2 Tenlastelegging
Aan verdachte is kort gezegd ten laste gelegd dat hij zich op 22 mei 2021 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
Feit 1
het opzettelijk brand stichten terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
Feit 2
het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken en/of wegmaken van een politieauto;
Feit 3, primair
een poging tot doodslag van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer andere personen.
Feit 3, subsidiair
bedreiging van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer andere personen met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling
De tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis.
6 De strafbaarheid van verdachte
De rechtbank heeft onder meer kennis genomen van de volgende rapportage.
Psychiatrisch onderzoek van 13 augustus 2021, opgemaakt door E. Kuiper:
De psychiater adviseert om het tenlastegelegde verminderd toe te rekenen aan verdachte.
Bij verdachte is er sprake van een waanstoornis en een ernstige stoornis in het gebruik van cannabis.
Hij was zich bewust van het feit dat hij moest stoppen met zijn drugsgebruik, kon dit niet zelfstandig, maar heeft hier geen hulp voor gezocht. Het drugsgebruik heeft er vervolgens voor gezorgd dat betrokkene in toenemende mate paranoïde psychotisch is geworden waarbij hij zijn realiteitszin en overzicht verloor.
De rechtbank neemt het advies van de deskundige op dit punt over en maakt dit tot haar eigen oordeel. De onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten kunnen verdachte daarom wegens ziekelijke stoornissen in verminderde mate worden toegerekend.
Er is verder geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 3 primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
Feit 2
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
Verklaart het bewezene strafbaar
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 69 (negenenzestig) dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
Veroordeelde meldt zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis bij Reclassering Inforsa op het adres Vlaardingenlaan 5 te Amsterdam. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren.
Opname in een zorginstelling
Veroordeelde wordt verplicht om zich te laten opnemen, op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die instelling zullen worden gegeven. Daarnaast zal veroordeelde zich houden aan het daaruit voortvloeiende (klinisch)behandeladvies. De opname start na het overeenkomen van een opnamedatum met de geïndiceerde instelling. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Veroordeelde laat zich behandelen door het Forensisch Ambulante Zorgteam (FAZ) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, wordt veroordeelde verplicht zich te laten openen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft in [instelling] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Meewerken aan dagbesteding
Veroordeelde werkt mee aan het verrichten van dagbesteding, indien dit door de reclassering wordt geïndiceerd.
Geeft aan Reclassering Inforsa de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Vordering benadeelde partij
Verklaart de Nationale Politie, Eenheid Amsterdam niet-ontvankelijk in haar vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.H. Marcus, voorzitter,
mrs. M. Smit en J. van Zijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Madiol, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september 2021.