Rechtbank DEN HAAG
ID
rolnummer: 2224021/13-22283
datum vonnis: 3 oktober 2013
Vonnis ex art. 254 Rv in de zaak van:
[eiser],
Wonende te [woonplaats],
Eiser,
gemachtigde: mr. N.E.P. Gustings
1. de volkenrechtelijke organisatie De EUROPEAN PATENT OFFICE,
gedaagde,
gevestigd te Rijswijk,
gemachtigde: mr. G.R. den Dekker,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MBA MICHAEL BAILEY ASSOCIATES LIMITED,
gedaagde,
gevestigd te Londen (Groot Brittannië),
gemachtigde: mr. I.R. Köhne
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ACS NO. 1 B.V.,
gedaagde,
gevestigd te Delft,
gemachtigde: mr. I.R. Köhne.
Partijen worden hierna aangeduid als “[eiser]”, “EPO”, “MBA”, en “ACS”.
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- de dagvaarding van 14 augustus 2013, met bijlagen;
- de brieven met bijlagen van mrs Den Dekker en Köhne van 16 en 17 september 2013 met bijlagen;
- de ter zitting van 19 september 2013 door de griffier gemaakte aantekeningen. Ter zitting hebben de gemachtigden van gedaagden een pleitnota voorgedragen en de gemachtigde van [eiser] een reactie op de producties.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
1 Feiten
1.1
[eiser] heeft op 28 november 2002 een contract of employment for a fixed period of time gesloten met Michael Bailey Associates Limited. Hij verrichtte de werkzaamheden van Technical Project Assistant bij EPO.
1.2
Halfjaarlijks tot jaarlijks tekende [eiser] nieuwe arbeidsovereenkomsten met MBA; feitelijk verrichtte [eiser] werkzaamheden bij EPO.
1.3
Per 14 april 2011 heeft de vennootschap van [eiser], [x] Holding BV, een overeenkomst gesloten met The ZZP Company No.1 BV, rechtsvoorgangster van ACS. [eiser] bleef zijn werkzaamheden verrichten bij EPO.
1.4
In 2011 en 2012 heeft [eiser] voor zijn werkzaamheden gefactureerd vanuit Jack van Vliet Productions Holding BV.
1.5
Op 14 december 2012 is de aanvraag voor een Verklaring arbeidsrelatie voor 2013 van [eiser] afgewezen omdat volgens de Belastingdienst “de conclusie (is) dat de arbeidsrelatie met de opdrachtgever ZZP No.1/MBA kwalificeert als Loon uit dienstbetrekking”. [eiser] heeft hiertegen bezwaar aangetekend, maar dit is eveneens afgewezen en wel op 4 april 2013.
1.6
Op 4 april 2013 heeft [Y] van Aame aan [eiser] bericht:
“Zoals enige weken geleden besproken en bevestigd zullen wij u om gaan zetten naar de payroll van MBA Ltd met ingang van 1 januari 2013. (…).
De procedure gaat als volgt:
1. U krijgt binnenkort een arbeidsovereenkomst van MBA Ltd. Welke u dient te ondertekenen en te retourneren.
(…)
3. Zodra de uren van de maand maart binnenkomen, zullen wij met terugwerkende kracht vanaf januari alle loonberekeningen opstellen en de netto verschillen verrekenen met de reeds betaalde bedragen aan uw BV.(…)
4. Het netto inkomen over januari, februari en maart zal aan u overgemaakt worden onder inhouding van de reeds betaalde bedragen.
(…)
6. Zodra er een juiste VAR DGA voor het jaar 2013 toegekend wordt, dan zullen wij uiteraard alles corrigeren.(…)”.
1.7
Na de wisseling van enige mails heeft [Z] op 10 april 2013 aan [eiser] gemaild dat alle arbeidsovereenkomsten van MBA het Engelse recht aanhouden en dat daarop geen uitzondering kan worden gemaakt. Indien [eiser] desondanks toch een overeenkomst naar Nederlands recht wil ontvangen, dan biedt zij de optie om een contract aan te gaan met APS BV (AAme Payrolling Solutions).
1.8
[eiser] heeft vervolgens geantwoord dat hij een Nederlands contract verwacht in plaats van een Engels contract.
1.9
Daarop heeft mevrouw [Z] geschreven dat [eiser] mogelijk met APS BV een arbeidsovereenkomst naar Nederlands recht kan sluiten. [eiser] heeft geantwoord dat dit hem de enige optie lijkt, gezien de uitspraak van de Belastingdienst.
1.10
Op 4 juni 2013 heeft ACS de overeenkomst met [x] Productions Holding BV beëindigd.
1.11
Sinds 5 juni 2013 heeft [eiser] geen werkzaamheden bij EPO meer verricht.
4 Beslissing
De kantonrechter bij wege van voorlopige voorziening:
- verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen ingesteld tegen EPO;
- veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van EPO vastgesteld op € 400,00 aan salaris gemachtigde;
wijst de subsidiaire vorderingen van [eiser] af;
- veroordeelt [eiser] in de proceskosten aan de zijde van MBA en ACS vastgesteld op € 400,00 aan salaris gemachtigde;
Dit vonnis is gewezen door mr. I.F. Dam, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.