borneolaan en het moment dat [benadeelde partij 1] in haar buik werd geschoten op de Verbindingsdam een tijdspanne van zo’n tien minuten zit. In deze tien minuten is verdachte, na de vrouwen te hebben uitgescholden voor ‘kurva,’ in de richting van zijn huis gelopen. Drie minuten later rent hij in de richting van waarin de vrouwen liepen, nu met handschoenen aan en zijn mond en neus bedekt met een col en een goudkleurig voorwerp in zijn hand. Verdachte rent door de straten en kijkt in de richting van waar aangevers heen zijn gelopen. Enkele minuten komt hij met versnelde pas aangelopen op de C. van Eesterenlaan en loopt dan parallel aan de kant waar aangevers lopen. [benadeelde partij 2] ziet de man vervolgens op de Verbindingsdam met versnelde pas op hen afkomen lopen, waarna verdachte [benadeelde partij 1] bij haar arm pakt, op haar buik richt en in haar buik schiet van een afstand van zo’n tien centimeter. Voor hij vlucht, scheldt hij hen nog uit voor ‘bitch.’
De rechtbank vindt dat uit het handelen van verdachte blijkt dat hij, na aangevers te hebben uitgescholden, bewust is terug gegaan in de richting van zijn woning waarna hij nadat hij zichzelf heeft voorzien van vermomming, handschoenen en met een wapen weer in de richting van de vrouwen is gerend. Verdachte is hen bewust door verschillende straten achterna gerend, heeft daarbij naar hen uitgekeken en zijn pas vertraagd op het moment dat hij hen in zicht heeft gekregen waarna hij parallel aan hen aan de overzijde van de straat is gaan lopen.49 Vervolgens is hij met versnelde pas op hen afgelopen op de Verbindingsdam. Daarna heeft hij zonder verdere woordenwisseling, [benadeelde partij 1] van dichtbij vastgepakt, op haar buik gericht en in haar buik geschoten. Vanaf het moment dat verdachte na het schelden heeft besloten zichzelf te vermommen en handschoenen aan te doen, heeft hij voldoende tijd en gelegenheid gehad om zich te beraden op het besluit om gebruik te maken van het vuurwapen op het moment dat hij de vrouwen was genaderd. De rechtbank vindt dan ook dat verdachte vanaf zijn besluit zich te vermommen, handschoenen aan te trekken en met een wapen de vrouwen opnieuw te benaderen, het vooropgezette plan heeft gehad om [benadeelde partij 1] van het leven te beroven. De rechtbank vindt dat het handelen van verdachte, zeker gelet op het feit dat hij gebruik heeft gemaakt van een vermomming – bedoeld om niet te worden herkend, en handschoenen – bedoeld om geen sporen achter te laten, en met een wapen in zijn hand, heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daadwerkelijk rekenschap heeft gegeven van de consequenties daarvan. Dat verdachte vervolgens is weggerend en zich – kennelijk – heeft ontdaan van het wapen, bevestigt nog eens dat hij zijn sporen heeft willen uitwissen. Van enige ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarin verdachte zou hebben gehandeld, is niet gebleken. Verdachte gaat juist bedachtzaam te werk door eerst te rennen en wanneer hij de vrouwen is genaderd zijn pas weer te vertragen. Ook van andere contra-indicaties die het aannemen van voorbedachte raad in de weg staan, is niet gebleken.
De rechtbank vindt daarom dat verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en vindt de poging tot moord op [benadeelde partij 1] daarmee bewezen.
Vrijspraak van poging moord op [benadeelde partij 2] – bedreiging van [benadeelde partij 2] met enig misdrijf tegen het leven gericht bewezen.
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan poging moord, dan wel poging doodslag op [benadeelde partij 2] en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank vindt wel bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven van [benadeelde partij 2] gericht en overweegt het volgende.
Uit wat hiervoor besproken is, kan worden vastgesteld dat verdachte één schot heeft gelost en daarmee [benadeelde partij 1] in haar buik heeft geraakt. Zowel [benadeelde partij 1] als [benadeelde partij 2] verklaren over een mogelijk tweede of derde schot, maar weten dit niet meer zeker. Zij verklaren over het tweede schot dat dit misschien gericht is geweest op [benadeelde partij 2] , maar dit ook niet zeker te weten. Ook getuigen verklaren niet eenduidig over hoeveel schoten zijn gelost. Dit maakt dat de rechtbank niet kan vaststellen dat verdachte meer dan één keer heeft geschoten en daarmee dus ook niet kan vaststellen dat op of in de richting van [benadeelde partij 2] is geschoten.
De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van de poging moord op [benadeelde partij 2] .
Doordat verdachte wel op [benadeelde partij 1] heeft geschoten en daarmee in de nabijheid van [benadeelde partij 2] heeft geschoten, vindt de rechtbank wel bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging van [benadeelde partij 2] met enig misdrijf tegen het leven gericht. Gelet op de omstandigheden, het feit dat verdachte met versnelde pas is aan komen lopen en vervolgens [benadeelde partij 1] in haar buik heeft geschoten, heeft bij [benadeelde partij 2] in redelijkheid de vrees kunnen ontstaan dat zij ‘de volgende’ zou zijn en dus zelf het risico zou lopen om slachtoffer te worden van enig misdrijf tegen het leven gericht, te meer nu verdachte na het schieten op [benadeelde partij 1] , op [benadeelde partij 2] is af komen lopen.50
Beschuldiging 3: voorhanden hebben wapen en munitie
In de woning van verdachte is op de salontafel een vuurwapen met munitie aangetroffen.51 Het vuurwapen lag naast het rijbewijs, een ING-bankpas en telefoon van verdachte.52 Dit doorgeladen pistool (Ceska Zbrojovka (CZ), model 27, kaliber 7.65 Browning) met één patroon in de kamer en zeven patronen in het magazijn (kaliber 7.65 mm) was gereed voor onmiddellijk gebruik.53 Op het wapen zijn geen vingerafdrukken of DNA-materiaal van verdachte aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat het wapen niet van hem is en dat het zou kunnen dat zijn vriend [naam 1] het bij hem heeft achtergelaten nadat verdachte op de bank in slaap was gevallen. De rechtbank vindt dit alternatieve scenario niet aannemelijk geworden. Dat alternatieve scenario is niet geconcretiseerd en verdere verklaringen over deze vriend ‘ [naam 1] ’ of gegevens die kunnen leiden tot vaststelling van zijn identiteit, heeft verdachte niet gegeven. De rechtbank vindt dat het nu het pistool is aangetroffen in de woning van verdachte – waar geen anderen staan ingeschreven – op de salontafel – die voor de bank staat – naast het rijbewijs, een ING-betaalpas en telefoon van verdachte, niet anders kan dan dat verdachte zich bewust moet zijn geweest van de aanwezigheid van het wapen. Als enige bewoner en enige aanwezige persoon in de woning heeft verdachte, in de directe nabijheid van het pistool op de salontafel, over dit pistool en bijbehorende munitie kunnen beschikken en daarmee heeft hij deze voorhanden gehad. Dat zijn DNA of vingerafdrukken niet zijn aangetroffen, maakt dit niet anders.