4 De bewezenverklaring
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte
feit 1
in de periode van 8 mei 2020 tot en met 9 mei 2020 in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
- [slachtoffer 6] ,
- [slachtoffer 7] ,
- [slachtoffer 8] ,
te dwingen tot de afgifte van ieder 200 euro, dat aan voornoemde slachtoffers toebehoorde
opzettelijk naar voornoemde slachtoffers meerdere malen WhatsApp en/of SMS berichten te sturen en daarin de volgende dreigende woorden en/of afbeeldingen heeft toegevoegd:
- “ “Goedemorgen het volgende of u betaald de tikkie en u hoort nooit meer wat van mij of u betaald niet en dan kom ik langs met wat negers om je huis leeg te halen. Onderschat niemand. We komen in de nacht om je te laten schrikken en om leeg te halen komen we op het volgende adres langs:”. (voornoemde tekst werd aangevuld met het adres van een of meer voornoemde slachtoffers en/of een voor een of meer slachtoffers bekend adres), en/of
- -
vervolgens “Wil je mij alsjeblieft 200,00 euro betalen voor “Voor het niet leeg halen” via https://tikkie.me/pay”, en/of
- -
“Betaald u niet, dan komen we langs”, en/of
- -
“Laatste keer dat ik het vraag ga je Betalen of niet?”, en/of
- -
“betalen binnen 30 min”, en/of
- -
“hallo, wilt u me €? 200,00 betalen voor Liever dit? Dat kan via
https://diensten.asnbank.nl”, en/of
- “ “pas maar op ik weet je te vinden” (samen met een foto van voornoemde
[slachtoffer 8] ) en/of
- -
“ik ga je herkennen” (samen met een foto van voornoemde [slachtoffer 13] )
- -
“ [rekeningnummer] - naam is [naam 3] – 200 euro je hebt 15 min”, en/of
- -
“ [rekeningnummer] – Niet betalende mensen worden een onaangekondigd bezoek gegarandeerd”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2
op 3 mei 2020 te Amsterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld en verkrachting, [benadeelde partij] te dwingen tot de afgifte van 250 euro, dat aan voornoemde [benadeelde partij] toebehoorde,
opzettelijk naar voornoemde [benadeelde partij] meerdere malen WhatsApp berichten te sturen en daarin de volgende dreigende woorden en afbeeldingen heeft toegevoegd:
- -
“wordt als Pijpslet gepubliceerd” (samen met een foto van voornoemde [benadeelde partij] en zijn vriendin) en
- -
“Dan wacht ik nog 10 minuten met het sturen van negers om leeg te halen”, en
- -
“Onthou die wat van elkaar heeft oke laat staan als kinderen in het huis wonen”, en
- -
“Ze wordt verkracht waar je bij staat. Jij denkt dat deze neger grappen maakt. Weet wie wat van elkaar heeft ik geef u tot 13.45 uur”, en
- -
“enige laatste kan om jullie een fijne nachtrust te behouden”, en
- -
“Laatste kans, wordt het betalen of leeg halen”, en
- -
“Onthoud dat je gewaarschuwd bent en de kans had het niet zo ver te hoeven komen”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 3
op 24 april 2020 te Amsterdam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld en verkrachting, [slachtoffer 1] (16 jaar oud) te dwingen tot de afgifte van 30,75 euro, 200 euro en 25 euro, dat aan voornoemde [slachtoffer 1] toebehoorde, opzettelijk naar voornoemde [slachtoffer 1] meerdere malen WhatsApp berichten te sturen en daarin de volgende dreigende woorden heeft toegevoegd:
- “ “ik zou het vervelend vinden voor je moeder als spullen in huis verloren gaan”
(samen met verwijzing van het woonadres van voornoemde [slachtoffer 1] / [slachtoffer 2] )
- -
“sorry als men jullie in de nachten wakker schrikken”, en
- -
“of men gewond zal raken”, en
- -
“ik geef je tot 23.00u om €200 over te maken. Anders zullen jij en je moeder de gevolgen ervan accepteren”, en
- -
“anders beloof ik jullie een souvenir voor heel jullie leven”, en
- -
“1. De beste slagen zijn de slagen wanneer men het alweer vergeten is. 2. Wie heeft er op dit moment meer te verliezen jullie als gezin of ik als persoon die je niet kent”, en
- -
“Het heeft geen zin mijn nummer rond te delen zou zonde zijn als er negers aan te pas moeten komen”, en
- -
“mijn fucking 200 euro binnen 5 min of jullie leven wordt gegarandeerd naar de kanker gebracht door mij”, en
- -
“je moeder zal door negers verkracht worden en door Marokkanen vermoordt
worden”, en
- “2 “2 minuten dan zweer ik jullie af te maken oke”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 4
in de periode van 17 april 2020 tot en met 23 mei 2020 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 1] ,
