I. vernietiging van het ontslag op staande voet van 6 december 2024;
II. veroordeling van Heinz tot betaling van:
i. het loon vanaf 6 december 2024 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, zijnde een maandloon van
€ 9.180,00 bruto met inachtneming van de verleende beschikking uit hoofde van de 30% regeling, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten;
ii. de wettelijke verhoging ex. artikel 7:625 BW;
iii. de buitengerechtelijke kosten, ten bedrage van € 3.156,00,-;
iv. de wettelijke rente over voornoemde bedragen;
III. veroordeling van Heinz tot afgifte van bruto-netto specificaties van alle uit hoofde van de arbeidsovereenkomst en deze beschikking verrichte en nog te verrichten betalingen, telkens binnen 5 dagen na het tijdstip van betaling;
IV. veroordeling van Heinz tot het verlenen van reguliere toegang aan [verzoekster] tot de bedrijfssystemen van Heinz, waaronder het werknemersportal, het personeelsdossier en het intranet van Heinz, binnen 7 dagen na de te wijzen beschikking;
V. veroordeling van Heinz tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per dag voor elke dag dat Heinz na betekening van de beschikking niet aan de veroordelingen voldoet;
VI. veroordeling van Heinz in de proceskosten, waaronder de reële proceskosten zoals bedoeld in artikel 237 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).