RECHTBANK BREDA
team kanton Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 735722 AZ VERZ 12-201
beschikking d.d. 17 oktober 2012
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DETA-LINK NEDERLAND B.V.,
statutair gevestigd te Geleen, gemeente Sittard-Geleen,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. J.H. Sligchers, advocaat/belastingkundige te Maastricht,
tegen:
[verweerder],
wonend te [woonplaats],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. R.A. Baltes, advocaat te Tilburg.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 24 augustus 2012 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met producties;
- het ter zitting ontvangen verweerschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 26 september 2012 met het daarbij behorende audiëntieblad. Ter terechtzitting is, met instemming van partijen, tevens het van de zijde van Mol geëntameerde kort geding tussen partijen kort besproken. Aan het einde van de terechtzitting heeft [verweerder] dit kort geding ingetrokken.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als “Deta-Link” respectievelijk “[verweerder]”.
2. Inleiding
Deta-Link heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerder], voor zover zou blijken dat deze nog bestaat, te ontbinden op grond van een gewichtige reden, bestaande uit het wegvallen van het vertrouwen in een verdere vruchtbare samenwerking, primair zonder daarbij een vergoeding aan [verweerder] toe te kennen, en subsidiair, bij het toekennen van een vergoeding te bepalen dat deze eerst opeisbaar zal zijn wanneer een rechterlijk oordeel, dat geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet, in kracht van gewijsde is gegaan, en voorts heeft Deta-Link verzocht [verweerder] in de kosten van de procedure te veroordelen.
[verweerder] heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.
3. De beoordeling
3.1 Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weerspro-ken, alsmede op grond van de niet bestreden inhoud van de producties, het volgende vast:
- de thans 52-jarige [verweerder] is sinds 5 september 2011 in dienst van Deta-Link in de functie van accountmanager, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tegen een salaris van € 1.450,00 bruto per week, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
- [verweerder] is vanaf 23 april tot en met 1 mei 2012 op vakantie geweest.
- Deta-Link is op 28 april 2012 gestopt met de loonbetalingen aan [verweerder].
- [verweerder] heeft zich op 4 mei 2012 ziek gemeld.
- Op 9 mei 2012 heeft de huisarts van [verweerder] hem verwezen naar een psychiater.
- Deta-Link heeft [verweerder] bij brief van 15 mei 2012 een voorstel gedaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, welk voorstel door [verweerder] niet binnen de gestelde termijn is geaccepteerd.
- Op 29 juni 2012 heeft Deta-Link, uitsluitend voor het geval de rechter oordeelt dat nog sprake is van een dienstverband tussen partijen, de arbeidsovereenkomst wegens dringende redenen beëindigd, door middel van een e-mailbericht van haar gemachtigde aan de gemachtigde van [verweerder].
- Bij brief van 6 juli 2012 heeft de gemachtigde van [verweerder] de opzegging van de arbeidsovereenkomst vernietigd, uitsluitend voor het geval Deta-Link daadwerkelijk een beroep op ontslag op staande voet heeft gedaan c.q. nog zou kunnen gaan doen, waarbij [verweerder] zich beschikbaar en bereikbaar heeft gehouden voor overleg danwel werkzaamheden.
- De kantonrechter te Sittard-Geleen heeft bij vonnis in kort geding van 26 juli 2012 een door [verweerder] ingestelde vordering tot doorbetaling van het salaris toegewezen vanaf 28 april 2012 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd en de vordering tot wedertewerkstelling afgewezen.
- [verweerder] heeft -na vonnis in kort geding- een bedrag van € 11.000,00 netto van Deta-Link ontvangen terzake het salaris tot 29 juni 2012.
- [verweerder] heeft bij brief van zijn gemachtigde van 16 augustus 2012 te kennen gegeven dat hij nog steeds een ziekmelding bij het UWV wenst en aangegeven, dat indien daaraan wordt voldaan, bespreking van een op 8 augustus 2012 door Deta-Link aan hem gedaan voorstel aan de orde is.
3.2 Deta-Link legt aan haar verzoek een disfunctioneren van [verweerder], alsmede misleiding ten grondslag. Zij stelt dat [verweerder] de gestelde targets niet haalde, dat hij in de periode dat hij voor haar werkzaam is geweest slechts een omzet heeft gerealiseerd van € 2.672,20 en dat hij niet kan omgaan met het geautomatiseerde systeem van Deta-Link. Voorts stelt zij dat [verweerder] haar heeft misleid door gewoon op vakantie te gaan, terwijl hij bij zijn aanvraag tot vakantieverlof vermeldde dat hij zijn zieke moeder moest verzorgen. Deta-Link stelt dat door het voorgaande het vertrouwen in [verweerder] ernstig is geschaad en dat zij daarom heeft getracht de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. Deta-Link stelt voorts dat, nadat [verweerder] de SIM-kaart van zijn mobiele telefoon had ingeleverd, haar is gebleken dat [verweerder] in strijd met de arbeidsovereenkomst en gedurende zijn periode van ziekte buiten haar om en voor eigen rekening bemiddelingsdiensten heeft verricht. Deta-Link stelt zich op het standpunt dat er sprake is van een dringende reden voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst, althans dat er geen basis meer is voor een vruchtbare voortzetting daarvan ten gevolge van het verwijtbaar c.q. nalatig handelen van [verweerder], zodat zij geen ontslagvergoeding verschuldigd is.
