2 Tenlasteleggingen
Aan verdachte is in zaak A ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 18 november 2019 te Duivendrecht, in de gemeente Ouder-Amstel, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachte rade, [benadeelde 1] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met dat opzet en na kalm beraad en/of rustig overleg, (meermalen) op/tegen het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben geslagen en/of met een vuurwapen meermalen in de richting van die [benadeelde 1] heeft/hebben geschoten;
(art. 289 Wetboek van Strafrecht, art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 november 2019 te Duivendrecht in de gemeente Ouder-Amstel, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met dat opzet (meermalen) op/tegen het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben geslagen en/of met een vuurwapen meermalen in de richting van die [benadeelde 1] heeft/hebben geschoten welke voren omschreven poging doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten poging diefstal met geweld van een horloge en/of (een) (andere) goederen toebehorende aan die [benadeelde 1] ;
(art. 287 Wetboek van Strafrecht, art. 288 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1 ahf/sub 1, art. 45 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 november 2019 te Duivendrecht in de gemeente Ouder-Amstel, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met dat opzet (meermalen) op/tegen het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben geslagen en/of met een vuurwapen meermalen in de richting van die [benadeelde 1] heeft/hebben geschoten;
(art. 287 Wetboek van Strafrecht, art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 november 2019 te Duivendrecht, in de gemeente Ouder-Amstel, elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een horloge en/of (een) andere goederen van zijn/hun gading, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- (meermalen) op/tegen het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben geslagen en/of
- met een vuurwapen in de richting van de benen van die [benadeelde 1] heeft/hebben geschoten en/of
- tegen die [benadeelde 1] op (dreigende toon ) heeft/hebben gezegd: “Klokjes af doen” en/of “Geef mij jouw horloge” en/of “Geef mij je tas” en/of
- een vuurwapen op die [benadeelde 2] heeft/hebben gericht; en/of
- vuurwapen meermalen meermalen heeft/hebben doorgeladen en/of afgedrukt en/of
- met een vuurwapen op het hoofd van die [benadeelde 1] heeft/hebben geslagen;
(art. 310 Wetboek van Strafrecht, art. 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art. 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 18 november 2019 tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
(art. 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
Aan verdachte is in zaak B ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 18 februari 2021 te Bovenkarspel (in een woning, gelegen aan de [adres] ), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een RABO-scanner, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte, bovengenoemde woning is binnengedrongen en/of (meermalen) tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat zij haar bankpas en/of haar RABO-scanner moest afgeven en/of de laden van de kasten in de woonkamer en/of slaapkamer heeft doorzocht;
(art. 310 Wetboek van Strafrecht, art. 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 18 februari 2021 te Bovenkarspel (in een woning, gelegen aan de [adres] ), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een bankpas, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, bovengenoemde woning is binnengedrongen en/of (meermalen) tegen die [benadeelde 3] heeft gezegd dat zij haar bankpas en/of haar RABO-scanner moest afgeven en/of de laden van de kasten in de woonkamer en/of slaapkamer heeft doorzocht;
(art. 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 18 februari 2021 te Bovenkarspel en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meer geld- en/of betaalautomaten heeft weggenomen hoeveelheden of een hoeveelheid geld (met een totaal bedrag van 4970 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel nl. een onrechtmatig verkregen, althans een onbevoegd gebruikte, pinpas met bijbehorende pincode;
(art. 310 Wetboek van Strafrecht, art. 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art. 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 18 november 2019 te Duivendrecht, in de gemeente Ouder-Amstel, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een horloge en/of (een) andere goederen van hun gading, toebehorende aan [benadeelde 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en de deelnemer aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- op het hoofd van die [benadeelde 1] hebben geslagen en
- met een vuurwapen in de richting van de benen van die [benadeelde 1] hebben geschoten en
- tegen die [benadeelde 1] op dreigende toon hebben gezegd: “Klokjes af doen” en/of “Geef mij jouw horloge” en/of “Geef mij je tas” en
- een vuurwapen op die [benadeelde 2] hebben gericht;
op 18 november 2019 een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
3.
op 18 februari 2021 te Bovenkarspel, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit geld- en betaalautomaten heeft weggenomen hoeveelheden geld met een totaal bedrag van 4970 euro, toebehorende aan [benadeelde 3] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel namelijk een onrechtmatig verkregen, althans een onbevoegd gebruikte, pinpas met bijbehorende pincode;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak A 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1 meest subsidiair en het in zaak B onder 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 meest subsidiair:
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
ten aanzien van feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Legt aan verdachte op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
Munitie - huls
|
goednummer 5839052
|
(zaak A)
|
Munitie - manteldeeltjes
|
goednummer 5839055
|
(zaak A)
|
Gelast de teruggave aan verdachte van:
iPhone
|
goednummer 5847031
|
(zaak A)
|
iPhone
|
goednummer 1243098
|
(zaak B)
|
2.560 EUR
|
goednummer 6035783
|
(zaak B)
|
Wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 500,- (vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (18 november 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 500,- (vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (18 november 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 10 (tien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Sipkens, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en E. Akkermans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2021.