- [aangeefster 1] ,
- [aangeefster 2] ,
- [naam 2] (15 jaar oud),
- [aangever 2] ,
- [aangeefster 4] ,
- [aangever 3] ,
- [aangever 4] ,
- [benadeelde partij] en
- [slachtoffer 1] (16 jaar oud),
heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, zijnde: (aan)betaling voor goederen, waaronder de navolgende personen, voor de navolgende geldbedragen:
1. [aangever 1] , tot de afgifte van 230,00 euro (Smart Watch) en
2. [aangeefster 1] , tot de afgifte van 75,00 euro (Britse korthaar kitten) en
3. [aangeefster 2] , tot de afgifte van 75,00 euro (Britse korthaar kitten) en
4. [naam 2] , tot de afgifte van 50,00 euro en 75,00 euro (Nintendo Switch) en
5. [aangever 2] , tot de afgifte van 50,00 euro (Britse korthaar kittens) en
6. [aangeefster 4] , tot de afgifte van 100,00 euro (Britse korthaar kittens) en
7. [aangever 3] , tot afgifte van 260,00 euro (Apple Watch) en
8. [aangever 4] , tot de afgifte van 50,00 euro (Playstation 4) en
9. [benadeelde partij] , tot de afgifte van 175,00 euro (Apple Watch) en
10. [slachtoffer 1] , tot afgifte van 100,00 euro en 70,00 euro en 6,00 euro
(Playstation 4),
door telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid,
- -
gebruik te maken van een of meer valse namen, te weten [valse naam] en/of [valse naam] en/of [valse naam] en/of Addam en/of [valse naam] en/of [valse naam] en
- -
vervolgens met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de
website www.marktplaats.nl advertenties te plaatsen waarin enig goed te koop werd aangeboden, en
- -
met voornoemde personen via Whatsapp of Markplaats-chat contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van enig goed, en
- -
daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden
geleverd en
- daarbij een bankrekening, te weten [rekeningnummer] of
[rekeningnummer] t.n.v. [verdachte] op te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen konden worden overgeboekt en over welke rekening verdachte de beschikking had en
- -
daarbij zich voor te doen als eigenaar en als betrouwbare verkoper van enig goed en
- -
de indruk en het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat verdachte de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou leveren, terwijl de betaalde goederen niet door verdachte aan voornoemde personen zijn geleverd;
feit 5
in de periode van 9 april 2020 tot en met 10 mei 2020 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, te weten bestelling- en klantgegevens, die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, te weten op de server van het bedrijf [naam server] , voor zichzelf heeft overgenomen;
feit 2
op 19 december 2018 in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, te weten de naam van [slachtoffer 3] en een Whatsapp accountnaam van die [slachtoffer 3] heeft gebruikt door onder deze naam en accountnaam met Whatsapp contacten van die [slachtoffer 3] ( [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] ) contact te leggen en geldbedragen te vragen van die contacten, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te verhelen en te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
feit 3
op 19 december 2018 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4]
en [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van 1200 euro en 1950 euro, immers heeft verdachte
- met een Whatsapp account op naam van [slachtoffer 3] berichten gestuurd naar die [slachtoffer 4] waarin verdachte zich voordeed als die [slachtoffer 3] en aan die [slachtoffer 4] vroeg om met spoed via een betaalverzoek 1200 euro over te maken en
- met een Whatsapp account op naam van [slachtoffer 3] berichten gestuurd naar die [slachtoffer 5] waarin verdachte zich voordeed als die [slachtoffer 3] en aan die [slachtoffer 5] vroeg om met spoed via een betaalverzoek 1950 euro over te maken;
feit 4
op 19 december 2018 te Rotterdam 3150 euro voorhanden heeft gehad en omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit eigen misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5 Motivering van de straf
5.1
Strafeis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte voor alle tenlastegelegde en volgens de officier bewijsbare feiten moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijk deel zouden de bijzondere voorwaarden moeten worden gekoppeld zoals de reclassering heeft geadviseerd.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
5.2.
