Tussen KLM en [eiseres] is op 20 december 2019 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst vermeldt het volgende:
- In januari 2017 vond, na een medezeggenschapstraject (X- en Y
adviesaanvragen), de HPO (High Performance Organization) reorganisatie
plaats binnen KLM Passenger Services.
- Voorafgaand aan deze HPO reorganisatie was Werknemer werkzaam in de
functie van Teamleider Airside (functiegroep A9). Als gevolg van de
reorganisatie is de functie Teamleider Airside komen te vervallen en werd
Werknemer boventallig verklaard.
- Vervolgens is Werknemer na een sollicitatie geplaatst in de functie van Cabin Attendant bij Inflight Services.
- Tussen Partijen is een geschil ontstaan over de vraag of de vorige (vervallen) functie van Werknemer (Teamleider Airside) uitwisselbaar is met de functie Shiftleader Passenger Services, of Werknemer al dan niet terecht door KLM boventallig is verklaard en of Werknemer geplaatst zou moeten zijn of worden in de functie van Shiftleader Passenger Services (hierna: ‘het geschil’). Hierover zijn in kort geding procedures gevoerd. Deze kort geding procedures hebben niet tot een oplossing van het geschil geleid: Partijen blijven van mening verschillen over het geschil en de uitkomsten van de procedures over het geschil.
- Ter beëindiging van dit geschil heeft KLM Werknemer een voorstel voor een regeling in der minne gedaan, welk voorstel door Werknemer is aanvaard;
- Partijen wensen de tussen hen getroffen regeling in deze vaststellingsovereenkomst neer te leggen.
En verklaren het navolgende overeen te zijn gekomen;
1. Werknemer wordt niet geplaatst in de functie van Shiftleader Passenger
Services.
2. KLM betaalt aan Werknemer een eenmalige vergoeding ter hoogte van EUR
50.000,- bruto (zegge: vijftigduizend euro bruto). De vergoeding zal worden
voldaan binnen twee maanden na de totstandkoming van deze overeenkomst
middels bijschrijving op de bij KLM bekende salarisrekening van Werknemer.
3. Partijen verklaren dat zij, behoudens het bepaalde in deze overeenkomst, met
betrekking tot het geschil, de daarover gevoerde en eventueel nog door
andere medewerkers te voeren toekomstige procedures en de beëindiging van
het geschil niets meer van elkaar te vorderen hebben. Met inachtneming van
de inhoud van deze overeenkomst, zijn Partijen derhalve jegens elkaar met
betrekking tot het geschil finaal gekweten.
4. Deze overeenkomst kwalificeert als een vaststellingsovereenkomst in de zin
van artikel 7:900 BW.