Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBAMS:2022:4732

Rechtbank Amsterdam
08-07-2022
17-08-2022
9688543 CV EXPL 22-2449
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Ontslag tijdens de proeftijd. Berekening verschuldigde loon als in twee kalendermaanden parttime is gewerkt.

Rechtspraak.nl
AR-Updates.nl 2022-0926
VAAN-AR-Updates.nl 2022-0926

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 9688543 CV EXPL 22-2449

vonnis van: 8 juli 2022

fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]

eiser

nader te noemen: [eiser]

gemachtigde: [gemachtigde]

t e g e n

de besloten vennootschap Pallas Athena Group BV

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen: Pallas Athena

gemachtigde: mr. V. de Haan

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[eiser] heeft Pallas Athena op 3 februari 2022 gedagvaard. Bij de dagvaarding zijn stukken gevoegd. Pallas Athena heeft in een conclusie van antwoord op de dagvaarding gereageerd. Vervolgens is een tussenvonnis gewezen, waarna een datum is bepaald voor een mondelinge behandeling.

De mondelinge behandeling heeft plaats gevonden op 1 juli 2022. Voorafgaand daaraan heeft [eiser] nadere stukken in het geding gebracht. [eiser] is met zijn gemachtigde op de mondelinge behandeling verschenen. Namens Pallas Athena is de heer [naam] verschenen, met de gemachtigde. Na verder debat is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en erkend of niet (voldoende) weersproken, staat in dit geding het volgende vast:

1.1.

Tussen [eiser] en Pallas Athena bestond van 6 oktober 2021 tot en met 5 november 2021 een arbeidsovereenkomst. Het overeengekomen loon bedraagt
€ 860,00 bruto per maand bij een arbeidsduur van 16 uur per week. Overeengekomen is dat het loon uiterlijk op de tiende dag na de maand waarover het verschuldigd is betaald moet worden. De werkdagen van [eiser] zijn woensdag en vrijdag. De arbeidsovereenkomst is rechtsgeldig beëindigd met een beroep op een proeftijdbeding.

1.2.

Op 15 november 2021 verzocht [eiser] om betaling van het loon.

1.3.

Op 30 november 2021 schreef de gemachtigde van [eiser] Pallas Athena aan tot betaling van loon, wettelijke verhoging, wettelijke rente, de transitievergoeding, vakantiedagen en reiskosten.

1.4.

Op 16 december 2021 sommeerde de gemachtigde van [eiser] Pallas Athena tot betaling.

1.5.

Eveneens op 16 december 2021 betaalde Pallas Athena aan [eiser] € 804,32, bestaande uit een bedrag van € 670,96 voor oktober en € 133,36 voor november.

vordering en verweer

2. [eiser] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis betaling van
€ 1.229,69 bruto aan achterstallig loon, wettelijke verhoging, rente, transitievergoeding, niet genoten vakantiedagen en buitengerechtelijke kosten, alles na aftrek van de reeds ontvangen betaling.

3. Aan de vorderingen legt [eiser] ten grondslag dat Pallas Athena ondanks aanmaningen niet het verschuldigde bedrag heeft voldaan, zodat dat alsnog zal moeten gebeuren, met veroordeling van Pallas Athena in de proceskosten. Bovendien is veel te laat betaald, zodat de wettelijke verhoging en wettelijke rente verschuldigd zijn.

4. Pallas Athena voert verweer. Volgens haar kan het verschuldigde loon nooit meer zijn dan € 860,00 bruto. Dat is immers het maandloon en bij elkaar opgeteld is er een maand gewerkt. Dat te laat betaald is komt doordat [eiser] zijn gegevens niet op tijd heeft aangeleverd. Op het verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

beoordeling

5. [eiser] heeft een gedeelte van oktober en een gedeelte van november gewerkt. In de stukken en ter zitting zijn verschillende wijzen van berekening van het verschuldigde loon aan de orde gekomen. De kantonrechter oordeelt hierover als volgt. Om te berekenen welk loon in deze situatie betaald moet worden, moet in iedere kalendermaand het aantal gewerkte dagen gedeeld worden door het totale aantal voor [eiser] geldende werkdagen in die maand, vermenigvuldigd met het maandloon. Dat levert de volgende berekening op:
oktober: 8/9 * € 860 = € 764,44
november: 2/8 * € 860 = € 215,00
totaal: € 979,44 bruto.

6. Het loon over oktober is meer dan een maand te laat betaald. Bovendien is dit pas na aanmaning gebeurd. Pallas Athena heeft onvoldoende onderbouwd dat dit deels aan [eiser] te wijten is. Het was aan Pallas Athena bij of voorafgaand aan het aangaan van de arbeidsovereenkomst voor een schriftelijke vastlegging te zorgen en daarbij de benodigde informatie, waaronder de loonheffingsverklaring, te verzamelen. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding over het loon van oktober de maximale wettelijke verhoging van 50% toe te passen. Over het loon van november 2021 wordt de verhoging op 25% gesteld, nu in die maand wel een betaling is gedaan, terwijl niet onbegrijpelijk is dat Pallas Athena doordat sprake was van gedeeltes van maanden niet direct het juiste salaris heeft voldaan. Het totaal aan wettelijke verhoging bedraagt aldus:
(0,5*764,44) € 382,22 + (0,25*215) € 53,75 = € 435,97 bruto.

7. Niet (gemotiveerd) weersproken is dat de transitievergoeding van € 23,89 bruto, een bedrag aan niet genoten vakantiedagen van € 76,19 bruto en een reiskostenvergoeding van € 209,38 verschuldigd zijn.

8. De wettelijke rente over het openstaande bedrag is toewijsbaar als gevorderd. Ook de gevorderde specificatie is toewijsbaar, wel zal een ruimere termijn worden gegeven voor afgifte daarvan.

9. Nu bruto/nettospecificaties niet voorhanden zijn kan de vordering niet worden toegewezen zoals deze in de dagvaarding is gevorderd. De netto betaling kan immers niet van de bruto verschuldigde bedragen worden afgetrokken, zoals in de dagvaarding is gebeurd. De vordering zal dan ook worden toegewezen zoals in het dictum vermeld.

10. Pallas Athena krijgt grotendeels ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen.

BESLISSING

De kantonrechter:

veroordeelt Pallas Athena aan [eiser] te betalen € 979,44 aan bruto loon over oktober en november 2021, te vermeerderen met € 435,97 bruto aan wettelijke verhoging en onder aftrek van de reeds verrichte netto betaling van € 804,32;

veroordeelt Pallas Athena aan [eiser] te betalen de transitievergoeding van
€ 23,89 bruto, een bedrag aan niet genoten vakantiedagen van € 76,19 bruto en een reiskostenvergoeding van € 209,38;

veroordeelt Pallas Athena aan [eiser] te betalen de wettelijke rente vanaf 28 januari 2022 over het netto equivalent van het saldo van de hiervoor onder I en II genoemde verschuldigde bedragen en de daar genoemde betaling;

veroordeelt Pallas Athena binnen vier weken dagen na het wijzen van dit vonnis een deugdelijke eindafrekening te verstrekken waarin alle verschuldigde bedragen worden vermeld, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat hier niet aan wordt voldaan, met een maximum van € 2.000,00;

veroordeelt Pallas Athena in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
exploot € 130,11
salaris € 248,00
griffierecht € 214,00
----------------
totaal € 592,11
voor zover van toepassing, inclusief btw;

veroordeelt Pallas Athena in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst de vorderingen voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2022 in aanwezigheid van de griffier.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.