4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 13.045175.20 (zaak A):
Feit 1:
op 12 juni 2019 te Amsterdam, uit een woning gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer 3150 euro, mobiele telefoons en een portemonnee met identiteitskaart en paspoort en bankpassen op naam van [slachtoffer 1] en andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders die [slachtoffer 1] met een honkbalknuppel meermalen op diens hoofd en armen hebben geslagen en die [slachtoffer 1] hebben vastgebonden en die [slachtoffer 1] een mes hebben getoond en tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd dat ze hem zouden steken als hij niet zou zeggen waar het geld was;
Feit 2:
op 30 juli 2019 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
1. zakje met 17,1 gram poeder en brokjes en
1. zakje met 10,2 gram poeder en brokjes en
1. zakje met 16,8 gram poeder en brokjes,
van een materiaal bevattende amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Ten aanzien van parketnummer 13.650036.19 (zaak B):
Subsidiair:
op 20 juli 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met [slachtoffer 2] , van wie hij, verdachte en zijn mededaders, wisten dat deze in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, dat die [slachtoffer 2] niet of onvolkomen in staat was daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten en strelen en aanraken van de billen en de benen van die [slachtoffer 2] .
Ten aanzien van parketnummer 13.701892.18 (zaak C):
op 5 juni 2018 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 61,7 pillen van een materiaal bevattende MDMA, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
14 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak B primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1 en 2, in zaak B subsidiair en in zaak C ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van zaak A onder 1:
- diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van zaak A onder 2 en zaak C:
- telkens: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeert ontuchtige handelingen plegen.
Verklaart hetgeen bewezen is verklaard strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beslissing op het beslag:
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 55 EUR (5785698)
- 200 EUR (5785679)
- 786,01 EUR (5837029)
- 1 STK Sleutel (5785664)
- 1 STK Sleutel (5785668)
- 1 STK Telefoon (5837000)
- 1 STK Telefoon (5837004)
- 1 STK Telefoon (583005)
- 1 STK GSM (5785672)
- 1 STK GSM (5785684)
- 1 STK Honkbalknuppel (5785627)
- 1 STK Honkbalknuppel (5785629)
- 1 STK Handschoen (5785686)
- 1 STK Handschoen (5785690)
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 17,1 GR Verdovende Middelen (5785690)
- 10,2 GR Verdovende Middelen (5785703)
- 16,8 GR Verdovende Middelen (5785707)
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.330,10 aan vergoeding van materiële schade en € 2.500,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (12 juni 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 300,-.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] , aan de Staat € 5.830,10 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (12 juni 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 64 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 1.385,11 aan vergoeding van materiële schade en € 1.500,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (20 juli 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] , aan de Staat € 2.885,11 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (20 juli 2018) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 38 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering tenuitvoerlegging (23.000132.16)
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van 22 november 2016 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf van 5 maanden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en J. van Zijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. Hannaart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 februari 2021.