Strafmaatverweer van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat, als de rechtbank een gevangenisstraf oplegt, voor het onvoorwaardelijke deel volstaan kan worden met een periode gelijk aan het voorarrest. Daarnaast zou een voorwaardelijke straf en begeleiding door de reclassering opgelegd kunnen worden.
5.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander op de zitting is gebleken. Bij de oplegging van een vrijheidsbenemende straf heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende meegenomen.
Verdachte heeft geprobeerd om vijftien personen af te persen door hen dreigende teksten te sturen om ze te dwingen geld naar zijn bankrekening over te maken. Van dertien personen heeft verdachte de contactgegevens overgenomen vanuit het computersysteem van het restaurant waar verdachte werkte en de slachtoffers bestellingen hadden gedaan. Van twee andere personen heeft verdachte de contactgegevens bemachtigd doordat zij hadden gereageerd op een Marktplaatsadvertentie van verdachte. Nadat discussie ontstond over de betaling en levering van de producten heeft verdachte de dreigende teksten gestuurd. Verdachte heeft deze twee personen – en nog acht anderen– ook opgelicht door zich in de Marktplaatsadvertentie voor te doen als eerlijke verkoper. Nadat de kopers het geld hadden overgemaakt naar de bankrekening van verdachte, hebben zij de door hen gekochte of gereserveerde producten nooit ontvangen. Verdachte is nooit van plan geweest om de producten te leveren. Verdachte heeft ook gebruik gemaakt van de accountgegevens van een gehackt Whatsapp-account door naar contactpersonen van dat account een bericht te sturen met het verzoek om met spoed geld over te maken. Die contactpersonen maakten zonder het te weten geld over naar de rekening van verdachte, waarvan hij het geld vervolgens heeft opgenomen. Daarmee heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het gebruikmaken van identificerende persoonsgegevens van een ander, oplichting en witwassen.
Verdachte heeft zich bij alle bewezen feiten laten leiden door financiële motieven. Daarbij is verdachte op zeer listige en bedrieglijke manier te werk gegaan. De slachtoffers die verdachte op Marktplaats heeft gemaakt zijn allemaal hun geld kwijtgeraakt terwijl ze zich verheugden op hun producten. Hun vertrouwen in het handelen via dit soort platforms heeft daardoor een behoorlijke deuk opgelopen. De slachtoffers van de dreigberichten hebben zich daardoor erg onveilig gevoeld, of voelen zich misschien nog steeds angstig. Vooral de dreigende berichten in combinatie met het noemen van het adres van het slachtoffer hebben ervoor gezorgd dat deze slachtoffers zich niet veilig meer voelden in hun eigen vertrouwde woonomgeving. Dat verdachte zich ook bewust was van de ernst en impact van de dreigementen, blijkt uit zijn verklaring op de zitting dat hij teksten heeft opgesteld waarvan hij dacht dat hij zelf heel bang zou worden. Dat verdachte, zoals hij zelf zegt, nooit van plan is geweest de slachtoffers daadwerkelijk fysiek pijn te doen, doet daar niet aan af. De slachtoffers wisten dit niet en konden dat ook niet weten. Zij hadden geen idee uit welke hoek de dreigementen kwamen en waren wel degelijk bang dat de dreigementen tot uitvoering zouden worden gebracht.
