4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Feit 1:
in de periode van 1 februari 2022 tot en met 12 april 2022, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders een geldbedrag van EUR 208.925 bestaande uit 10 geldtransacties, te weten:
(Bron: digitaal beslag)
- een geldbedrag van in totaal EUR 10.150,-, in de vorm van een geldtransactie op 11 april 2022 en
(Bron: kasboek [bedrijf 1] , [adres] )
- een geldbedrag van in totaal EUR 10.200,-, in de vorm van een geldtransactie op 14 februari 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 10.000,-, , in de vorm van een geldtransactie op 4 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 5.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 5 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 10.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 7 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 3.700,-, in de vorm van een geldtransactie op 12 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 5.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 21 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 83.075,-, in de vorm van een geldtransactie op 24 maart 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 46.800,-, in de vorm van een geldtransactie op 2 april 2022 en
- een geldbedrag van in totaal EUR 25.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 4 april 2022
verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 3:
hij in de periode van 1 juli 2018 tot en met 12 april 2022 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit verdachte en uit medeverdachten
1. [medeverdachte 2] en
2. [medeverdachte 3] en
3. [medeverdachte 5] en
4. [medeverdachte 4] en
5. [medeverdachte 6] en
6. [medeverdachte 1] en
7. [naam 2]
en andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
-a. een gewoonte maken van het plegen van witwassen (totaalbedrag EUR 95.989.960) en
-b. bankieren zonder vergunning;
Feit 4:
in de periode van 1 juli 2018 tot en met 12 april 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met een zetel in Nederland, opzettelijk zonder vergunning van de Nederlandsche Bank het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend als bedoeld in artikel 2:3a lid 1 van de Wet op het Financieel Toezicht, immers hebben verdachte en zijn mededaders ten behoeve van en/of op verzoek van (onbekend gebleven) begunstigden en/of (onbekend gebleven) betalers en/of (onbekend gebleven) anderen (contante) geldtransacties uitgevoerd en/of voor rekening van een of meer van de voornoemde begunstigden en/of betalers ontvangen en/of beschikbaar gesteld en/of gehouden bestaande uit 10 geldtransacties (ter waarde van EUR 208.925,-) te weten:
(Bron: digitaal beslag)
- een geldbedrag van EUR 10.150,-, in de vorm van een geldtransactie op 11 april 2022 en
(Bron: kasboek [bedrijf 1] , [adres] )
- een geldbedrag van EUR 10.200,-, in de vorm van een geldtransactie op 14 februari 2022 en
- een geldbedrag van EUR 10.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 4 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 5.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 5 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 10.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 7 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 3.700,-, in de vorm van een geldtransactie op 12 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 5.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 21 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 83.075,-, in de vorm van een geldtransactie op 24 maart 2022 en
- een geldbedrag van EUR 46.800,-, in de vorm van een geldtransactie op 2 april 2022 en
- een geldbedrag van EUR 25.000,-, in de vorm van een geldtransactie op 4 april 2022.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1 en feit 4: medeplegen van gewoontewitwassen en het medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
Feit 3: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 10 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
Beslag
Verklaart verbeurd:
1. STK Onroerende registergoederen (Omschrijving: [adres] Kadastrale aanduiding Amsterdam [adres] Amsterdam explootnr L2200570).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
2 1 STK Horloge 9000 (Omschrijving: ADRBB19026_716729, Stalen band, blauwe wijzerplaat, Rolex);
5 1 STK Horloge 6000 Beheer (Omschrijving: ADRBB19026_716740, Goud, merk: Cartier);
6 1 STK Armband met steentjes (Omschrijving: ADRBB19026_716752, Michael Kors);
7 1 STK Armband met steentjes (Omschrijving: ADRBB19026_716753, Goud);
8 1 STK Armband met steentjes (Omschrijving: ADRBB19026_716754, Goud);
9 1 STK Armband met steentjes (Omschrijving: ADRBB19026_716755, Goud);
10 2 STK Armband met steentjes in hartvorm (Omschrijving: ADRBB19026_716756, Goud);
11 1 STK Armband met 5 ronde stenen (Omschrijving: ADRBB19026_716757, Goud);
12 1 STK Armband (Omschrijving: ADRBB19026_716758, Tweekleurig);
13 1 STK Armband met 7 tweekleurige bedels (Omschrijving: ADRBB19026_716759, Tweekleurig);
14 2 STK Oorbel (Omschrijving: ADRBB19026_716760, Goud);
15 1 STK Armband met 3 ronde stenen (Omschrijving: ADRBB19026_716761, Goud);
16 2 STK Oorbel (in zakje) (Omschrijving: ADRBB19026_716762);
17 200 EUR - IBG: 12-04-2022 200 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716726);
18 625 EUR - IBG: 12-04-2022 625 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716727);
19 850 EUR - IBG: 12-04-2022 850 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716730);
20 575 EUR - IBG: 12-04-2022 575 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716735);
21 60 EUR - IBG: 12-04-2022 60 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716737);
22 1 STK Motorfiets 33500 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716734, Harley Davidson);
23 1 STK Personenauto [kenteken] 20000 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716732, Zwart, merk: Mercedes);
24 1855 EUR; IBGN 12-4-2022 1855 (Omschrijving: PL1300-DRBB19026_716480);
25 240 EUR; IBGN 12-4-2022 240 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716482);
26 2125 EUR; IBGN 12-4-2022 2125 (Omschrijving: PL1300-DRBB19026_716483);
27 6985 EUR; IBGN 12-4-2022 6985 (Omschrijving: PL1300-DRBB19026_716486);
28 600 EUR; IBGN 12-4-2022 600 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716490);
29 215 EUR; IBGN 12-4-2022 215 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716491);
30 43580 EUR; IBGN 12-4-2022 43580 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716573);
31 2305 EUR; IBGN 12-4-2022 2305 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716501);
32 2410 EUR; IBGN 12-4-2022 2410 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716504);
33 400 EUR; IBGN 12-4-2022 400 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716511);
34 100000 EUR: IBGN 12-4-2022 100000 (Omschrijving: PL1300-ADRBB19026_716505).
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mr. M.R.J. van Wel en mr. J.M.R. Vastenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. van der Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juli 2024.