4.1
Inleiding1
Op 12 mei 2010 deed de voormalige voorzitter van de Stichting Polikliniek voor Seksuele Gezondheid en Zwangerschapafbreking in Den Haag, (“PretermRutgers”, hierna: de stichting), [aangever], mede namens de voorzitter, [voorzitter], aangifte van fraude bij deze in Den Haag gevestigde stichting.2 De stichting exploiteerde onder meer een abortuskliniek die in 1986 door medeverdachte [medeverdachte] is opgericht.3 Verdachte was sinds 1986 werkzaam bij de stichting en werkte daar sinds 1992 tot 2010 als baliemedewerkster. Verdachte was het hoofd van de balie.4 Baliemedewerkers kwamen met hun vragen naar verdachte toe.5
De AWBZ bepaalt in artikel 5 van die wet dat tot de kring van verzekerden horen, ingezetenen van Nederland en zij, die geen ingezetene zijn, doch terzake van in Nederland in dienstbetrekking verrichte arbeid aan de loonbelasting onderworpen zijn. In artikel 44 van de AWBZ is bepaald dat bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het College Zorgverzekeringen (ook: CVZ) subsidies verstrekt voor zwangerschapsafbrekingen in de zin van de Wet afbreking zwangerschap. Bij ministeriële regeling, de Regeling subsidies AWBZ is de stichting aangewezen als abortuskliniek waarvoor een instellingssubsidie wordt verleend. Alleen zwangerschapsonderbrekingen ten behoeve van AWBZ-verzekerden kunnen worden gedeclareerd; voor andere behandelingen die in de kliniek werden gedaan, zoals hymenhersteloperaties of spiraalplaatsingen onder narcose, geldt dat niet.6
Verdachte heeft de volgende documenten opgemaakt7:
- aantal patiënten in 2007, waarin een onderscheid is gemaakt in ‘AWBZ’ en ‘Niet AWBZ’. Ook is in dit document per maand het aantal consulten opgenomen.8
- aantal patiënten in 2008, waarin een onderscheid is gemaakt in ‘AWBZ’ en ‘Niet AWBZ’9 Ook is in dit document per maand het aantal consulten opgenomen.
- aantal patiënten in 2009, waarin een onderscheid is gemaakt in ‘AWBZ’ en ‘Niet AWBZ’ Ook is in dit document per maand het aantal consulten opgenomen.10
Verdachte heeft verklaard dat zij aan het einde van de dag of op de ochtend van de eerstvolgende werkdag een dagstaat invulde. Aan het eind van de maand vulde verdachte door optelling van de dagstaten de maandoverzichten in. De maandoverzichten werden door haar verwerkt in de jaaroverzichten door optelling van de maandoverzichten.11
Verder werden door verdachte de formulieren “aantal patiënten” over de jaren 200712, 200813 en 200914 opgesteld. Deze formulieren stelde zij op aan de hand van de statussen, de verslagen van de behandeling en het afsprakenoverzicht.15 In die formulieren wordt weergegeven de aantallen abortussen onder de AWBZ: 1e trimester, met en zonder narcose, 2e trimester, met en zonder prosta (de rechtbank begrijpt: prostaglandine) , en niet-AWBZ: 2e trimester zonder prosta en de consulten (de rechtbank begrijpt: geen behandeling).
In 2007 was er volgens de “aantal patiënten” formulieren sprake van 2.974 AWBZ behandelingen en 51 niet-AWBZ behandelingen, in totaal 3025. In 2008 waren dat er 2930 resp. 70, in totaal 3000 en in 2009 2779 resp. 46, in totaal 2825.16
De dag-, maand- en jaarstaten gaf verdachte aan de interne accountant [verdachte 3].17 Ook de formulieren “aantal patiënten” gingen naar [verdachte 3].18 [verdachte 3] heeft verklaard dat de formulieren “aantal patiënten” dienden als basis voor de aanvragen subsidievaststelling AWBZ bij het CVZ.19
In het dossier zijn de aanvragen subsidievaststelling over de jaren 2007 (D-44)20 en 2008 (D-47)21 aanwezig. Met betrekking tot de aanvraag over 2007 wordt in paragraaf 4, “Subsidieberekening abortuskliniek 2007” uitgegaan van 2974 AWBZ behandelingen en 51 niet-AWBZ behandelingen22 en met betrekking tot de aanvraag over 2008 wordt in paragraaf 4, “Subsidieberekening abortuskliniek 2008” uitgegaan van 2930 AWBZ behandelingen en 70 niet-AWBZ behandelingen.