De rechtbank vindt in beginsel gezien de ernst en hoeveelheid voor alle bewezen feiten een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Voor de hoogte daarvan heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Als vertrekpunt voor de op te leggen straf neemt de rechtbank 18 maanden gevangenisstraf.
In het psychologisch rapport over verdachte van 26 mei 2021 staat dat bij verdachte sprake is van een matige tot ernstige stoornis in cannabisgebruik, een gokstoornis, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafdheid. Daarvan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde, maar er zijn te weinig aanwijzingen dat de problematiek dwingend doorwerkte op verdachtes handelen. Het waren bewuste en weloverwogen handelingen om op een antisociale manier geld te krijgen. Zijn psychische problematiek hangt niet in die mate samen met het tenlastegelegde dat hij er niet vanaf had kunnen zien. De psycholoog adviseert dan ook om het tenlastegelegde volledig aan verdachte toe te rekenen. De kans op herhaling schat de psycholoog als hoog in. Met name in situaties waarin verdachte met tegenslagen te maken krijgt, wordt de kans op een antisociale oplossing – waarbij verdachte met name verbale agressie (bedreiging) instrumenteel in zal zetten – als verhoogd ingeschat. Behandeling en begeleiding is volgens de psycholoog dan ook nodig.
In een reclasseringsrapport van 31 mei 2021 over verdachte staat dat verdachte problemen heeft op het gebied van huisvesting, financiën, dagbesteding, sociaal netwerk, middelengebruik en psychosociaal functioneren. Het recidiverisico en het risico op letselschade worden hoog ingeschat. Verdachte kan zijn leven niet zelfstandig op de rails krijgen en vrijwillige hulpverleningstrajecten in het verleden hebben niet geholpen. Verdachte is beperkt zelfredzaam en heeft beperkte coping vaardigheden. In combinatie met zijn praktische problemen, zijn middelengebruik en zijn zwakbegaafdheid, adviseert de reclassering om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod met mededader(s) en meewerken aan schuldhulpverlening en middelencontrole. In het rapport van 30 augustus 2021 adviseert de reclassering om daaraan als voorwaarden nog toe te voegen meewerken aan een passende dagbesteding en meewerken aan begeleiding door Homerun of soortgelijke instantie.
De rechtbank houdt er in het voordeel van verdachte rekening mee dat hij een deel van de feiten heeft bekend en inmiddels lijkt in te zien dat hij verkeerd heeft gehandeld. Hij heeft op de zitting spijt betuigd, ook ten overstaan van de aanwezige benadeelde partij. Hoewel de rechtbank geen formele overschrijding van de redelijke termijn vaststelt, houdt zij wel rekening met het feit dat de in zaak B bewezenverklaarde feiten van enige tijd geleden zijn.
De rechtbank zal een gevangenisstraf van 14 maanden opleggen. Omdat de rechtbank het belangrijk vindt dat verdachte hulp en begeleiding krijgt legt de rechtbank van die 14 maanden 6 maanden voorwaardelijk op. Gedurende een proeftijd van drie jaar moet verdachte zich houden aan bijna alle bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd. Verdachte is gemotiveerd om zich hiervoor in te zetten. Als verdachte zich echter niet houdt aan deze bijzondere voorwaarden of opnieuw een strafbaar feit pleegt dan kan de voorwaardelijke gevangenisstraf alsnog ten uitvoer worden gelegd. De rechtbank legt geen contactverbod met mededaders op, omdat de rechtbank vrijspreekt van medeplegen. De rechtbank bepaalt niet dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat niet is voldaan aan de vereisten daarvoor.