3.3 [verweerder] voert aan dat de omstandigheden en feiten die Deta-Link aan haar verzoek ten grondslag legt gelijkluidend zijn aan de feiten en omstandigheden waarop zij zich ten overstaan van de kantonrechter te Sittard heeft beroepen. De volgens Deta-Link onjuiste verlofaanvraag van [verweerder] is gevolgd door arbeidsongeschiktheid die door Deta-Link niet is betwist. Deta-Link heeft echter, ondanks zijn verzoeken daartoe, deze arbeidsongeschiktheid nimmer bij het UWV gemeld en zij is tevens weigerachtig gebleken om de bedrijfsarts in te schakelen. [verweerder] beroept zich op de reflexwerking van het opzegverbod wegens ziekte. Door geen loon meer te betalen heeft Deta-Link volgens [verweerder] gekozen voor een escalatiescenario. Volgens [verweerder] is het geen toeval dat hij op 29 juni 2012 op staande voet werd ontslagen nadat op 28 juni 2012 de dagvaarding ter zake van de loonbetaling aan Deta-Link was betekend. [verweerder] betwist de dringende reden en stelt dat er evenmin sprake is van veranderingen van omstandigheden die een beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen.
3.4 De kantonrechter overweegt als volgt.
[verweerder] heeft gesteld dat hij nog steeds arbeidsongeschikt is. Door Deta-Link is dat niet betwist zodat van de juistheid van de stelling van [verweerder] dient te worden uitgegaan. De wet bepaalt dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst slechts kan worden ingewilligd als de kantonrechter zich ervan heeft vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van -onder andere- het opzegverbod wegens ziekte. Op grond van hetgeen door partijen over en weer is gesteld, is voor de kantonrechter voldoende vast komen te staan, dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de andere opzegverboden, genoemd in artikel 7: 685 van het Burgerlijk Wetboek.
Met betrekking tot het mogelijke verband met het opzegverbod wegens ziekte geldt het volgende.
3.5 De werkgever is op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verplicht de zieke werknemer aan te melden bij haar bedrijfsarts, ter vaststelling van de arbeids(on)geschiktheid en ter begeleiding van de werknemer die door ziekte niet in staat is zijn werk te verrichten. Vaststaat dat Deta-Link de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] niet bij haar bedrijfsarts heeft aangemeld. Een medisch oordeel over de arbeidsongeschiktheid is derhalve niet gegeven. Uit de door Deta-Link zelf overgelegde producties blijkt dat de huisarts van [verweerder] hem heeft verwezen naar een psychiater en dat aan [verweerder] antidepressiva zijn voorgeschreven. Niet uitgesloten kan dan worden dat het door Deta-Link gestelde disfunctioneren van [verweerder] verband houdt met diens psychische gesteldheid in die periode. Evenmin kan uitgesloten worden, voor zover al moet worden uitgegaan van de juistheid van de als productie 3 bij dagvaarding overgelegde verklaring van mevrouw [Y], dat de daarin bedoelde gesprekken hebben bijgedragen aan de aanleiding tot / oorzaak van ziekmelding. Ook het feit dat [verweerder] niet of nauwelijks op de verder aan hem gerichte aantijgingen reageert, zou wellicht een gevolg kunnen zijn van zijn psychische gesteldheid en/of medicijngebruik. Nu er -door toedoen van Deta-Link en ondanks meerdere verzoeken van [verweerder]- geen oordeel is gegeven over de arbeids(on)geschiktheid van [verweerder], is het derhalve niet mogelijk voor de kantonrechter om zich te vergewissen of het thans ingediende verzoek verband houdt met de ziekte van [verweerder], zodat het verzoek reeds om deze reden niet kan worden ingewilligd.
De overweging van de kantonrechter Sittard-Geleen dat [verweerder] zelf het risico op zich heeft genomen dat Deta-Link het vertrouwen als goed werknemer in hem heeft verloren, brengt in het voorgaande geen verandering. Op grond van het voorgaande zal het verzoek worden afgewezen.
3.6 Als de in het ongelijk te stellen partij zal Deta-Link in de aan de zijde van [verweerder] gevallen kosten van de procedure worden veroordeeld.
4. De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek van Deta-Link af;
veroordeelt Deta-Link in de kosten van de procedure, aan de zijde van [verweerder] gevallen, en tot op heden begroot op € 200,00, als salaris voor de gemachtigde van [verweerder].
Aldus gegeven door mr. A.J.M. van Breevoort, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 oktober 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.