In de door de stichting ingediende aanvraag voor AWBZ subsidie over het jaar 2007 is vermeld dat er in 2007 2.974 AWBZ behandelingen en 51 niet-AWBZ behandelingen plaatsvonden.23 Op basis hiervan is een subsidie aangevraagd van EUR 1.611.400,-.24 Met betrekking tot de aanvraag over 2008 zijn 2.930 AWBZ behandelingen en 70 niet-AWBZ behandelingen vermeld. Op grond hiervan is een subsidie aangevraagd van EUR 1.646.900,-.25 Het CVZ volgde de hoogte van de door de stichting becijferde subsidie over de jaren 2007 en 2008 en kende de voorschotten maandelijks toe.26 Op 30 november 2007 heeft de stichting de genoemde bevoorschotting over 2007 volledig onder zich.27 Op 28 november 2008 heeft de stichting als bevoorschotting over 2008 een bedrag van EUR 1.626.690,- onder zich.28 Het CVZ heeft de definitieve subsidievaststelling 2007 beschikt op EUR 1.594.748,-.29 De definitieve subsidievaststelling 2008 bedraagt EUR 1.669.352,-.30
Naar aanleiding van vragen van het bestuur van de stichting over de cijfers van de stichting over het jaar 2009 heeft het bestuur aan de heer [interim-directeur], sedert 7 juli 2010 interim-directeur van de kliniek, gevraagd een hertelling ter doen . Bij die hertelling zijn de statussen als uitgangspunt genomen. Naar aanleiding van die hertelling wordt door [interim-directeur] het volgende geconcludeerd:
- -
In de eerste telling zijn 217 “consulten, geen behandeling” geteld als behandeling;
- -
In de eerste telling is bij het 2e trimester geen onderscheid gemaakt tussen behandeling met of zonder prostaglandine. Alle 2e trimester behandelingen (384) zijn gedeclareerd met prostaglandine. In de tweede telling zijn er 369 2e trimester behandelingen geregistreerd, waarvan 64 met prostaglandine;
- -
In de eerste hertelling zijn 20 hymenherstel verrichtingen geteld als abortus, evenals 7 overige behandelingen onder narcose;
- -
Volgens de eerste telling is er sprake van 47 behandelingen van vrouwen die niet in Nederland woonden/werkten, in de hertelling bedraagt dit getal 92.31
Door de FIOD is dit interne onderzoek gevalideerd. De FIOD concludeert dat van de 2.825 AWBZ-behandelingen dit 216 Nederlandse patiënten betrof die niet waren behandeld en dat er 19 behandelingen waren die niet een abortus maar een hymenplastiek (de rechtbank begrijpt: maagdenvliebehandeling) betrof, terwijl er in 47 gevallen sprake was van behandeling van een buitenlandse patiënt.32
In het kader van het strafrechtelijk onderzoek heeft een hertelling over de jaren 2007 en 2008 plaatsgevonden door een deskundige en de FIOD33. Uit die hertelling volgt dat er in 2007 geen 2.974 AWBZ patiënten waren behandeld, maar 2.550 AWBZ patiënten. In plaats van 51 niet-AWBZ patiënten zijn er bij de hertelling 132 niet-AWBZ geteld34. Uit die hertelling volgt met betrekking tot 2008 dat in plaats van 2.930 AWBZ patiënten er 2606 AWBZ-patiënten zijn geteld en in plaats van 70 niet-AWBZ patiënten er 111 niet-AWBZ patiënten zijn geteld.35 Ook zijn er in beide jaren verschillen te zien in aantallen 2e trimesterbehandelingen met en zonder prostaglandine.