8 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak B onder 1 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2, 3, 4, en 5 en in zaak B onder feiten 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
zaak A, feit 1,
poging tot afpersing, meermalen gepleegd;
zaak A, feit 2 en 3
telkens: poging tot afpersing;
zaak A, feit 4
oplichting, meermalen gepleegd;
zaak A, feit 5
het opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk voor zichzelf overnemen;
zaak B, feit 2
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen, meermalen gepleegd;
zaak B, feit 3
oplichting, meermalen gepleegd;
zaak B, feit 4
witwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 14 (veertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast als de veroordeelde gedurende de proeftijd de volgende bijzondere voorwaarden niet naleeft:
Meldplicht
Veroordeelde meldt zich binnen drie weken na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Inforsa op het adres Vlaardingenlaan 5, 1059 GL te Amsterdam. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Veroordeelde laat zich behandelen door een forensisch fact team of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrisch toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert dan laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft bij een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Meewerken aan schuldhulpverlening
Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Meewerken aan middelencontrole
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Andere voorwaarden het gedrag betreffende
Geeft aan Reclassering Inforsa de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Algemene voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- -
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- -
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Wijst de vorderingen van de benadeelde partij tot vergoeding toe als volgt:
- -
[benadeelde partij] : € 175,00 (honderdvijfenzeventig euro);
- -
[slachtoffer 1] : € 176,00 (honderdzesenzeventig euro);
- -
[naam 2] : € 125,00 (honderdvijfentwintig euro);
- -
[aangeefster 4] : € 100,00 (honderd euro);
- -
[aangeefster 1] : € 75,00 (vijfenzeventig euro);
- -
[aangever 3] : € 280,00 (tweehonderdtachtig euro);
- -
[aangeefster 2] : € 105,78 (honderdvijf euro en achtenzeventig
eurocent);
- -
[slachtoffer 4] : € 1.200,00 (duizendtweehonderd euro);
- -
[slachtoffer 5] : € 1.950,00 (duizendnegenhonderdvijftig euro);
bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten:
- -
[benadeelde partij] : 23 mei 2020;
- -
[slachtoffer 1] : 24 april 2020;
- -
[naam 2] : 18 april 2020;
- -
[aangeefster 4] : 20 mei 2020;
- -
[aangeefster 1] : 16 mei 2020;
- -
[aangever 3] : 12 mei 2020;
- -
[aangeefster 2] : 17 mei 2020;
- -
[slachtoffer 4] : 19 december 2018;
- -
[slachtoffer 5] : 19 december 2018.
Bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde partij] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk in hun vorderingen zijn.
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Veroordeelt verdachte in de kosten door iedere benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op te betalen aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen als volgt:
- -
[benadeelde partij] : € 175,00 (honderdvijfenzeventig euro);
- -
[slachtoffer 1] : € 176,00 (honderdzesenzeventig euro);
- -
[naam 2] : € 125,00 (honderdvijfentwintig euro);
- -
[aangeefster 4] : € 100,00 (honderd euro);
- -
[aangeefster 1] : € 105,78 (honderdvijf euro en achtenzeventig eurocent);
- [aangever 3] : € 280,00 (tweehonderdtachtig euro);
- [aangeefster 2] : € 75,00 (vijfenzeventig euro);
- -
[slachtoffer 4] : € 1.200,00 (duizendtweehonderd euro);
- -
[slachtoffer 5] : € 1.950,00 (duizendnegenhonderdvijftig euro);
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten:
- -
[benadeelde partij] : 3 mei 2020;
- -
[slachtoffer 1] : 24 april 2020;
- -
[naam 2] : 18 april 2020;
- -
[aangeefster 4] : 20 mei 2020;
- -
[aangeefster 1] : 16 mei 2020;
- -
[aangever 3] : 12 mei 2020;
- -
[aangeefster 2] : 17 mei 2020;
- -
[slachtoffer 4] : 19 december 2018;
- -
[slachtoffer 5] : 19 december 2018.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor maximaal:
- -
[benadeelde partij] : 3 (drie) dagen;
- -
[slachtoffer 1] : 3 (drie) dagen;
- -
[naam 2] : 2 (twee) dagen;
- -
[aangeefster 4] : 2 (twee) dagen;
- -
[aangeefster 1] : 1 (één) dag;
- -
[aangever 3] : 5 (vijf) dagen;
- -
[aangeefster 2] : 1 (één) dag;
- -
[slachtoffer 4] : 22 (tweeëntwintig) dagen;
- -
[slachtoffer 5] : 29 (negenentwintig) dagen.
De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Huber, voorzitter,
mrs. S. Djebali en J.M.R. Vastenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. Riggelink, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 september 2021.