Verdachte heeft verklaard dat zij niet controleerde of iemand al dan niet verzekerd was ingevolge de AWBZ.36
Verdachte heeft op een controlestrook eerst ‘Duitsland’ geschreven en dit vervolgens gewijzigd in ‘Den Haag.’37 Voor deze wijziging heeft verdachte geen verklaring kunnen geven.38
Verdachte heeft verklaard dat zij de consulten optelde en opnam in het overzicht aantal patiënten. Onder consulten wordt onder meer verstaan eerste gesprekken, echo’s en anti-conceptiezaken, nimmer een abortusbehandeling. Deze consulten werden bij de Rutgersbalie afgerekend. Verdachte heeft verder verklaard dat zij dacht dat dit overzicht diende te worden ingevuld met het oog op het verkrijgen van subsidie. Dat zou betekenen dat voor de consulten geld wordt ontvangen bij de Rutgers, alsmede wordt mogelijk ook door de Preterm subsidie ontvangen, aldus verdachte.39
Over bovengenoemde feiten, waarvan onderdelen in de tenlastelegging zijn terug te vinden, heeft ter terechtzitting geen discussie plaatsgevonden. De rechtbank is van oordeel dat deze feiten als vaststaand kunnen worden aangemerkt en dat de tenlastelegging voor wat betreft deze feiten wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank grondt dat oordeel op de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen waarnaar in de voetnoten wordt verwezen.
4.1.2
De vraag waar de rechtbank zich voor ziet gesteld is - kort gezegd - of verdachte opzettelijk valsheid in geschrift heeft gepleegd.
4.3
Het standpunt van de verdediging
Ter zitting is door de verdediging het standpunt ingenomen dat nu de deskundige drs. mr. [deskundige] (hierna: [deskundige] en deskundige) niet als voldoende deskundig kan worden beschouwd ten aanzien van de vraag of sprake was van buitenlandse, niet AWBZ-gerechtigde, patiënten, de hertellingen over de jaren 2007 en 2008 dienen te worden uitgesloten voor het bewijs.
De verdediging heeft ter zitting voorts betoogd dat de interne hertelling over het jaar 2009 niet onbevooroordeeld, maar juist met een zekere bias, heeft plaatsgevonden door de desbetreffende (balie)medewerkers van stichting Preterm/Rutgers. Op basis hiervan heeft de verdediging verzocht deze bevindingen niet te gebruiken voor het bewijs.
Daarnaast heeft de verdediging - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte het aan haar ten laste gelegde feit niet heeft gepleegd nu:
a. de administratie van de stichting een zodanige chaos was, dat fouten per ongeluk in die administratie konden voorkomen,
b. andere baliemedewerksters verantwoordelijk zijn geweest voor de geconstateerde valsheid evenals een andere verantwoordelijke persoon voor de aanvraag van de subsidie,
c. verdachte niet wist dat er met de door haar opgestelde documenten subsidies werden aangevraagd.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
zij, op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 29 november 2010 te 's-Gravenhage en/of Voorburg en/of Diemen en/of (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
A.
één of meer formulier(en), te weten;
- aantal patiënten in 2007 (D-078) en/of
- aantal patiënten in 2008 (D-080) en/of
- aantal patiënten in 2009 (D-098) en/of
B.
één of meer aanvra(a)g(en) subsidievaststelling, te weten;
- aanvraag subsidievaststelling 2007 (D-044) en/of
- aanvraag subsidievaststelling 2008 (D-047),
- (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s), toen en daar,
ad A.
(telkens) valselijk in/op die formulier(en) onjuiste aantallen (behandelde) patiënten en/of onjuiste soorten medische verrichtingen vermeld en/of doen vermelden,
en/of
ad B.
(telkens) valselijk in/op die bij het College voor Zorgverzekeringen ingediende (AWBZ) aanvra(a)g(en) subsidievaststelling, onjuiste aantallen (behandelde) patiënten en/of onjuiste soorten medische verrichtingen vermeld en/of doen vermelden en/of onjuist(e) bedrag(en) aan maximaal te vergoeden kosten en/of subsidie vermeld en/of doen vermelden,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.